279351 | 28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (art. 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

BS 2014-03-25, (2e uitg.)

Heel wat grachten spelen in de lokale waterhuishouding een verdergaande rol dan een louter plaatselijke, zonder dat het evenwel aangewezen is om deze grachten in te delen bij de onbevaarbare waterlopen. De overname van het beheer van een gracht door de gemeente biedt dan een oplossing. Verder wordt nog voorzien in een afstemming op de nieuwe regeling voor onvergunde lozingen, in het rechtzetten van een onnauwkeurigheid, in het vervangen van een foutieve verwijzing naar VLAREM I door VLAREL, in het efficiƫntere innen van de heffingen en in een rechtzetting inzake de handhaving van de Oppervlaktewaterenwet.

Deze overgenomen grachten krijgen het statuut van een gracht van openbaar belang. Het gaat om grachten in beheer van de gemeente waarbij structureel beheer noodzakelijk is om wateroverlast te vermijden, grachten die dienen voor de opvang en/of afvoer van hemelwater afkomstig van een gescheiden stelsel, grachten die dienen voor de opvang en/of afvoer van overstortwater. Met als doel een goed beheer mogelijk te maken kan de gemeente erfdienstbaarheden opleggen. Er wordt ook voorzien dat de gemeente ook erfdienstbaarheden kan opleggen voor andere grachten die ze in beheer heeft. Hiertoe wordt een nieuw hoofdstuk IIter 'Grachten' ingevoegd in de Oppervlaktewaterenwet. Dit nieuwe hoofdstuk omvat het nieuwe art. 32quaterdecies.

Art. 35ter, par. 4, van de Oppervlaktewaterenwet wordt afgestemd op de nieuwe regeling voor onvergunde lozingen opgenomen in art. 35ter, par. 10. Bij vaststelling van onvergunde lozingen voorziet art. 35ter, par. 10, een opsplitsing van de berekening van de vuilvracht in een vergund en niet vergund gedeelte.

In de tekst van de art. 35quinquies, par. 1, en art. 35septies is een onnauwkeurigheid aan het licht gekomen die moet worden rechtgezet. Rioollozende bedrijven met complementair afvalwater krijgen een korting die berekend wordt op basis van Qdv en de BZV-concentratie.

In art. 35sexies, par. 4, van dezelfde wet wordt de foutieve verwijzing naar VLAREM I vervangen door een verwijzing naar VLAREL dat de erkenning voor de milieulaboratoria regelt.

In de praktijk ontvangt de heffingsadministratie heel wat aanvragen voor wijzigingen van het heffingsbiljet op naam van een persoon die niet in het kohier staat. Bij gebrek aan wettelijke grondslag biedt het huidige art. 35terdecies niet de mogelijkheid deze aanvragen in te willigen. Om op de veelvuldige aanvragen gepast te kunnen reageren, wordt aan art. 35terdecies een nieuwe par. 8 toegevoegd. Volgens de nieuwe par. 8 moet de heffingsadministratie aan de aanvrager eveneens een nieuw heffingsbiljet op zijn naam uitreiken.

Het huidige artikel 35vicies, par. 1, houdt geen rekening met de herindeling van de sector 45. Om te verhinderen dat de foutieve verwijzing negatieve gevolgen zou hebben voor de heffingsplichtigen die onder de betreffende sector ressorteren, wordt de tekst van art35vicies, par. 1, verbeterd.

De Oppervlaktewaterenwet bevat een aantal controle- en strafbepalingen die niet verenigbaar zijn met art. 41 van deze wet en het DABM. De art. 37 en 38 verlenen de in art. 36 aangewezen ambtenaren toezichtsbevoegdheden. Art. 36 is evenwel opgeheven door het milieuvergunningendecreet. Bovendien kan de directeur van de waterzuiveringsmaatschappij overeenkomstig art. 40 bij gevaar voor ernstige waterverontreiniging dringende maatregelen nemen, terwijl in Vlaanderen geen waterzuiveringsmaatschappij meer bestaat. Deze bepalingen kunnen niet van kracht blijven in het Vlaamse gewest en worden daarom opgeheven.

De huidige handhavingsbepaling in art. 41 van de Oppervlaktewaterenwet is onduidelijk waardoor er twijfel kan ontstaan over de juiste draagwijdte ervan. Par. 1 bepaalt dat de volledige Oppervlaktewaterenwet, met inbegrip van het hoofdstuk heffingen, onder het toepassingsgebied van het DABM valt terwijl in par. 2 het hoofdstuk heffingen uitgesloten wordt. Dit artikel wordt volledig vervangen.