228046 | 31.01.2008 V. nr. 338 (Vl. P.): Rioleringsprojecten - Wachtlijst
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, CREVITS Hilde
DE COCK Dirk

V. en A., Vl.P., april 2008,2007-2008, (7), 767-768

Door de gemeenten kunnen, voor de aanleg van de openbare rioleringen subsidies aanvragen. Er wordt een plafondsubsidiebedrag vastgelegd op het moment dat het voorontwerpdossier door de ambtelijke commissie technisch wordt goedgekeurd. Indien de gemeenten de goedgekeurde projecten binnen een normale tijdspanne verder zetten, zijn de gewijzigde reglementeringen niet van invloed. Een financiële correctie is dan ook niet aan de orde.

Door de gewijzigde wetgeving werden in de loop der jaren als voorwaarde voor de subsidiëring, welke sinds 1996 grotendeels volgens dezelfde procedure verloopt, bijkomende eisen opgelegd. Door de verplichting tot het aanleggen van een gescheiden rioleringstelsel werden de rioleringsprojecten inderdaad duurder. Het is binnen de procedure daarom ook voorzien dat het subsidiebedrag wordt vastgelegd op basis van een goedgekeurd voorontwerpdossier waarbij het project reeds technisch is ontworpen zodat een controle op de aanvaardbaarheid van de raming mogelijk is. Het is niet helemaal correct te stellen dat de gemeenten de meerkosten dienen te dragen die als gevolg van de gewijzigde reglementering van toepassing worden op hun dossiers. Deze meerkosten worden immers ook gesubsidieerd (hoger subsidiepercentage). Het is wel zo dat indien de gemeenten hun projecten, na goedkeuring door de ambtelijke commissie en vastlegging van het geplaffoneerd subsidiebedrag, niet verder zetten en enige jaren wachten met de uitvoering ervan, kunnen gevat zijn door de gewijzigde reglementering en dan zelf moeten instaan voor de hogere kostprijzen. Dit kan echter niet worden ondervangen en zal zich niet voordoen mochten de gemeenten de goedgekeurde projecten binnen een normaal verloop in de tijd uitvoeren.

nvdr: Het BVR 01.02.2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening wordt op 16.06.2017 opgeheven door het BVR 05.05.2017 betreffende de subsidiëring van de werken, vermeld in art. 32duodecies van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (zie doc. nr. 311224).