314629 | 29.06.2017 V. nr. 736 (Vl. P.): Recreatieverbod zwemvijvers - Afstemming communicatie
DURNEZ Jan
Vlaams Min. van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, VANDEURZEN Jo *

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2016-2017|www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 05.10.2017

Tijdens het badseizoen wordt de waterkwaliteit van alle zwem- en recreatiewateren systematisch opgevolgd. Als de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) vaststelt dat er potentieel toxische cyanobacteriën aanwezig zijn in het water, adviseert het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (VAZG) de bevoegde burgemeester om een zwem- of recreatieverbod in te stellen.

In samenwerking met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) worden de wateren, die aangeduid zijn als zwem- of recreatiewater, routinematig bemonsterd en geanalyseerd op indicatorparameters voor fecale verontreiniging: E. coli (EC) en intestinale Enterococcen (IE).

Deze parameters geven inzicht in de risico’s die een zwemmer loopt op maag/darm klachten (gastro-enteritis) en het risico dat er ook andere ziekteverwekkende micro-organismen in het water aanwezig kunnen zijn.

Indien een mogelijke proliferatie van cyanobacteriën wordt vastgesteld zal de VMM een monstername voor microscopisch onderzoek uitvoeren. Als blijkt dat het gaat over potentieel toxische cyanobacteriën wordt het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) hiervan op de hoogte gebracht. Omdat er ernstige gezondheidsrisico's zijn bij contact met de drijflaag of bij de inname van water waarin toxines (microcystines) - die vrijgezet worden bij het afsterven van de cyanobacteriën - aanwezig zijn, adviseert het VAZG de bevoegde burgemeester om een zwem- of recreatieverbod in te stellen. Als de drijflaag volledig verdwenen is voert de VMM zo spoedig mogelijk een monstername voor de bepaling van microcystines uit. Het AZG adviseert de bevoegde burgemeester om het zwemverbod op te heffen van zodra zij op de hoogte wordt gebracht dat de drijflaag cyanobacteriën uit de volledige vijver verdwenen is en uit analyses blijkt dat het gehalte microcystines onder de gezondheidskundige richtwaarde van 20 µg/l (microgram per liter) ligt.