De maandelijkse juridische nieuwsbrief van Vlaamse Polders en Wateringen brengt U op de hoogte van alle verschenen juridische nieuwigheden van de afgelopen maand inzake leefmilieu en waterbeleid.


16.10.2012 KB wijz. KB 14.10.2005 tot instelling van speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
Vice-Eerste Min. en Min. van Economie, Consumenten en Noordzee, VANDE LANOTTE Johan *
Min. van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, MAGNETTE Paul *


In uitvoering van de Habitatrichtlijn, dient de speciale zone voor natuurbehoud Trapegeer-Stroombank uitgebreid te worden tot de contouren vermeld in dit besluit. De wetenschappelijke basis voor de aanduiding van de mariene beschermde gebieden is immers in 2005 verruimd, onder meer met een 'Studie betreffende het opstellen van een lijst met potentiële Habitatrichtlijn gebieden in het Belgische deel van de Noordzee'.


B.S.,05.11.2012,V.182,(346),66465-66466



De repercussies van het Bodemsaneringsdecreet op de teruggaveplicht van de huurder op het einde van het huurcontract
VAN DEN BERGH Bart


In deze bijdrage wordt nader ingegaan op het onderscheid tussen de teruggaveplicht van een onroerend goed door een huurder en de verplichtingen in het kader van het Bodemsaneringsdecreet. Zo kan in de huurovereenkomst bedongen worden wie uiteindelijk zal instaan voor de gevolgen van de bodemverontreiniging en de kosten verbonden aan de saneringswerken. Deze bijdrage werd geschreven als een noot bij een arrest van Cassatie dat nog toepassing vond onder het ondertussen opgeheven Bodemsaneringsdecreet van 1995. Intussen is het Bodemsaneringsdecreet van 2006 van toepassing (zie doc. nr. 216113).


R.W.,10.11.2012,V.76,(11),425-427



25.10.2012 Richtlijn nr. 2012/27/EU betr. energie-efficiëntie, wijz. Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie


Deze richtlijn legt een gemeenschappelijk kader met maatregelen vast voor de bevordering van energie-efficiëntie binnen de Unie, om ervoor te zorgen dat de Unie de kerndoelstelling van 20 % meer energie-efficiëntie in 2020 haalt en om de weg te effenen voor verdere verbeteringen van de energie-efficiëntie na die datum.


Publ.E.U.,14.11.2012,L315/1-28+bijlagen 29-56



28.09.2012 BVR wijz. Energiebesluit 19.11.2010
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya *


In uitvoering van de Europese Richtlijnen 2009/28/EG en 210/31/EG voert dit besluit in de energieprestatieregelgeving een minimumaandeel hernieuwbare energie in. Het energiebesluit wordt bijgevolg gewijzigd.


B.S.,16.11.2012,1e uitgave,V.182,(359),68618-68626



Code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van rioleringssystemen
Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW)


De code van goede praktijk voor het ontwerp, de aanleg en het ouderhoud van rioleringssystemen is de handleiding voor Aquafin, rioolbeheerders, gemeenten en studiebureaus bij het ontwerpen van rioleringsinfrastructuur. Op 20.08.2012 keurde de bevoegde minister het ministerieel besluit goed dat de herziene code vaststelt. Bij de nieuwe code hoort ook een rekenmodule die ondersteuning biedt bij het uitwerken van een inspectieplan voor het onderhoud van rioleringen.


Erembodegem:werkgroep Waterzuivering van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid,2012,56 p.

www.integraalwaterbeleid.be - Geraadpleegd op 16.11.2012



NOMARCHIAKI Aftodioikisi Aitoloakarnanias et crts / YPOURGOS Perivallontos, Chorotaxias kai Dimosion ergon et crts
Hof van Justitie EG, 11 september 2012, nr. C-43/10


De Habitatrichtlijn moet aldus worden uitgelegd dat de ter ondersteuning van een project voor het omleiden van water aangevoerde redenen die enerzijds verband houden met irrigatie en anderzijds met de drinkwatervoorziening, dwingende redenen van groot openbaar belang kunnen opleveren die de uitvoering van een project dat de natuurlijke kenmerken van de betrokken gebieden zal aantasten, kunnen rechtvaardigen. Wanneer een dergelijk project de natuurlijke kenmerken van een gebied van communautair belang met een prioritair type natuurlijke habitat en/of een prioritaire soort aantast, kan de uitvoering ervan in beginsel worden gerechtvaardigd om redenen die verband houden met de drinkwatervoorziening.



07.11.2012 MB tot vaststelling van de monsternemingen en analyses, uitgevoerd in het kader van het Mestdecreet, waarvoor een aanmelding moet gebeuren via het door de Mestbank beschikbaar gesteld internetloket en tot bepaling van de nadere regels voor de aanmelding en het internetloket
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke *


Ter uitvoering van art. 27, par. 1, eerste lid, van het BVR 14.01.2011 betreffende de erkenning van laboratoria in het kader van het Mestdecreet, moeten verschillende nitraatresidustaalnames en nitraatresiduanalyses aangemeld worden via het door de Mestbank beschikbaar gestelde internetloket. De nitraatresidustaalnames moeten uiterlijk de werkdag voor de staalname aangemeld worden, de nitraatresiduanalyses moeten uiterlijk de veertiende kalenderdag na de staalname aangemeld worden.


B.S.,20.11.2012,2e uitgave,V.182,(363),69016



Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid: aanvaardingsplichten en collectieve plannen
COOPMAN Piet


De term 'uitgebreide producentenverantwoordelijkheid' betekent een verantwoordelijkheid van de producent voor een product die verder reikt dan alleen maar een verantwoordelijkheid ten aanzien van de directe klant. De Vlaamse Regering wijst de producten of afvalstoffen aan waarvoor een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt. Dit gebeurde via het Vlarema. Deze bijdrage overloopt op dezelfde systematische wijze als het Vlarema de producentenverantwoordelijkheid.


www.vvsg.be - Geraadpleegd op 20.11.2012



01.08.2012 V. nr. 647 (Vl. P.): Inventaris overstromingsgebieden - Stand van zaken
VAN MECHELEN Dirk
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke *


Art 3, par. 2, van het watertoetsbesluit stelt dat de vergunningverlenende overheid in uitvoering van art. 8, par. 3, derde lid van het decreet integraal waterbeleid advies moet vragen aan de adviesinstantie met betrekking tot mogelijke schadelijke effecten op de toestand van het oppervlaktewater indien het project waarvoor een vergunning wordt aangevraagd geheel of gedeeltelijk gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied volgens de kaart, opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.


Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2011-2012

www.vlaamsparlement.be



06.09.2012 V. nr. 678 (Vl. P.): Containerparken - Asbestplaten
HENDRICKX Marc
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke *


De omzendbrief LNE/2008/2 over asbest op Vlaamse containerparken roept de gemeenten op om de erin opgesomde maatregelen te communiceren via het huishoudelijke reglement van het containerpark, via de afvalkrant of het gemeentelijke infoblad, via de afvalkalender en de webstek van de gemeente of het intergemeentelijk samenwerkingsverband of via het bord aan de container voor asbesthoudende afvalstoffen.


Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2011-2012

www.vlaamsparlement.be



12.11.2012 Wet wijz. art. 12 van de wet wijz. 05.05.1997 betr. de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling (1)
Vice-Eerste Min. en Min. van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken, VANACKERE Steven *
Min. van Justitie, TURTELBOOM Annemie *


Deze wet voegt een categorie 'vertegenwoordigers van de wetenschappelijke milieus' toe in de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling die werd opgericht door art. 10 van de wet 05.05.1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling. Verder wordt het mandaat van de stemgerechtigde leden van deze Raad op vijf jaar gebracht. Er wordt ook een bepaling ingevoerd om de opvolging te regelen in het geval dat er een mandaat voortijdig openvalt.


B.S.,29.11.2012,V.182,(377),76255-76256



19.10.2012 BVR wijz. BVR 14.05.2004 houdende de definitieve regularisatie en toekenning van een subsidie aan bepaalde initiatieven binnen polders, wateringen, milieu- en natuurverenigingen die personeelsleden tewerkstellen in een gewezen DAC-statuut, wat betreft de delegatie voor het toekennen van de subsidie en het verloop van de procedure voor het toekennen ervan
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke *


Dit besluit wijzigt het besluit met de definitieve regularisatie en toekenning van een subsidie aan bepaalde initiatieven binnen polders, wateringen, milieu- en natuurverenigingen die personeelsleden tewerkstellen in een gewezen DAC-statuut. De wijziging betreft de delegatie voor het toekennen van de subsidie en het verloop van de toekenningsprocedure. Zo worden de betrokken leidende ambtenaren bevoegd voor de betaling, wordt het voorschot in het eerste semester opgetrokken en wordt de termijn aangepast die voorzien is voor het aanleveren van de tewerkstellingsgegevens.


B.S.,30.11.2012,1e uitgave,V.182,76773-76775



b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest
MHHC, 14 juli 2011, MHHC-11/8-VK


Het Milieuhandhavingscollege vernietigt de bestreden beslissing van de gewestelijke entiteit in zoverre zij een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt voor de overschrijding van de emissiegrenswaarde van 125 mg/l voor de parameter CZV in de lozing van bedrijfsafvalwater. Het Milieuhandhavingscollege stelt immers vast dat de gewestelijke entiteit haar beboetingsbevoegdheid, in de mate dat zij de voornoemde overschrijding als een milieumisdrijf heeft beschouwd, onwettig heeft uitgeoefend zodat dit deel van de bestreden beslissing moet worden vernietigd.


www.mhhc.be - Geraadpleegd op 29.10.2012



n.v. C. Gen Zeebrugge / Vlaamse Gewest
R.v.St., 31 mei 2012, 7e K., nr. 219570


Een bedrijf vraagt een stedenbouwkundige en milieuvergunning voor het exploiteren van windturbines en krijgt alleen de milieuvergunning. Vervolgens gaat het bedrijf in beroep tegen het wel toekennen van de gevraagde vergunningen, mits wijziging van de bijzondere exploitatievoorwaarden, evenwel verleend aan een ander bedrijf op een andere locatie. De Raad van State verwerpt dit beroep wegens gebrek aan causaal verband tussen beide vergunningen.



SPRANGHERS Linda / Stad Zottegem en Vlaamse Gewest
R.v.St., 12 september 2011, 10e K., nr. 215075

De litigieuze bouwaanvraag is een stadsontwikkelingsproject in de zin van het BVR 10.12.2004, maar heeft geen verkeersgenererende werking met pieken van 1000 of meer personenautoequivalenten per tijdsblok van 2 uur. De aanvraag is bijgevolg niet onderworpen aan milieueffectrapportage in tegenstelling tot wat een omwonende beweerde.


Deze mail wordt U gratis aangeboden door de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen. Indien U deze niet langer meer wenst te ontvangen, stuur dan een mailtje naar: mail@vvpw.be