104225 | O.M. / K.H., H.J., D.P., M.J. en n.v. T.S.
Corr. Tongeren, 7 februari 1996

T.Milieurecht, september 1996, V.5, (4), 293-295; T.Milieurecht, september-oktober 1997, V.6, (4), 298-301

Alle officieren van gerechtelijke politie zijn, in het kader van hun algemene bevoegdheid, bevoegd alle misdrijven, inclusief milieumisdrijven, vast te stellen overeenkomstig de regels van het wetboek van strafvordering. In het bijzonder aangestelde ambtenaren putten hun bevoegdheid uit de specifieke milieuwetgeving en zij moeten de voorwaarden voor het nemen van monsters strikt naleven.
Wanneer men geen tegenanalyse van een waterstaal aanvraagt, kan men nadien geen schending van de rechten van de verdediging inroepen.
Art. 2 van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging houdt een absoluut lozingsverbod in, met als enige uitzondering de lozing van afvalwaters met vergunning. Dit houdt dus in dat het verboden is eender wat te lozen (behoudens zuiver water) zonder vergunning, ongeacht het verontreinigend karakter van de stoffen.
Een rechtspersoon kan een milieudelict begaan, doch de toerekening van de strafrechtelijke aansprakelijkheid naar één of meerdere natuurlijke personen binnen deze rechtspersoon toe, vereist het bestaan van hun individuele schuld. Deze schuld is niet automatisch gekoppeld aan hun hoedanigheid binnen de vennootschapsstructuur. Deze schuldvereiste staat in functie van de kennis die de betichte had of diende te hebben van de strafbare feiten en van zijn bevoegdheid deze delicten te voorkomen, met inachtneming van de specifieke aard van elk van de vervolgde misdrijven. Men dient na te gaan wie, op het moment van de illegale lozingen, een einde kon stelen aan deze bedreiging voor het milieu. Wanneer vergunningen en voorwaarden waaraan een bedrijf onderworpen is, niet worden bestudeerd door de bedrijfsleider, maakt dat in zijn hoofde een persoonlijke fout, in de zin van een schuldig verzuim uit. Het komt hem immers toe te waken over de naleving van de vergunningsvoorwaarden waarvan hij, gezien zijn functie, kennis moest nemen.
Bij het afleveren van vergunningen wordt rekening gehouden met de specifieke activiteiten van een bedrijf. Het niet-voorhanden zijn van een bedrijfseconomische oplossing om illegale lozing te vermijden, ontneemt aan eventuele lozingen hun strafrechtelijk karakter niet.

 link