276715 | v.z.w. Milieufront Omer Wattez / Vlaamse Gewest

R.v.St., 17 januari 2013, 7e K., nr. 222102

In de watertoets (toegepast in het kader van de beoordeling van een milieuvergunningsaanvraag van een afvalverwerkend bedrijf) moet concreet worden beoordeeld wat het schadelijke effect kan zijn bij een overstroming en of dat mogelijke schadelijk effect kan worden voorkomen of beperkt door het opleggen van bijkomende voorwaarden. De beslissing van de Vlaamse overheid bevat geen dergelijke beoordeling en geen van de opgelegde bijzondere vergunningsvoorwaarden is overigens specifiek gericht op het voorkomen of beperken van mogelijke schadelijke effecten in geval van overstroming. Daarom wordt het besluit vernietigd.

In de beslissing wordt overwogen dat gelet op de aard van de aangevraagde activiteiten en mits naleving van de opgelegde voorwaarden er geen schadelijke effecten verwacht worden op het watersysteem en derhalve niet dat er a priori geen schadelijke effecten zullen zijn in de zin van art. 3, par. 1, lid 2, van het BVR 20.07.2006. De watertoets diende bijgevolg te geschieden volgens het beoordelingsschema van bijlage II bij dat besluit.

De omstandigheid dat het advies over het effect van het gewijzigde overstromingsregime een aanbeveling en geen verplichting is, belet niet dat het mogelijk gewijzigde overstromingsregime deel diende uit te maken van de watertoets en de beslissing een beoordeling dienaangaande diende te bevatten.