248117 | 09.07.2010 Dec. houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010 - Leefmilieu - Oppervlaktewateren (art. 56 - 57 - 58)
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris
et al.

BS 2010-07-28

De art. 56 tot 58 strekken ertoe de Oppervlaktewaterenwet van 26.03.1971 en het Grondwaterdecreet van 24.01.1984 af te stemmen op de gewijzigde federale regeling in verband met de subsidiaire aanslag en deze procedure eenvormig te maken met de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.

In art. 35quinquies decies van de wet 26.03.1971 worden par. 4 en par. 5 opgeheven. In art. 35septies decies van dezelfde wet wordt par. 1 vervangen.
Op die manier wordt duidelijk dat de gewijzigde procedure voor de subsidiaire aanslag van het WIB van toepassing is op de milieuheffingen.

Aan art. 32septies, par. 2, eerste lid, van dezelfde wet worden een punt 5° en een punt 6° toegevoegd.
De voorgestelde toevoegingen zijn noodzakelijk naar aanleiding van het verkopen van RWZI's van de VMM aan Aquafin. Het puntje 5° zorgt ervoor dat wat op de aangekochte gronden verder geëxploiteerd wordt als rioolwaterzuiveringsinstallatie en de daartoe noodzakelijke investeringen en de financiering van investeringen zoals opgenomen in het technisch plan, door het Vlaamse Gewest kan gefinancierd worden in uitvoering van de beheersovereenkomst. Het puntje 6° zorgt ervoor dat deze aankopen door de Vlaamse overheid gefinancierd kunnen worden.