81253 | 24.12.1993 Wet overheidsopdr. art. 4 - De overheidsopdrachten - Overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten - Toepassingsgebied en algemene bepalingen
Volledige tekst

zie document nr. 63470, doc. nr. 81253 en doc. nr. 224411

nvdr: De wet 24.12.1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten werd op 01.07.2013 opgeheven door de wet 15.06.2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (zie doc. nr. 208581). De inwerkingtreding van deze wet 15.06.2006, alsook de datum van de opheffing van de wet 24.12.1993 werd geregeld door het KB 02.06.2013 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15.06.2006 en van de koninklijke uitvoeringsbesluiten ervan (zie doc. nr. 274326).

Art. 4. par. 1. De bepalingen van titels I, II, III en V van het eerste boek van deze wet zijn van toepassing op de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de gemeenten, alsmede de verenigingen gevormd door een of meerdere van deze.

par. 2. Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op :

  • 1° de organismen van openbaar nut;
  • 2° de publiekrechtelijke verenigingen;
  • 3° de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
  • 4° de besturen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten en de instellingen die belast zijn met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen;
  • 5° de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen;
  • 6° de polders en wateringen;
  • 7° de ruilverkavelingscomités;
  • 8° de rechtspersonen die op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan :
    • opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en
    • rechtspersoonlijkheid hebben, en waarvan
      • ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door de overheden of instellingen vermeld in par. 1 en par. 2, 1° tot 8°;
      • ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht van die overheden of instellingen;
      • ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door die overheden of instellingen zijn aangewezen.
    Deze bepaling is niet van toepassing op de private rechtspersonen waarvan sprake in par. 4 van dit artikel.
  • 9° de privaat rechtelijke universitaire instellingen, voor die opdrachten welke gesubsidieerd worden door de overheid. Indien deze instellingen voldoen aan de voorwaarden van punt 8°, zijn deze bepalingen op hen van toepassing voor de opdrachten die de bedragen voor de Europese bekendmaking bereiken.
  • 10° de verenigingen gevormd door een of meerdere aanbestedende overheden bedoeld in par. 1, en par. 2, 1° tot 8°.

par. 3. Een niet-limitatieve lijst van de instellingen van openbaar nut bedoeld in par. 2, 1° en van de personen bedoeld in par. 2, 8°, wordt door de Koning opgesteld.

par. 4. De Koning kan de bepalingen van de wet of sommige ervan van toepassing maken op de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten gegund door privaatrechtelijke personen die hiertoe subsidies genieten van de rechtspersonen bedoeld in par. 1 en par. 2.

par. 5. De Koning kan elke bestaande wettekst in overeenstemming brengen met deze wet.

Voor de volledige tekst in het Brusselse Gewest, klik hier

Voor de volledige tekst in het Vlaamse Gewest, klik hier