197682 | O.M. / P.C.
Gent, 26 september 2003, 10e K.

T.Milieurecht, mei 2004, V.13, (2), 198-202

Een bedrijfsleider kiest ervoor afvalwater te lozen alhoewel de normen waaraan dit moest voldoen onmiskenbaar niet werden behaald. Daardoor zijn de exploitatievoorwaarden niet nageleefd en heeft de betrokkene het belang van de gemeenschap bij het behoud van een gezond leefmilieu ondergeschikt gemaakt aan zijn persoonlijk belang en dat van de vennootschap.

De werking van de waterzuiveringsinstallatie gedurende de tijd van het gerechtelijk deskundig onderzoek belette in het geheel niet dat het afvalwater zelf niet zou worden geloosd. In plaats van het niet deugdelijk verwerkte afvalwater zomaar te lozen had de bedrijfsleider de mogelijkheid om dit afvalwater te laten afvoeren door een erkende verwerker. Hij kende deze mogelijkheid. Er was ook geen enkel beletsel om dit te doen: door het afvoeren van het afvalwater, na de verwerking in de waterzuiveringsinstallatie, zou de werking van de zuiveringsinstallatie op geen enkele wijze beïnvloed zijn geworden. De betrokkene heeft er evenwel voor gekozen om dit afvalwater toch te lozen in het oppervlaktewater.