125006 | 21.10.1997 Dec. betr. het natuurbehoud en het natuurlijk milieu [ Natuurbehoudsdecreet ]

Vlaams min. van Leefmilieu en Tewerkstelling,KELCHTERMANS Theo

B.S., 10.01.1998, V.168, (6), 599-614

Dit decreet wil een einde maken aan de teloorgang van de natuur in Vlaanderen. Twee belangrijke punten in het ontwerp zijn de voorkomingsplicht en het recht van de overheid van voorverkoop van gronden in afgebakende natuurgebieden. Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, worden de overtredingen van dit decreet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld onder meer door de leden van de rijkswacht, van de gemeentepolitie en van de landelijke politie. Binnen de grenzen van territoriale bevoegdheid, worden de overtredingen van dit decreet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten ook opgespoord en vastgesteld door de burgemeester, alsook de gemeentelijke ambtenaren die door de gemeenteraad met dit toezicht belast zijn.

Het decreet bepaalt dat het natuurbeleid zich op de volgende punten moet richten:

  • de bescherming, de ontwikkeling, het beheer en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu;
  • de handhaving en het herstel van de daartoe vereiste milieukwaliteit;
  • het scheppen van een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak, waarbij educatie en voorlichting van de bevolking inzake natuurbehoud worden gestimuleerd.
In hoofdstuk II stelt het decreet de officiƫle structuren inzake natuurbeleid vast: de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud en het Instituut voor Natuurbehoud.
Hoofdstuk III bepaalt de doelstellingen en planning van het natuurbeleid: de algemene doelstellingen, het natuurrapport en het natuurbeleidsplan.
In het vierde hoofdstuk worden de algemene maatregelen ter bevordering van het natuurbehoud besproken.
De Vlaamse regering kan alle nodige maatregelen nemen voor het natuurbehoud, ten behoeve van de bestaande natuur ongeacht de bestemming van het betrokken gebied, evenals voor de instandhouding van het natuurlijk milieu binnen de groen-, park-, buffer- en bosgebieden van de uitvoeringsplannen, van kracht in de ruimtelijke ordeningen.
Hoofdstuk V behandelt het gebiedsgericht beleid.
In een eerste afdeling wordt het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) besproken.
Het Vlaams Ecologisch Netwerk is een samenhangend en georganiseerd geheel, van gebieden van de open ruimte waarin een specifiek beleid inzake het natuurbehoud, gebaseerd op de kenmerken en elementen van het natuurlijk milieu, de onderlinge samenhang tussen de gebieden van de open ruimte en de aanwezige en potentiƫle natuurwaarden wordt gevoerd;
Het VEN omvat de volgende onderdelen:
  • Grote Eenheden Natuur (GEN);
  • Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO);

Voor de afbakening in een GEN of GENO, stelt de Vlaamse regering een afbakeningsplan op. De gemeenten worden hier nauw bij betrokken door hun advies over het ontwerpplan dat wordt gevraagd. Het definitief vastgestelde plan wordt in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Afdeling 2 omschrijft het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON).
Het IVON is een geheel van gebieden waarin de administratieve overheid zorg draagt voor het behoud van de aanwezige natuurwaarden, maatregelen neemt ter bevordering en versterking van die natuurwaarden, alsook stimulerende maatregelen neemt ter bevordering van de biologische diversiteit.
Het IVON omvat de volgende onderdelen:
  • natuurverwervingsgebieden;
  • natuurverbindingsgebieden.