107934 | 07.11.1996 BBHR tot bepaling van de voorwaarden voor de toepasing van de heffing op de lozing van afvalwater
Min. belast met Economie, Financiƫn, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, CHABERT Jos
Min. belast met Huisvesting, Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, GOSUIN Didier

BS 1996-12-25

Dit besluit betreft de bepaling van de voorwaarden voor de toepassing van de heffing op de lozing van afvalwater.
Hoofdstuk II van dit besluit voorziet in de regels voor de toepassing van de terugstorting van de voorafbetalingen inzake de heffing op de lozing van afvalwater, meer bepaald wordt aangegeven wie de begunstigden zijn, het bedrag van terugstorting en de regularisering van de terugstorting.
Vervolgens omschrijft het besluit het belastbaar tijdperk voor de heffing en voor de voorafbetalingen.
In een volgend hoofdstuk wordt de berekeningswijze aangegeven van de drempel van zeven personen die tewerkgesteld worden door een natuurlijke of rechtspersoon die water gebruikt voor niet-huishoudelijke, maar met huishoudelijke gelijkgestelde doeleinden.
Andere bepalingen betreffen de aangifte, het aangifteformulier en de verplichtingen van de heffingsplichtigen.
Hoofdstuk VI geeft in detail de methodes en regels aan voor de analyses van het geloosde afvalwater. Hoofdstuk VII omvat de methodes en regels voor de metingen van het volume geloosd afvalwater.
De overige bepalingen van dit besluit betreffen de toepassingswijze voor de betaling van de door de waterverdeler ontvangen voorafbetalingen aan het Ministerie, voor de bezoldiging van de waterverdeler en voor de aan de heffingsplichtingen toegekende vrijstellingen evenals de aanwijzing van de bevoegde ambtenaren voor de instelling en de inning van de heffing.

nvdr: Art. 53 van dit besluit wordt gewijzigd door het BBHR 30.06.2005 tot wijziging van de BBHR 23.03.1995, 20.07.1995, 15.02.1996, 07.11.1996, 21.01.1999 en 28.02.2002 waarbij de ambtenaren aangesteld werden voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden inzake fiscaliteit (B.S., 07.09.2005).

nvdr: De Ordonnantie 29.03.1996 tot instelling van een heffing op de lozing van afvalwater wordt opgeheven door de ordonnantie 20.10.2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid (zie doc. nr. 213828). De Regering kan evenwel besluiten dat de art. 15 tot 21 van die ordonnantie van kracht blijven in de mate dat dit nodig is om rekening te houden met de vervuiling van geloosd afvalwater voor de bepaling van de waterprijs en de saneringsdiensten.