104184 | v.z.w. Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen, Polder van het Land van Waas, W. DE CRAEMER / Vlaams Gewest
R.v.St., 9 mei 1996, nr. 59583
DE ROO Karin

T.Milieurecht, september 1996, V.5, (4), 276-277+noot 278-279

Luidens art. 45, lid 2, van de wet 03.06.1957 betreffende de polders, kan de dijkgraaf in rechte optreden in rechtsgedingen (andere dan bezitsvorderingen) betreffende de polder, na daartoe gemachtigd te zijn door de gouverneur en de algemene vergadering. Deze machtiging kan ook worden verleend na het indienen van het verzoekschrift.
Het bestreden besluit maakt voor de betrokken goederen bepaalde manieren van gebruikmaking van het eigendomsrecht afhankelijk van een voorafgaandelijke schriftelijke vergunning, die op discretionaire wijze wordt toegekend. Voor het bestaan van een verreikende bevoegdheidsoverdracht door de wetgever aan de Koning - om die vergunning in het leven te roepen - moet er minstens een uitdrukkelijke wetsbepaling of een duidelijke aanwijzing voorhanden zijn. Noch uit de wet op het natuurbehoud van 12.07.1973, noch uit de parlementaire voorbereiding ervan zijn er aanwijzingen waaruit de bedoeling van deze bevoegdheidsoverdracht blijkt. Het besluit van 04.12.1991 van de Vlaamse Regering tot instelling van een vergunningsplicht voor de wijziging van vegetatie en van lijn- en puntvormige elementen wordt dus vernietigd door de Raad van State (zie B.S., 24.03.1992, V. 162, (59), 6235-6238 voor de tekst van dit zogeheten 'vegetatiebesluit').