264258 | 23.12.2011 BVR wijz. BVR 06.02.1991 houdende de vaststelling van het Vlaams reglement betr. de milieuvergunning en van het BVR 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzakemilieuhygiëne, wat betreft de actualisatie van voormelde besluiten aan de evolutie van de techniek
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

BS 2012-03-21, (2e uitg.)

De titel I en titel II van het VLAREM en de bijlagen worden aangepast om de reglementering inhoudelijk te actualiseren in het licht van de technologische evolutie, om de huidige bestaande administratieve procedures te vereenvoudigen en een oplossing te bieden aan actuele problemen, zoals de regeling voor windturbines en aardgastankstations.

Wijzigingen van titel I van het Vlarem I

Art. 1: aanpassing van de definitie 'huishoudelijk afvalwater' door de afvalwaterstromen van verzorgingsinstellingen toe te voegen. De nieuwe begrippen (punten 53° tot 63°) worden gedefinieëerd: 'dierenbegraafplaats', 'gezelschapsdieren', 'collectief begraven van krengen van gezelschapsdieren', 'hogedrempel-Seveso-inrichting', 'hippotherapie', 'veiligheidsnota', 'Verordening Dierlijke Bijproducten (EG) nr. 1069/2009 en Verordening (EG) nr. 142/2011'.
De wijziging van art. 6quater betreft de procedure voor de mededeling van een kleine verandering in een hogedrempel-Seveso-inrichting, ofwel van de hoeveelheid of de fysische vorm van de gevaarlijke stoffen, ofwel van de processen of de installaties waarbij gevaarlijke stoffen worden gebruikt.
De wijziging van art. 21 bepaalt de inhoud van het advies van de afdeling, bevoegd voor veiligheidsrapportering.
In art. 30, par. 6, derde lid, wordt het artikelnummer 36, 4°, b) vervangen door het artikelnummer 36, 5°, b).
In art. 4, 6, 20, 22, 23, 35, 38, 40, 45, 50, 53bis en 57quater worden de woorden 'bestendige deputatie van de provincieraad', de woorden 'bestendige deputatie' en de woorden 'Bestendige Deputatie van de provincie' telkens vervangen door het woord 'deputatie'. De bepalingen van het decreet 18.05.1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (DRO) die in Vlarem worden vermeld worden vervangen door de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening 15.05.2009 (VCRO).
Een hoofdstuk XIVter wordt ingevoegd, dat luidt als volgt: 'Hoofdstuk XIVter. - Gebruik van elektronische middelen voor gegevensuitwisseling'. Op het grondgebied van gemeenten en provincies die dit toelaten, kunnen de volgende gegevensuitwisselingen geldig via elektronische middelen worden uitgevoerd:

  • de melding opgelegd voor de uitbating of de verandering van een inrichting van klasse 3;
  • het indienen van de milieuvergunningsaanvraag (voor de uitbating of de verandering van de eerste of de tweede klasse) tenzij het een samengevoegde aanvraag is;
  • het meedelen van de kleine verandering van een vergunde inrichting van klasse 1 of 2;
  • het melden van een overname van een vergunde inrichting (nieuw art. 57decies).
De elektronische gegevensuitwisselingen worden, op straffe van onontvankelijkheid, ingediend via het elektronische milieuvergunningenloket van de Vlaamse overheid, verder genoemd het 'eMILmilieuvergunningenloket'. Er is toegang tot het eMIL-milieuvergunningenloket via een webpagina van de Vlaamse overheid of via een webpagina van de gemeente of van de provincie. Als de gegevensuitwisseling via elektronische middelen heeft plaatsgevonden overeenkomstig art. 57decies, kan de burgemeester of de door haar daartoe gemachtigde ambtenaar voldoen aan de verplichting tot het versturen van exemplaren van het milieuvergunningsaanvraagdossier via elektronische weg. In de gevallen, vermeld in art. 57decies, kan de verdere kennisgeving van de aanvraag, de melding en de mededeling aan de adviesverlenende overheden en aan de gemeente voor het openbaar onderzoek geldig gebeuren door middel van elektronische middelen.
De gemeenten en provincies die de elektronische gegevensuitwisseling willen toelaten, brengen minimaal 30 dagen voor het invoeren van de mogelijkheid tot elektronisch indienen de afdeling, bevoegd voor milieuvergunningen op de hoogte van die beslissing.
Art. 71 actualiseert overgangsbepalingen. De vergunningen voor de exploitatie, de lozing van afvalwaters, de verwerking van afvalstoffen of voor de bescherming van grondwater, verleend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven geldig voor de in het vergunningsbesluit bepaalde vergunningstermijn, tenzij deze vergunningstermijn verstrijkt na 01.09.2016. In dat laatste geval en bij onbeperkte vergunningstermijn vervallen deze vergunningen uiterlijk 01.09.2016.

nvdr: het BVE 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I) is op 23.02.2017 opgeheven door het Omgevingsvergunningsbesluit (zie doc. nr. 284014).

De bijlagen 1, 3.A., 3.C, 4.A, 4.B, 8, 8bis, 10, 10bis van titel 1 van het Vlarem worden gewijzigd. Bijlage 11 tot en met 14 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Wijzigingen van titel II van het Vlarem

In art. 1.1.2 worden de volgende definities aangepast: 'gassen', 'ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen', 'geluid', 'minerale producten', 'ontspanningsinrichtingen (hoofdstuk 5.32.)', 'Zwembaden (afdeling 5.32.9.)', 'oppervlaktewater- en grondwaterbescherming', 'IntegraalWaterbeleid', 'Algemeen'. Een definitie van' windturbines' wordt toegevoegd.
In art. 2.3.6.3, par. 3, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: De Vlaamse minister kan op voorstel van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid, vermeld in art. 25 van het decreet 18.07.2003 betreffende het Integraal Waterbeleid, een Code van goede praktijk vaststellen voor het ontwerp en de aanleg van de openbare riolering.
Art. 3.1.1, 3.2.1.1, 3.2.2.1, 3.2.2.2 betreffende de toepassingsgebied van en overgangsbepalingen voor milieuvoorwaarden voor de ingedeelde inrichtingen en het opleggen van bijzondere milieuvoorwaarden worden gewijzigd.
Art. 4.1.9.1.3, par. 1, 2°, 4.1.9.2.1, 4.1.9.2.2, 4.1.9.2.3 , 4.2.1.1, en 4.2.1.2 betreffende de bedrijfsinterne milieuzorg worden aangepast.
Het hoofdstuk over de beheersing van oppervlaktewaterverontreiniging wordt gewijzigd: de subafdeling 4.2.2.2, die bestaat uit art. 4.2.2.2.1 en art. 4.2.2.2.2, wordt opgeheven. Het opschrift van subafdeling 4.2.2.3 wordt vervangen door wat volgt: 'Lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat, in de openbare riolering'. Art. 4.2.2.3.1, 4.2.5.1.2, 4.2.5.4.1 en 4.2.6.1 en 4.2.8 worden gewijzigd. Art. 4.2.7 wordt opgeheven.
De volgende hoofdstukken betreffende de sectoren milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen worden gewijzigd: inrichtingen voor de verwerking van afvalstoffen, het lozen van afvalwater en koelwater, bedekkingsmiddelen (verven, vernissen, inkten, ..), biociden, chemicalien, dieren, garages, parkeerplaatsen, gassen, opslag van gevaarlijke producten, hout, industriële inrichtingen die luchtverontreiniging kunnen veroorzaken, minerale meststoffen, metalen, bouwmaterialen, ontspassningsinrichtingen en schietstanden, papier, voedingsnijverheid, ziekenhuizen, winning van grondwater en boringen.
Het deel over de milieuvoorwqarden voor niet-ingedeelde inrichtingen wordt gewijzigd.
Tenslotte worden de bijlagen aangepast.

De volgende besluiten worden gewijzigd:

  • BVR 12.12.2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (bijlage);
  • BVR 15.12. 2006 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval (art. 8).