332206 | O.M., Vlaamse Milieumaatschappij en Agentschap voor Natuur en Bos / b.v.b.a. L.V., b.v.b.a. S. en P.L.
Rb. Limburg (afd. Hasselt), 9 januari 2019

Enkele landbouwbedrijven worden strafrechtelijk verantwoordelijk gesteld voor de achteruitgang van de waterkwaliteit in het brongebied van de nabij gelegen beek, veroorzaakt door een verhoging van nitraten in het water. De landbouwbedrijven hebben vervalste mestafzetdocumenten en mestbalansen aangewend om de nitraatwaarden zolang mogelijk te verdoezelen.

Enkele landbouwbedrijven maakten een inbreuk op art. 14 van het decreet natuurbehoud en art. 2 wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, strafbaar gesteld door het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieu­beleid ('DABM'). De hoge nitraatresiduwaarde werd veroorzaakt door een onoordeelkundige bemesting en/of een overbemesting gedurende het jaar, met als gevolg dat er uitspoeling is van de overtollig aanwezige nitraten naar het oppervlaktewater en het grondwater. 

De bewezen verklaarde misdrijven zijn maatschappelijk onaanvaardbaar en geven blijk van een verregaande norm­vervaging en een zucht naar gemakkelijk geldgewin en persoonlijk profijt ten koste van het leefmilieu. Er werden geen maatregelen genomen ter voorkoming of minstens beperking van deze negatieve ge­volgen. Integendeel blijkt dat er bedrieglijke middelen (vervalste mestafzetdocumenten en mestbalansen) werden aangewend om deze negatieve gevolgen zolang mogelijk te verdoezelen.

Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank reke­ning met de aard en de zwaarwichtigheid van de feiten, de omstandigheden waarin deze gepleegd werden, het maat­schappelijk nadeel ervan, de persoonlijkheid van beklaag­den en hun onderscheiden strafrechtelijk verleden. De herstelvorderingen van de Vlaamse Milieumaatschappij, het agentschap voor Na­tuur en Bos en vzw Natuurpunt Beheer zijn ontvankelijk.