306756 | x / Vlaamse Gewest
MHHC, 3 maart 2016, 4e K., nr. MHHC/M/1516/0065

Een bedrijf is zelf verantwoordelijk voor de goede naleving van de milieuvoorwaarden overeenkomstig art. 22 van het Milieuvergunningsdecreet. Onwetendheid omtrent de strafbaarheid is geen grond om zijn schuld uit te sluiten. Dat het bedrijf vrijwillig meewerkt aan het verwijderen van de gevolgen van een milieumisdrijf sluit niet uit dat er alsnog een bestuurlijke geldboete opgelegd kan worden.

Een bedrijf heeft jarenlang bedrijfsafvalwater geloosd in een gracht. De onwetendheid van deze partij van het feit dat het om een milieumisdrijf ging, doet geen afbreuk aan de strafbaarheid ervan. De exploitant van een bedrijf is zelf verantwoordelijk en verplicht, op grond van art. 22 van het Milieuvergunningsdecreet, om de milieuvoorwaarden na te leven. Wat betekent dat hij als goed huisvader had moeten weten dat er zich mogelijkerwijze nog vloeibaar materiaal in de wagens kon bevinden en hierdoor de nodige voorzorgen had moeten nemen.

Dat het bedrijf vrijwillig de bestuurlijke maatregelen uitvoerde en zelf initiatief nam om gelijkaardige misdrijven in de toekomst te vermijden doet in beginsel geen afbreuk aan de mogelijkheid om alsnog een bestuurlijke geldboete op te leggen voor de vastgestelde milieumisdrijven. Een alternatieve bestuurlijke bestuurlijke geldboete betreft overeenkomstig de art. 16.4.25 en 16.4.27 DABM een sanctie waarbij de gewestelijke entiteit een overtreder verplicht om een geldsom te betalen wegens het plegen van een milieumisdrijf. De mogelijkheid om deze boete op voorwaardelijke wijze op te leggen bestaat niet.