90835 | O.M. en V.M.Z. / S.J. en n.v. A.
Gent, 9 februari 1993, 6e K.

T.Milieurecht, juli-augustus 1995, V.4, (4), 327-329

nvdr: Het decreet 02.07.1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (Afvalstoffendecreet) wordt op 01.06.2012 opgeheven en vervangen door het decreet 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) (zie doc. nr. 260990). Opgelet: de sectorale uitvoeringsplannen op basis van het Afvalstoffendecreet behouden hun geldigheid. De beroepen die voor de inwerkingtreding van dit decreet overeenkomstig art. 50, par. 15, van het Afvalstoffendecreet tegen een ambtelijke aanslag of navordering werden ingesteld, zullen verder worden behandeld overeenkomstig de procedure voorzien in het afvalstoffendecreet.

Water dat onder andere enkel grondstoffen zou bevatten en dat door het bedrijf zou aangewend kunnen worden hetzij als produkt, hetzij als grondstof en/of waarvan het bedrijf zich niet zou hebben willen ontdoen, dient ook zeker als 'afvalwater' in de zin van de Oppervlaktewaterenwet van 26.03.1971 beschouwd te worden nu door het inbrengen van deze stoffen in de riolering de oppervlaktewateren verontreinigd worden. Dit inbrengen kan namelijk de samenstelling of de toestand van het water derwijze veranderen dat het niet meer geschikt is of minder geschikt is voor het gebruik of dat het milieu door het aanzicht of door de uitwasemingen van het water wordt bedorven. Nu de bedoeling van de Oppervlaktewaterenwet (namelijk het verhinderen van de verontreiniging van de oppervlaktewateren) helemaal anders is dan de bedoeling van het Afvalstoffendecreet (namelijk het ongecontroleerd storten van afval vermijden) is het ook onzinnig de in dit decreet gegeven definitie van 'afvalstof' te gebruiken voor het definiƫren van 'afvalwater' zoals bedoeld in de Oppervlaktewaterenwet. De betrokkene heeft zich dus schuldig gemaakt aan inbreuken op die wet door op verschillende tijdstippen en verschillende plaatsen zonder vergunning afvalwater te hebben geloosd in de openbare riolering. Het feit dat een van die lozingen volgens de betrokkene ten gevolge van blussingswerken gebeurde, wordt niet in aanmerking genomen gezien de feiten en gezien het feit dat de betrokkene geen enkele voorzorg had genomen opdat bij een 'kleine' brand geen verontreinigd blussingswater in de oppervlaktewateren kon terechtkomen.

 link