322033 | 30.05.2018 Richtlijn (EU) 2018/850 wijz. Richtlijn 1999/31/EG betr. het storten van afvalstoffen
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Publ.E.U., 14.06.2018, L150/100-107+bijlage 108

Deze richtlijn wijzigt de richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen met als doel het storten van afval dat bestemd is voor stortplaatsen voor niet-gevaarlijk afval geleidelijk tot een minimum te beperken. De lidstaten moeten ernaar streven te waarborgen dat alle afval dat zich leent voor recycling of andere nuttige toepassing, in het bijzonder in stedelijk afval, vanaf 2030 niet langer in een stortplaats wordt aanvaard, met uitzondering van afval waarvoor storten het beste milieuresultaat oplevert overeenkomstig de afvalhiërarchie. De Commissie zal tevens een unienorm vastleggen voor de bemonstering van afvalstoffen.

De in de Richtlijn 1999/31/EG vastgestelde doelstellingen ter vermindering van gestort afval worden aangescherpt om beter aan te sluiten bij de ambitie van de Unie om tot een circulaire economie te komen.

Om een correcte toepassing van de afvalhiërarchie te waarborgen worden maatregelen genomen om vanaf 2030 stortbeperkingen toe te passen op alle afval dat zich leent voor recycling of andere nuttige toepassingen van materiaal of energie.

Veel stedelijk afval is biologisch afbreekbaar. Het storten van onbehandeld biologisch afbreekbaar afval brengt aanzienlijke negatieve gevolgen voor het milieu met zich mee op het gebied van broeikasgasemissies en de vervuiling van oppervlaktewater, grondwater, bodem en lucht. Hoewel in Richtlijn 1999/31/EG al doelstellingen zijn vastgesteld voor het voorkomen van het storten van biologisch afbreekbaar afval, is het passend om het storten van biologisch afbreekbaar afval verder te beperken door het storten van biologisch afbreekbaar afval dat overeenkomstig Richtlijn 2008/98/EG gescheiden is ingezameld voor recycling, te verbieden.

De lidstaten moeten er, samen met de Commissie, voor zorgen dat deze beperking past in een geïntegreerd beleid dat een correcte toepassing van de afvalhiërarchie garandeert, een verschuiving naar preventie, inclusief hergebruik en de voorbereiding voor hergebruik en recycling bevordert en een verschuiving van storten naar verbranden voorkomt.

De Commissie zal ook uitvoeringshandelingen nemen om de te hanteren methode vast te leggen voor de vaststelling van de doorlatendheidscoëfficiënt op stortplaatsen.

De art. 1 tot 3, 5, 6, 11, 15, 16, 17 van de Richtlijn 1999/31/EG worden gewijzigd. De nieuwe art. 5bis, 5ter, 5quater, 15bis, 15ter, 15quater worden ingevoegd. Er wordt een bijlage IV toegevoegd.