320648 | 09.03.2018 BVR wijz. diverse besluiten naar aanleiding van het dec. 15.07.2016 betr. het integraal handelsvestigingsbeleid en het dec. 08.12.2017 houdende diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving
Vlaams Min. van Werk, Economie, Innovatie en Sport, MUYTERS Philippe *
Vlaams Min. van Omgeving, Natuur en Landbouw, SCHAUVLIEGE Joke *

BS 2018-04-24

Naar aanleiding van het decreet over het integraal handelsvestigingsbeleid en het decreet met diverse bepalingen rond ruimtelijke ordening, milieu en omgeving ('Codextrein'), regelt dit besluit de integratie van de vergunning voor kleinhandelsactiviteiten en de vergunning voor vegetatiewijzigingen in de procedure voor de omgevingsvergunning. Het werkt ook de bevoegdheid uit van de gewestelijke omgevingsambtenaar om te beslissen in beroep en de figuur van de provinciale omgevingsambtenaar. Verder verduidelijkt het de lijst van provinciale projecten en de lijst van Vlaamse projecten (waaronder de bevoegdheid voor gasvervoersleidingen) en voert het een aantal technische aanpassingen uit.

Met het decreet 15.07.2016 werd de procedure voor het bekomen van een socio-economische vergunning geïntegreerd in de omgevingsvergunningenprocedure. Hierdoor is er geen sprake meer van aparte vergunningsprocedures in het geval een handelsvestiging onder de verschillende wetgevingen valt. Het aanvragen en beoordelen van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten verloopt dan ook via de procedures, opgenomen in het Omgevingsvergunningendecreet.

Het huidig besluit past in dat kader het Omgevingsvergunningenbesluit aan om rekening te kunnen houden met de doorgevoerde integratie van de vergunning voor kleinhandelsactiviteiten in de omgevingsvergunning. Naast de socio-economisch vergunning/omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten, werd bij het decreet 08.12.2017 ('Codextrein') ook de vergunning voor het wijzigen van vegetaties of kleine landschapselementen geïntegreerd in de omgevingsvergunningenprocedure. Dit besluit geeft tevens verdere uitwerking aan deze integratie.

De vergunning voor het wijzigen van vegetaties of kleine landschapeselementen zal aldus voortaan de procedure van de omgevingsvergunning volgen. De bevoegde overheid kan een vergunning verlenen of weigeren of kan voorwaarden verbinden aan de uitvoering van het wijzigen van de vegetatie of het geheel of gedeeltelijk wijzigen van kleine landschapselementen of de vegetatie ervan. Alle projecten die uitsluitend betrekking hebben op vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie vallen onder het toepassingsgebied van de vereenvoudigde procedure, met andere woorden, er wordt geen openbaar onderzoek meer voorzien.

Het Omgevingsvergunningenbesluit bevat in art. 59 de regeling rond de aanplakking van de affiche. De aanplakking gebeurt op de plaats waar het voorwerp van de vergunningsaanvraag uitgevoerd zal worden, niet langer op de plaatsen voorbehouden voor de officiële berichten. Wel zal er een publicatie gebeuren op de website van de gemeente op een voor bekendmakingen geëigende en opvallende plaats. De bepaling dat een afschrift van de beslissing bezorgd wordt aan elke belanghebbende die hierom vraagt, wordt opgeheven.

Het Omgevingsvergunningendecreet voorzag de figuur van gewestelijke en gemeentelijke omgevingsambtenaar. Deze ambtenaren moeten voldoende kennis van zowel de ruimtelijke ordening als het milieu in zich verenigen. De figuur van de provinciale omgevingsambtenaar werd hieraan toegevoegd door de 'Codextrein'. Ook deze ambtenaren moeten over een bepaalde graad van expertise beschikken. Daarnaast kunnen een aantal taken, die initieel in het Omgevingsvergunningenbesluit toegewezen waren aan een door de deputatie gemachtigde persoon nu toegewezen worden aan deze provinciale omgevingsambtenaar.

Dit besluit verduidelijkt dat aanvragen met betrekking tot infrastructuur met openbaar karakter om vloeibare stoffen en gassen via een pijpleiding te vervoeren, met uitzondering van leidingen voor hemelwater, oppervlaktewater, afvalwater en water en met uitzondering van leidingen die tot het lokale openbare distributienet behoren, behoren tot de lijst van Vlaamse projecten. Ter verduidelijking van de provinciale projecten, wordt voorzien dat aanvragen voor bruggen en tunnels ook de bevoegdheidsregels volgen van de weg waarover/waaronder zij voorzien zijn.

Ten gevolge van de integratie van de vergunning voor kleinhandelsactiviteiten en de vergunning voor vegetatiewijzigingen in de procedure voor de omgevingsvergunning worden ook het aanvraagformulier en de in het formulier aangewezen addenda uit de addenda-bibliotheek aangepast.

De volgende besluiten worden gewijzigd:

  • BVR 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II) (wijziging art. 1.2.2.3 en bijlage 1 en 4.4.2) ;
  • BVR 23.07.1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (wijziging van art. 9 tot 15, (opgeheven) 16 tot en met 19);
  • BVR 03.06.2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie (wijziging van art. 29);
  • BVR 10.07.2008 houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak, de actualisering en de financiering van het register van de onbebouwde percelen (wijziging van art. 17);
  • BVR 16.05.2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (wijziging van art. 23);
  • BVR 13.02.2015 tot aanwijzing van de Vlaamse en provinciale projecten ter uitvoering van het decreet 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning (wijziging van bijlage 1 en 2);
  • BVR 27.11.2015 tot uitvoering van het decreet 25.04.2014 betreffende de omgevingsvergunning (wijziging art. 2,8, 10, 11, 13, 14, 15, 23, 24, (nieuw) art. 28/1, 30, 31, 32, 33, 37, (nieuw) 38/1, (nieuw) 38/2, (nieuw) 38/3 en (nieuw) 38/4, 39, 40, 41, 42, 46, 48, 62, 63, 66, 67, 70, 73, 75, 76, 77, 81, 82, 83, 89, 90, 91, 97, 140, (nieuw) 140/1, 141, 142, (nieuw) 142/1, (nieuw) 142/2, 153, (nieuw) 153/1, 156, 159. Bijlage 1, 3, 4, 6, 7 worden vervangen door de bijlagen bij dit besluit. Bijlage 2 wordt gewijzigd).

Dit besluit bevat in bijlage:

  • bijlage 1: Aanvraag van een omgevingsverguuning voor stedenbouwkundige handelingen, de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, kleinhandelsactiviteiten, vegetatiewijzigingen;
  • bijlage 2: Addendum B17 Verbouwen van gevels en daken en inwendige renovatiewerken/ Addendum B18 bijgebouwen / Addendum B19 Niet-overdekte lage constructies bij een gebouw / Addendum B 20 Vellen van bomen en terreinaanlegwerken / Addendum B25 Verordening Hemelwater / Addendum B 25a Verordening hemelwater: stedenbouwkundige handelingen/ Addendum B25b Verordening Hemelwater: verkavelen van gronden / Addendum B26 Verantwoordingsnota / Addendum B28a Algemene verkavelingsvoorschriften / Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften / Addendum B28c Bijstelling van algemene verkavelingsvoorschriften / Addendum B 28d Bijstelling van specifieke verkavelingsvoorschriften / Addendum B28.X Plannen en documenten voor de verkaveling of de bijstelling ervan / Addendum B30 Sloopinventaris of sloopopvolgingsplan / Addendum B41 Wegenwerken bij verkavelen / Addendum C4D Inrichtingen of activiteiten - overdracht / Addemdum C8A Specifieke plannen voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten / Addendum C8B Uitvoeringsplan voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten die louter als klasse 3 zijn ingedeeld / Addendum E1ter Mobiliteitstoets detailhandel / Addendum E3 Effecten op het watersysteem / Addendum R3B Lozing van bedrijfsafvalwater / Addendum R53 Grondwaterwinning / Addendum RH Hydrogeologische studie / Addendum V1 Vegetatiewijzigingen / Addendum W1 Kleinhandelsactiviteiten);
  • bijlage 3: Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden;
  • bijlage 4: Melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit;
  • bijlage 5: Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bijstellen van een verkaveling;
  • bijlage 6: Melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitaitie van een ingedeeld inrichting of activiteit.

De volgende besluiten worden opgeheven:

  • KB 22.02.2005 tot verduidelijking van de criteria waarmede rekening moet worden gehouden bij het onderzoek van ontwerpen van handelsvestiging en de samenstelling van het sociaal-economisch dossier (doc. nr. 199944);
  • KB 22.02.2005 betreffende de wijze van voordracht en aanstelling van de leden van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (doc. nr. 199967);
  • KB 23.02.2005 betreffende de organisatie en werking van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie (doc. nr. 199971);
  • KB 01.03.2005 tot vaststelling van de nadere regels voor de bekendmaking van de vergunning van de handelsvestiging door aanplakking bedoeld bij art. 12 van de wet 13.08.2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen (doc. nr. 199974);
  • KB 01.03.2005 betreffende de voorafgaande verklaring bedoeld in art. 10, par. 1, van de wet 13.08.2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen (199972);
  • KB 12.04.2005 tot vaststelling van de organisatie, werking, vergoeding en incompatibiliteitsregels van het Interministerieel Comité voor de Distributie bedoeld bij art. 11, par. 1, van de wet 13.08.2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen;
  • MB 25.01.2007 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Interministerieel Comité voor de Distributie;
  • KB 17.03.2013 tot aanduiding van de leden van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie;
  • BVR 25.04.2014 betreffende de samenstelling en de werking van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie en van het Interministerieel Comité voor de Distributie;
  • BVR 26.06.2015 tot wijziging van het huishoudelijk reglement van het Interministerieel Comité voor de Distributie.

Dit besluit doet bepaalde artikelen in werking treden in:

  • het decreet van 8 december 2017 houdende diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving ('Codextrein') (art. 4, 5, 6, 1°, 7, 111, 2° en 3°, 112, 113, 1°, 114, 115, 118, 119, 120, 121, 3°, 121, 5°, 125 tot en met 128, 129, 2°, 129, 4°, 133, 1°, 135 tot en met 138, 142, 143, 147, 148, 149, 4°, 151, 2°);
  • het decreet 15.07.2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid (art. 11, 12, 13, 32 tot en met 51). Deze inwerkingtredingen hebben een wijziging aan art. 5.6.7 VCRO tot gevolg en de opheffing van de wet 13.08.2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen (doc. nr. 197250) met ingang van 01.08.2018.