250011 | 22.06.2010 Mond. V. (Vl.P.): Afwaterende grachten niet in eigendom van de overheid
KEULEN Marino
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

V. en A., Vl.P., (Handelingen C266-LEE40), 22.06.2010,2009-2010,10-13

Het lozen van huishoudelijk afvalwater via een gracht die in verbinding staat met het openbaar hydrografisch netwerk, moet voldoen aan de toepasselijke milieuvoorwaarden zoals vastgesteld in Vlarem II. Het lozen van ongezuiverd afvalwater is in deze context geen wettelijk aanvaardbaar uitgangspunt. Als vuistregel geldt dat het lozen van huishoudelijk afvalwater in de gewone oppervlaktewateren of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater, zoals een gracht, verboden is wanneer de openbare weg van openbare riolering is voorzien.

Ook voor afvalwater van bedrijven die onderworpen zijn aan de meldingsplicht of de vergunningsplicht, gelden strikte regels voor de plaats van de lozing en de kwaliteit van het afvalwater. In principe loost men geen ongezuiverd afvalwater in een gracht die in een oppervlaktewater uitmondt. Indien men wil lozen op oppervlaktewater, al dan niet via een gracht, dan moet de kwaliteit van het te lozen water aan strikte voorwaarden beantwoorden.

Als het om een privégracht gaat, dan zijn het de eigenaars van de gracht die kunnen beslissen om in te buizen. Om dat wettig te kunnen uitvoeren, moeten ze beschikken over een stedenbouwkundige vergunning. Er zijn echter situaties waarbij gemeenten, polders of wateringen het beheer over die private grachten hebben overgenomen. Zo beheert een gemeente de baangrachten die behoren bij het openbaar domein van de weg evenals de onbevaarbare waterlopen van derde categorie buiten een polder of watering, maar ook private grachten waarover zij een historische erfdienstbaarheid van onderhoud uitoefent. Dat is nog een aparte categorie.

De minister wil ook aangeven dat als de betrokken gracht een baangracht is, de gemeente via het samenwerkingsakkoord met het Vlaamse Gewest gevraagd werd een stedenbouwkundige verordening uit te vaardigen met een toetsingskader voor het overwelven van baangrachten. Een model daarvoor is terug te vinden op de site van het Waterloket Vlaanderen, http://www.waterloketvlaanderen.be . U vindt er een specifiek document over de overwelving van baangrachten.

Privégrachten moeten worden onderhouden door hun eigenaars of door de personen die op basis van een pachtovereenkomst of een huurovereenkomst, gebruik maken van de grond waarbij de gracht hoort. Men moet de gracht onderhouden als een goede huisvader. Dit betekent dat men ruimt als het nodig is.

Als men van oordeel is dat de gemeente, de watering of de polder het beheer van de grachten niet naar behoren waarneemt, waardoor schade ontstaat, dan moet men zich op basis van het burgerlijk recht en andere wetgeving richten tot de bevoegde instanties, namelijk hoven en rechtbanken, om schadevergoeding te eisen, herstel in natura of dergelijke meer. Er zijn heel wat mogelijkheden, ook een dwangsom bijvoorbeeld. Dat is ook al gebeurd. Dat zijn de bekende instrumenten om onwillige partijen tot actie aan te zetten.