215192 | 17.11.2006 BVR inzake de minimale weguitrusting
Vlaams Min. van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, VAN MECHELEN Dirk

BS 2006-12-15, (2e uitg.)

Dit besluit legt vast in welke gevallen van het principe van de 'minimale weguitrusting' kan worden afgeweken. Op een stuk grond gelegen aan een weg die, gelet op de plaatselijke toestand, onvoldoende is uitgerust, kan normaliter immers geen stedenbouwkundige vergunning afgegeven worden. Ongeacht de plaatselijke toestand, wordt als minimale uitrusting beschouwd: 'een met duurzame materialen verharde weg, voorzien van een elektriciteitsnet'. Hierop worden nu dus een aantal afwijkingen voorzien.

nvdr: De Vlaamse Regering wordt belast met de coö rdinatie van de bepalingen van het decreet 18.05.1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO) (doc. nr. 152627). De coö rdinatie krijgt het opschrift 'Vlaamse codex ruimtelijke ordening' en treedt in werking op 01.09.2009 (zie doc. nr. 240386).
Voor de concordantietabel klik hier
Voor de lijst met de niet in de Codex opgenomen, voorbijgestreefde bepalingen: klik hier.

Er kan in het geval van individuele aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning worden afgeweken van de eisen inzake minimale weguitrusting behoudens voor het elektriciteitsnet, voor het bouwen van een woning, als aan al de volgende voorwaarden voldaan is:

  • de woning komt te liggen in een gebied dat bestemd is voor woningbouw, met uitzondering van woonuitbreidingsgebied voor zover dit gebied op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit deze bestemming heeft;
  • de woning komt te liggen in een gebouwengroep;
  • de woning ligt aan een openbare weg waar sinds 22.04.1962 minstens vijf vergunningen zijn verleend voor het bouwen, waarmee bedoeld wordt de nieuwbouw of herbouw van verschillende woningen. Een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kan gebiedsgericht voorzien in afwijkingen van het aantal verleende vergunningen;
  • de grond waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, ligt niet in een overstromingsgebied, aangeduid met toepassing van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.

 

 link