319391 | 22.12.2017 V. nr. 202 (Vl. P.): Natuurgebieden - Effectieve bescherming
MEULEMAN Elisabeth
Vlaams Min. van Omgeving, Natuur en Landbouw, SCHAUVLIEGE Joke *

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2017-2018|www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 22.02.2018

De minister verduidelijkt op welke manier natuurgebieden worden beschermd tegen de hinder van veeteeltbedrijven of mestopslag. Enerzijds zijn er de VLAREM-afstandregels, anderzijds is er ook de praktijk inzake passende beoordeling, het bufferbeheer rond waterlopen, een uitrijregeling voor mest, en lokale gebiedsgerichte projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van beheersovereenkomsten.

Wat de bescherming van natuurgebieden tegen de hinder van veeteeltbedrijven of mestopslag betreft, zijn er vooreerst de VLAREM (II)-afstandsregels. Deze zijn gekoppeld aan de ruimtelijke bestemmingen, maar dit betekent niet dat de bescherming van natuur alleen afhangt van deze afstandsregels.

Er zijn tal van andere beschermingsmaatregelen, waaronder:

  • De praktijk inzake passende beoordeling en verscherpte natuurtoets om de impact van initiatieven op Europees en Vlaams te beschermen habitats te beoordelen, gaat uit van een effectinschatting. Vertrekkende van de aard en de ligging van de mogelijke verstoring wordt gekeken hoe ver die verstoring of verontreiniging potentieel reikt en of die impact al dan niet betekenisvol is. Hierdoor wordt bescherming op maat in functie van de specifieke lokale karakteristieken gegarandeerd;
  • Er is bufferbeheer rond waterlopen:
    • bij het opslaan van vaste dierlijke mest of andere meststoffen op landbouwgronden geldt er een afstand van minstens 10 meter tot de perceelgrens en het oppervlaktewater. Bij regen voorkomt dit afvloei buiten de landbouwpercelen.
    • Het is verboden om dierlijke mest, andere meststoffen of kunstmest te spreiden op drassig, overstroomd, bevroren of besneeuwd land en tot 5 m landinwaarts vanaf de bovenste rand van een waterloop van eerste, tweede en derde categorie. Die afstand bedraagt 10 meter vanaf de bovenste rand van het talud van een waterloop die gelegen is in het Vlaams Ecologisch Netwerk of als de waterloop grenst aan een helling.
  • De uitrijregeling voor mest is ook temporeel gedifferentieerd (in bepaalde periodes mag geen mest worden uitgereden).
  • Via gebiedsgerichte projecten worden lokaal inspanningen geleverd om op basis van overleg en vrijwilligheid mogelijke hinder voor en tot in natuurgebieden te beperken. Gerichte inzet van beheersovereenkomsten draagt hiertoe bij.