VAN DEN BRANDEN Monique, DENYS Liliane en LIBERTON Elisabeth / Vlaamse Gewest R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224143
Het Vlaamse Gewest verleent de uitbater van een sport- en evenementencomplex toestemming om af te wijken van een aantal milieuvoorwaarden van Vlarem II bij de uitvoering van verbouwingswerken gericht op de verbetering van de evacuatiemogelijkheden van de inrichting. De minister koppelt een voorwaarde aan het verlenen van deze afwijking: er wordt een maximaal aantal toeschouwers opgelegd, in functie van de werkelijke evacuatiemogelijkheden van het gebouw. De afwijking en de voorwaarde zijn dermate nauw met elkaar verbonden dat ze tezamen in een individueel afwijkingsbesluit kunnen worden opgelegd.
SEGHERS Antoon en crts / Deputatie van de provincieraad van Antwerpen en Vlaamse Gewest R.v.St., 28 maart 2011, 10e K., nr. 212265 R.v.St., 10 september 2012, 10e K., nr. 220541
Bij het vaststellen van het bestreden uitvoeringsplan diende een plan-MER (milieu effect rapport) te worden opgemaakt aangezien het bestreden uitvoeringsplan het kader vormt voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor één van de in bijlagen I en II bij de richtlijn 85/337/EG genoemde projecten.
Over het beheer van afvalstoffen of hoe de ene bus de andere niet is MALFAIT Tom ANAAERT Werner
In deze bijdrage neemt de auteur de definitie van 'afvalstof' onder de loep. Verder zoomt hij ook in op het onderscheid tussen huishoudelijk afval en bedrijfsafval. Die grens is heel moeilijk aangezien het soms om dezelfde producten kan gaan. Verder wordt ook de ophaling van afval verder bekeken. De auteur plaatst ook een kanttekening in verband met de gemeenten: zij hebben geen monopolie op het inzamelen van huishoudelijk afval. TOO, 2013, (3), 337-340
x / Vlaamse Gewest MHHC, 16 juli 2013, MHHC-13/64
Een bedrijf krijgt een alternatieve bestuurlijke geldboete opgelegd wegens ettelijke schendingen van exploitatievoorwaarden en de afvalstoffenwetgeving bij het exploiteren van een klasse 2-inrichting voor het opslaan en sorteren van oude materialen en autowrakken. Luidens art. 16.4.4 DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boeten die op grond van die feiten worden opgelegd.
Omgevingsloket.be Vlaamse overheid
Deze website bevat het Omgevingsloket. Vanaf 01.06.2014 kan men hier digitaal bouwaanvragen en -meldingen indienen. Op termijn worden de bouwaanvragen samen met de milieuvergunningsaanvragen geïntegreerd in de omgevingsvergunning. Vandaar de naam Omgevingsloket. Er wordt een rechtstreekse digitale verbinding opgezet tussen de burger, de lokale besturen en de Vlaamse overheid. Doordat overheden gegevens delen, neemt de snelheid, kwaliteit en transparantie van de overheidsdienstverlening toe. www.omgevingsloket.be/ - Geraadpleegd op 26.03.2014
14.03.2014 Dec. wijz. Energiedecreet van 08.05.2009, wat betreft de omzetting van de Richtlijn van de Europese Unie 2012/27/EU van 25.10.2012 betr. energie-efficiëntie en de toekenning van groenestroomcertificaten, warmte-krachtcertificaten en garanties van oorsprong Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN BOSSCHE Freya *
Dit decreet heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt hierin de omzetting op decretaal niveau voorzien van de Europese richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. Anderzijds bevat dit decreet een aantal bepalingen inzake de overdracht van de behandeling van de groenestroom- en warmte-krachtdossiers van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) aan het Vlaams Energieagent¬schap (VEA) en de netbeheerders. B.S., 28.03.2014,2e uitgave, V.184, (94), 27608-27611
14.03.2014 Dec. wijz. Energiedecreet 08.05.2009, wat betreft de energieprestaties van gebouwen Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN BOSSCHE Freya *
Dit decreet brengt wijzigingen aan in het Energiedecreet, in het kader van de omzetting van richtlijn 2010/31/EU van 19.05.2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. De wijzigingen betreffen onder andere de verslaggever en werken aan een gedeelte van een gebouw. B.S., 28.03.2014,2e uitgave, V.184, (94), 27590-27598
20.03.2014 KB tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan Vice-Eerste Min. en Min. van Landsverdediging,DE CREM Pieter * et al.
Het marien ruimtelijk plan (MRP) is een plan dat de gewenste ruimtelijke driedimensionale structuur en temporele structuur van de menselijke activiteiten organiseert, op basis van een langetermijnvisie en aan de hand van duidelijke economische, sociale en ecologische doelstellingen. Dit plan is gericht op de coördinatie van beslissingen die een ruimtelijke impact hebben op de zeegebieden en verzekert dat elke belanghebbende bij het proces betrokken wordt. B.S., 28.03.2014,1e uitgave, V.184, (93), 26936-26954+bijlagen 26955-27202
14.02.2014 BVR wijz. Vlaams personeelsstatuut van 13.01.2006, wat betreft een aantal geldelijke maatregelen voor bepaalde personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Vlaams Min. van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,BOURGEOIS Geert *
Dit besluit wijzigt een aantal regels in verband met de vergoeding van bepaalde personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust. Er wordt een toelage ingevoerd voor de matroos die tijdelijk fungeert als schipper-bootsman. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23543-23544
14.02.2014 BVR wijz. art. 12, 22 en 28 van het BVR 07.09.2007 betr. de toewijzing, het gebruik en de overname van de nutriëntenemissierechten en betr. de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Als de Mestbank, op het moment van de aktename van de overdracht van de nutriëntenemissierechten in het kader van een volledige bedrijfsovername, nog niet kan beoordelen of in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van overname voldaan is aan de toepasselijke voorwaarden, worden de aan de overlatende landbouwer toegekende NER-MVW (nutriëntenemissierechten-mestverwerking) overgedragen onder voorbehoud dat de overlatende landbouwer, in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van overname, voldaan heeft aan de voorwaarden. Als de Mestbank, bij de beoordeling van de voorwaarden, een gehele of gedeeltelijke annulatie doorvoert op de NER-MVW van de overlatende landbouwer, worden de overgedragen NER-MVW ook geheel of gedeeltelijk geannuleerd bij de overnemende landbouwer. B.S., 24.03.2014,1e uitgave, V.184, (85), 23068-23069
07.02.2014 BVR houdende opheffing van het BVR 18.04.2008 betr. het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke * Vlaams Min. van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,MUYTERS Philippe *
Dit besluit heft het BVR 18.04.2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan op (zie doc. nr. 228909). Ruimtelijke uitvoeringsplannen die zijn opgestart met toepassing van het integratiespoor en waarvoor het plan-MER (milieueffectrapport) is goedgekeurd door de dienst Mer vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, kunnen verder worden behandeld volgens de procedureregels die golden vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van art. 4, par. 3, eerste lid, van het BVR 18.04.2008. B.S., 24.03.2014,1e uitgave, V.184, (85), 23067
MB houdende goedkeuring van het bijzonder waterverkoopreglement (huisaansluitingen) van (...) in uitvoering van art. 16, par. 2, van het dec. 24.05.2002 betr. water bestemd voor menselijke aanwending Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit document bevat een overzicht van de ministeriële besluiten die de bijzonder waterverkoopreglementen van de verschillende drinkwatermaatschappijen goedkeuren. Het laatste besluit betreft het bijzonder waterverkoopreglement huisaansluitingen van TMVW (Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening). B.S., 21.03.2014, V.184, (84), 22908-22909
07.02.2014 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 08.05.2009 betr. de erosiebestrijding Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit besluit wijzigt het BVR 08.05.2009 over de erosiebestrijding. Het betreft de aanvraag door een gemeente voor een bijkomende subsidie indien de oorspronkelijke subsidie reeds voor een deel betaald is. Bovendien wordt de mogelijkheid gecreëerd om een overeenkomst te sluiten waarin een erosiecoördinator wordt aangewezen en zijn standplaats en tijdsbesteding worden vermeld. B.S., 19.03.2014, V.184, (81), 22391
11.12.2013 V. nr. 143 (Vl. P.): Isolatiepremie - Verenigingen van mede-eigenaars TAELDEMAN Valerie Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN BOSSCHE Freya *
Verenigingen van mede-eigenaars kunnen al sinds 2012 de premies van de netbeheerders aanvragen voor wat investeringen in de gemeenschappelijke delen betreft, waaronder meestal dakisolatiewerken en muurisolatiewerken vallen. De recente uitbreiding heeft betrekking op gezamenlijke investeringen in private delen waarbij wel een gemeenschappelijke factuur wordt opgemaakt. Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014 www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014
12.12.2013 V. nr. 173 (Vl. P.): OVAM - Ambtshalve bodemsaneringen EERLINGEN Tine Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Via de bepalingen van art. 11 (nieuwe bodemverontreiniging), 19 en 23 (historische bodemverontreiniging) van het Bodemdecreet wordt de saneringsplichtige op een terrein aangewezen om het beschrijvend bodemonderzoek en/of de bodemsanering uit te voeren. De eerste saneringsplichtigen op het terrein zijn de exploitant of gebruiker. Pas wanneer deze partijen zijn vrijgesteld van de saneringsplicht of er geen exploitant of gebruiker aanwezig is, komt de saneringsplicht bij de eigenaar. Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014 www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014
Tweede nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu et al.
Van 03.07.2013 tot en met 03.10.2013 vond er een raadpleging van het publiek plaats over het ontwerp voor een tweede nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen. Het ontwerp schetste een geactualiseerd overzicht van de programma's en acties op federaal en regionaal niveau gericht op een vermindering van het aantal persistente organische polluenten aanwezig in het milieu. Het tweede nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm is thans beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels op de website van het Verdrag. www.health.belgium.be - Geraadpleegd op 18.03.2014
26.01.2014 Wet wijz. wet 15.04.1994 betr. de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betr. het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, wat betreft het dosimetrisch toezicht Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen,MILQUET Joëlle * Min. van Werk,DE CONINCK Monica *
Deze wet organiseert het dosimetrische toezicht op werknemers die beroepshalve blootgesteld kunnen worden aan dosimetrische straling. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) wordt belast met de uitbouw en het beheer van een blootstellingsregister en het afleveren van stralingspaspoorten. B.S., 10.03.2014, V.184, (74), 20370-20376
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 (art. 85) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Bij de praktische uitwerking van de integrale waterfactuur voor grootverbruikers is een uniforme aanrekeningmethode uitgewerkt. Deze uniformiteit heeft betrekking op de gelijkheid tussen de wijze van aanrekening voor de bijdrage zowel als de vergoeding. Daarom bevat dit decreet op bovengemeentelijk vlak een eenmalige overgangsregeling om de financiële lasten voor de bedrijven gelijk te houden ten opzichte van voorgaande jaren. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23528
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. 21.12.1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij (art. 22 en 23) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
De bepalingen van het decreet 21.12.1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij die betrekking hebben op de commissaris (bedrijfsrevisor), worden in overeenstemming gebracht met het decreet 08.07.2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof en het Wetboek van Vennootschappen. De term commissaris-revisor wordt vervangen door de term commissaris, zoals in het voormelde decreet 08.07.2011 en het Wetboek van Vennootschappen gebeurd is. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23519
06.02.2014 MB houdende vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten voor groenestroomprojecten die gebruik maken van zonne-energie met een startdatum vanaf 01.07.2014 Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN BOSSCHE Freya *
Voor groenestroomprojecten met een startdatum vanaf 01.07.2014 die gebruik maken van zonne-energie, wordt de bandingfactor per categorie vastgesteld. De bandingfactoren van groenestroomprojecten met een startdatum tussen 01.01.2013 en 31.01.2013 worden geactualiseerd en aangepast. B.S., 03.03.2014, V.184, (66), 17701
HERMANS Peter en WEYGERS Adri / Gemeente Retie en deputatie van de provincieraad van Antwerpen R.v.St., 21 januari 2014, 10e K., nr. 226148
Een gemeente keurt een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) goed. Er wordt een bezwaar ingediend hiertegen, op basis van de aanwezigheid van rode bosmieren, een beschermde diersoort, in één van de betrokken gebieden. De Gecoro heeft het bezwaar weerlegd op grond van het gegeven dat over de aanwezigheid van de rode bosmier in het plangebied niets werd opgemerkt. Het milieueffectrapport (MER) bevat geen enkel onderzoek naar de aanwezige fauna. De MER-screening kan de door de Gecoro gedane weerlegging van het bezwaar dan ook niet schragen. Er is geen deugdelijk motief voor de weerlegging van het bezwaar. Het zorgvuldigheidsbeginsel werd geschonden.
LV Arkens-Jansen / Vlaamse Gewest R.v.St. 13 november 2012, 7e K., nr. 221376
Het bestuurlijk beroep ingesteld tegen de beslissing van de deputatie houdende het verlenen van de milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een varkenshouderij wordt gegrond verklaard en de gevraagde milieuvergunning wordt geweigerd. Nadat de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie een ongunstig advies had uitgebracht, heeft de uitbater van de varkenshouderij bijkomende nota's overgemaakt aan de bevoegde Vlaamse minister. Over laatstvermelde nota waarin een aantal nieuwe technieken worden voorgesteld, heeft het gewest opnieuw het advies ingewonnen van de afdeling Milieuvergunningen. De overschrijding van de beslissingstermijn is dus deels te wijten aan de handelwijze van de varkenshouder zelf.
v.z.w. De Lark / Gemeente Maasmechelen R.v.St., 8 november 2012, 7e K., nr. 221286
Het college van burgemeester en schepenen legt de exploitant van een feestzaal een aantal vergunningsvoorwaarden op, zoals het respecteren van bepaalde sluitingsuren en het installeren van een geluidsbegrenzer. Er is geen schending van het gelijkheidsbeginsel. Het volstaat niet om te poneren dat aan de andere horecazaken geen exploitatievoorwaarden zijn opgelegd of om zonder enige verifieerbare argumentatie te beweren dat aan bepaalde horecazaken geen specifieke voorwaarden werden opgelegd. De uitbater levert ook geen enkel bewijs van onzorgvuldigheid in het optreden van de overheid. Er is ook geen enkel element dat aantoont dat de bijzondere voorwaarden buiten proportie zijn om het nagestreefde doel (de bescherming van mens en leefmilieu in de directe omgeving) te bereiken.
Richtsnoeren voor de toepassing van art. 6, lid 4, van de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG) Europese Commissie
Deze bijdrage verduidelijkt een aantal begrippen die gebruikt worden in de Habitatrichtlijn. Er wordt voornamelijk uitleg gegeven over compenserende maatregelen, om te waarborgen dat de samenhang met Natura 2000 bewaard blijft. Brussel:Europese Commissie, 2012,32 p. http://ec.europa.eu - Geraadpleegd op 30.01.2014
06.09.2013 V. nr. 1193 (K.): Sporen van asbest in telefooncellen SEMINARA Franco Vice-Eerste Min en Min. van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen,ONKELINX Laurette *
Het is verboden om producten die asbest bevatten te verkopen, in te voeren, te koop of te huur aan te bieden, te verhuren, weg te geven of zelfs te bezitten met het oog op de verkoop ervan, maar het is niet verboden om dergelijke producten verder te gebruiken tot het einde van hun levenscyclus. Belgacom is dus niet onderworpen aan enige verplichting inzake asbestverwijdering in de telefooncellen zolang het die zelf uitbaat. V. en A., K., 17.02.2014,2013-2014, (148), 248-249
05.12.2013 Richtlijn 2013/59/EURATOM tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom Raad van de Europese Unie
Bij deze richtlijn worden uniforme basisveiligheidsnormen vastgesteld ter bescherming van de gezondheid van personen die beroepsmatige, medische blootstelling en blootstelling van de bevolking ondergaan tegen de gevaren van ioniserende straling. Publ.E.U., 17.01.2014, L13/1-38+bijlagen 39-73
Het vernieuwde decreet integraal waterbeleid: Sneller en beter ? CARETTE Ann DE SMEDT Peter
In dit artikel bespreken de auteurs de wijzigingen aan het integraal waterbeleid die het decreet 19.07.2013 heeft ingevoerd. Er wordt uitleg gegeven over de gewijzigde structuren, de planlast en de instrumenten. T.Milieurecht, februari 2014, V.22, (6), 4576-602
Une phytolicence pour l'entretien des surfaces engazonnées SEIXAS Paulo
Cet article traite de la phytolicence, un certificat délivré par le gouvernement fédéral qui sera notamment obligatoire à partir du 25.11.2015 pour les personnes qui achètent, stockent ou utilisent des produits phytopharmaceutiques à usage professionnel dans le cadre de leurs activités professionnelles. Par conséquent, ce certificat devra être obtenu par les personnes chargées de l'entretien de terrains sportifs engazonnés susceptibles d'appliquer de tels produits sur ceux-ci. AES Mag., hiver 2013/2014, (115), 30
DENDAS Marleen en crts / Vlaams Gewest R.v.St., 10 september 2013, 7e K., nr. 224588
De overheid verleent een stedenbouwkundige vergunning aan een bedrijf gespecialiseerd in afbraakwerken, grondwerken en transport. Er worden een aantal voorwaarden opgelegd ter voorkoming van stof- en geluidshinder, bodem- en grondwaterverontreiniging alsook maatregelen in verband met de natuur. De beslissing besteedt enkel aandacht aan de maatregelen die moeten worden genomen om de hinder tot een aanvaardbaar niveau te beperken en aan de natuurtoets. Deze milieuhygiënische beoordeling is niet inwisselbaar voor een toets aan de stedenbouwkundige voorschriften. Het ontbreken van een onderzoek naar de planologische verenigbaarheid maakt de beslissing ongeldig.
VINCK Vicky et crts / Stad Antwerpen en provincie Antwerpen R.v.St., 20 december 2013, 10e K., nr. 225926
Een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wijkt af van het ruimtelijk structuurplan (RSP) van de stad en van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Het betrokken gebied is namelijk een park, en de twee laatste plannen stellen het behoud van stadsparken voorop, terwijl het gemeentelijk RUP een substantieel deel van het stadspark afneemt om daarop een appartementsgebouw op te richten. Er is geen enkele rechtvaardiging voor deze afwijking en de tenuitvoerlegging van het gemeentelijk RUP wordt dan ook geschorst.
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (art. 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 en 49) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Er worden wijzigingen aan titel IV van het DABM aangebracht die betrekking hebben op de vereenvoudiging van de milieueffectrapportage- en veiligheidsrapportageprocedure in het DABM onder meer door het mogelijk maken voor zowel de initiatiefnemer als de bevoegde administraties om door middel van elektronische post verschillende procedurestappen te volbrengen. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23520-23522
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Jachtdecreet (art. 27 en 28) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
De mogelijkheid wordt gecreëerd om voor drie situaties (bestrijding, bijzondere bejaging en verkrijgen van een schadevergoeding) een code van goede praktijk van handelingen ter voorkoming van schade op te maken. In het soortenschadebesluit is een juridische grond voorzien voor de opmaak van een code van goede praktijk van handelingen om schade door soorten, waaronder wild, te voorkomen. Het voorkomen van schade door soorten komt echter op verschillende plaatsen in de wetgeving voor. Het gaat steeds om het voorkomen van dezelfde schade door dezelfde soorten. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23520
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Bosdecreet (art. 24, 25 en 26) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Door de planologische uitbreiding van de mogelijkheden voor bebossing wordt het boscompensatiefonds slagkrachtiger. Aankoopsubsidies worden ook mogelijk binnen de speciale beschermingszones, wanneer bebossing kadert in het realiseren van de specifieke instandhoudingsdoelstellingen. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23520
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer (art. 17, 18, 19, 20 en 21) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Het decreet grondwaterbeheer voorziet een heffingsvrijstelling voor bronbemalingen die noodzakelijk zijn voor het gebruik en/of de exploitatie van gebouwen of bedrijfsterreinen en waarvoor een milieudeskundige een hydrologisch attest aflevert. Deze bepaling wordt afgestemd op de nieuwe erkenningsregeling. Volgens de aangepaste tekst moet het hydrologisch attest voortaan worden uitgereikt door een erkende MER-deskundige in de discipline water. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23519
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. 08.11.2013 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord 22.10.2012 gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betr. het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19.11.2008 wijz. Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (art. 84) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
In het opschrift van het decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 22.10.2012 gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19.11.2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, werd verkeerdelijk verwezen naar '22 oktober 2012'. De correcte datum is '2 september 2013'. Dit wordt nu verbeterd. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23528
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet betr. het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (art. 81, 82 en 83) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit hoofdstuk geeft de Vlaamse Regering de bevoegdheid om nadere regels over bouw- en sloopafval vast te stellen. De controle op en de bestuurlijke handhaving van de naleving van de verplichtingen worden onttrokken aan de ambtenaren toegewezen krachtens het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, maar toegewezen aan ambtenaren van de OVAM (de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij). Dat element wordt ook doorgetrokken naar overtreding van de aangifteplicht, van de betaling van milieuheffingen of van de administratieve geldboete. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23527-23528
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet betr. de diepe ondergrond (art. 71-80) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit hoofdstuk bevat vergunningscriteria voor de beoordeling van aanvragen voor opsporingsvergunningen (vergunningen voor het instellen van een opsporingsonderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen). De vergunningscriteria zijn gelijkaardig aan de bestaande criteria voor opslag. Uit praktische overwegingen wordt nu voorzien dat de driejarige rapportageplicht aan de Vlaamse Regering en het Parlement pas ingaat van zodra een opslagvergunning is verleend. Het hoofdstuk bevat ook een aantal correcties, rechtzettingen en verwijzingen naar recente wetgeving. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23526-23527
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Mestdecreet (art. 52-70) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
In het Mestdecreet worden een aantal definities aangepast ten gevolge van nieuwe teelten, nieuwe organisaties, gelijkschakeling van terminologie, enzovoort. Verder worden enkele aanpassingen aangebracht naar aanleiding van de implementatie van de Europese verordening 1069/2009. Het decreet verduidelijkt welke meststoffen emissiearm en niet-emissiearm mogen worden aangebracht en actualiseert de lijst van aangifteplichtigen. Ook de reductieloze (bevoorrechte) overdracht van nutriëntenemissierechten (NER) worden geregeld. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23522-23526
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (art. 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Heel wat grachten spelen in de lokale waterhuishouding een verdergaande rol dan een louter plaatselijke, zonder dat het evenwel aangewezen is om deze grachten in te delen bij de onbevaarbare waterlopen. De overname van het beheer van een gracht door de gemeente biedt dan een oplossing. Verder wordt nog voorzien in een afstemming op de nieuwe regeling voor onvergunde lozingen, in het rechtzetten van een onnauwkeurigheid, in het vervangen van een foutieve verwijzing naar VLAREM I door VLAREL, in het efficiëntere innen van de heffingen en in een rechtzetting inzake de handhaving van de Oppervlaktewaterenwet. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23517-23518
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Wet betr. de wateringen - Wet betr. de polders (art. 2, 3, 4 en 5) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
De bestaande wetgeving betreffende de wateringen en betreffende de polders voorziet een aantal partiële regelingen inzake personeelsaangelegenheden. De bepalingen inzake pensioenleeftijd, en voor dijk- en sluiswachters ook minimumleeftijden, zijn niet langer afgestemd op de generieke regelingen die hier omtrent gelden binnen andere overheidsinstellingen voor zowel contractuele als statutaire personeelsleden. Ook de nationaliteitsvereiste, die opgenomen is in dezelfde artikelen als de leeftijdsgrenzen, is achterhaald door de Europese regelgeving inzake vrij personenverkeer. De betrokken bepalingen worden dan ook opgeheven. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23517
OMBELETS Ghislain / Vlaamse Gewest R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr. 223857
De exploitant van een afvalverbrandingsoven verkrijgt een milieuvergunning. Het concept van de vergunde verbrandingsinstallatie wijkt totaal af van de aanvraag die het voorwerp was van het openbaar onderzoek. De in extremis doorgevoerde wijziging is zelfs zo essentieel dat er in feite sprake is van een volledig nieuwe vergunningsaanvraag. De beslissing tot toekenning van de milieuvergunning wordt daarom vernietigd.
b.v.b.a. Fre-Kar / Vlaamse Gewest R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224146
De Vlaamse overheid beslist in beroep dat de vroegere exploitant van een garage niet voldoet aan de voorwaarden om te worden vrijgesteld van saneringsplicht en bijgevolg moet overgaan tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek. De verslechtering van de bestaande toestand heeft zich wel voorgedaan nadat de betrokkene het terrein had verlaten, maar er wordt niet bewezen dat tijdens de exploitatie door hem geen bijkomende bodemverontreiniging heeft plaatsgevonden. Alleszins blijkt dat er sprake is van verontreiniging opgetreden nadat de exploitatie een aanvang had genomen, zodat niet wordt aangetoond dat de vereisten voor vrijstelling van saneringsplicht zijn vervuld.
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. 23.12.2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 (art. 51) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit hoofdstuk wijzigt de samenstelling van de beheerscomissie van het EV INBO (Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek). Het aantal personeelsleden van het INBO wordt uitgebreid van 2 naar 3 en het lidmaatschap van de Inspecteur van Financiën wordt weggelaten omdat deze vanuit zijn eigenlijke taakstelling al controlebevoegdheid heeft. Daartoe wordt art. 31 van het decreet 23.12.2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 gewijzigd. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23522
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. betr. het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (art. 50) Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit hoofdstuk geeft de Vlaamse Regering de mogelijkheid de procedure te bepalen die leidt tot de ontheffing van gewestelijke en provinciale natuurrichtplannen. Daartoe wordt art. 48, par. 3, van het decreet 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu gewijzigd. B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23522
De prejudiciële vragen betr. art. 33bis, par. 2, 5°, tweede lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest 23.01.1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen Grondwettelijk Hof, 19 december 2013, arrest nr. 171/2013
Een superheffing wordt geheven ten laste van elke producent die, onder meer, meer dierlijke mest heeft geproduceerd dan de nutriëntenhalte. Een oude regel bepaalde dat pluimveehouders een herberekening van de nutriëntenhalte konden aanvragen. De herberekende nutriëntenhalte kan enkel worden aangewend voor die specifieke pluimveesoort waarvoor de herberekening werd aangevraagd. Elke pluimveehouder kon een herberekening aanvragen, maar was hier niet toe verplicht. De eventuele toepassing van de regel volgde dus uitsluitend uit een eigen keuze van de pluimveehouder. De beperking was ook niet absoluut. De regel hield geenszins een verbod in op het omschakelen van subcategorie voor pluimvee. Het gelijkheidsprincipe is daarom ook niet geschonden. B.S., 26.03.2014, V.184, (90), 23877-23879
28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
In dit verzameldecreet inzake leefmilieu en natuur komen veel verschillende thema's aan bod, zoals polders en wateringen, bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, grondwaterbeheer, milieubeleid, .... . B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23517-23528
Les dialogues de la fiscalité - Anno 2013 CECI Emmanuelle et al.
Cet ouvrage regroupe les actes d'un cycle de séminaires organisés par la Chaire 'PWC' de droit fiscal de l'UCL au cours du premier trimestre de 2013. Lors de ces séminaires, les thèmes suivants furent respectivement étudiés: la fiscalité environnementale, l'abus fiscal à la lumière des premières applications pratiques et, enfin, les réformes fiscales. Bruxelles:Larcier, 2013,374p.
CAVENS Joanna / Vlaamse Gewest R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr. 223861
De exploitant van een varkensbedrijf verkrijgt een stedenbouwkundige vergunning voor het uitvoeren van een aantal werken. Deze werken werden niet volledig conform de vergunning uitgevoerd. De exploitant verkrijgt ook een milieuvergunning om de varkenshouderij verder te exploiteren en te veranderen. Een milieuvergunning wordt niet geschorst en vervalt niet van rechtswege wanneer de bouwwerken niet conform de verleende stedenbouwkundige vergunning worden uitgevoerd. Het niet naleven van de voorwaarden van een stedenbouwkundige vergunning betekent ook niet dat die vergunning zelf uit het rechtsverkeer verdwijnt of geacht moet worden niet meer te bestaan.
08.11.2013 Verordening (EU) nr. 1123/2013 tot vaststelling van rechten op het gebruik van internationale kredieten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad Europese Commissie
Het Protocol van Kyoto stelt twee mechanismen vast voor de totstandbrenging van internationale kredieten waarvan partijen gebruik kunnen maken om de eigen emissies te compenseren. De nationale toewijzingsplannen van de lidstaten voorzien in het gebruik door de exploitanten van bepaalde hoeveelheden CER's (Certified Emission Reductions) en ERU's (Emission Reduction Units) om te voldoen aan hun verplichtingen om emissierechten in te leveren voor de periode 2008 tot en met 2012. Deze verordening stelt de toewijzingregels vast voor de periode 2008 tot en met 2020. Publ.E.U., 09.11.2013, L299/32-33
LEBRUN Olivier / Ville de Nivelles Cons. Etat, 23 janvier 2013, 13e Ch., n° 222197, référé
Suite d'un violent orage, des eaux chargées de boues provenant d'une terre agricole se sont répandues en rue et ont envahi certaines habitations bordant la voirie. Le Conseil d'Etat rejette la demande en suspension de l'exécution de l'arrêté du bourgmestre imposant au propriétaire de ces terres de prendre, dans un délai de 10 jours, toutes les mesures nécessaires pour empêcher les coulées de boue en provenance de ses terres agricoles. A supposer que des conséquences dommageables existent, il n'est pas établi qu'elles ne seraient pas susceptibles d'être réparées adéquatement par l'octroi de dommages et intérêts.
Beantwoorden van juridische casussen met het oog op de operationalisering van het Archiefdecreet - Onderzoek in opdracht van de Coördinerende Archiefdienst DE STAERCKE Jürgen
Dit verslag geeft uitleg over wie er bij de verschillende overheidsdiensten (zowel op federaal, gewestelijk als lokaal vlak) verantwoordelijk is voor de archiefzorg. Brussel:Vlaamse overheid - Entiteit e-governement en ICT-Beheer, 2012,35 p. www.bestuurszaken.be - Geraadpleegd op 13.02.2014
VREBOS Gustaaf / Vlaamse Gewest R.v.St., 13 november 2012, 7e K., nr. 221377
De eigenaar van een perceel landbouwgrond gaat over tot ontbossing, zonder hiervoor een stedenbouwkundige vergunning te hebben, terwijl dit verplicht is (art. 4.2.1 VCRO). Hij beweert dat er geen sprake is van een bos. Het feit dat de notariële verkoopakte bepaalt dat het perceel niet als bos wordt beschouwd, bindt de overheid niet. De decretale definitie van een bos moet gevolgd worden. De feitelijke omstandigheden wijzen erop dat het wel degelijk om een bos gaat en dat een vergunning nodig was.
n.v. André Celis, n.v. Asoil en b.v.b.a. Celis-Transcomat / Stad Leuven en het Vlaamse Gewest R.v.St., 24 september 2012, 10e K., nr. 220707
Een bijzonder plan van aanleg (BPA) wordt goedgekeurd zonder enig onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten. Een BPA is, net zoals een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), een plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project, onderworpen aan de plicht te onderzoeken of het geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben (art. 4.2.3 DABM). De beslissingen tot goedkeuring van het BPA door de gemeenteraad en de minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport worden dan ook vernietigd.
n.v. Bosal Emission Control Systems / Vlaamse Gewest R.v.St., 13 oktober 2011, 7e K., nr. 215741
Er wordt een milieuvergunning verleend voor de aanleg van een windturbinepark. In de vergunningsbeslissing wordt zorgvuldig stil gestaan bij de diverse hinderaspecten. Er wordt gerefereerd naar geluidssimulaties en naar het afwegingskader van de omzendbrief EME/2006/01-RO/2006/02, en de normen van deze omzendbrief worden opgelegd als bijzondere milieuvoorwaarde. De ingediende bezwaren worden weergegeven en beantwoord. De eigenaar van een nabijgelegen bedrijf klaagt dat hij een welbepaalde economische activiteit niet meer zal kunnen uitoefenen, of toch niet in goede omstandigheden. Het gaat hier om een economische en technische kwestie, die niet in de afweging betrokken moet worden. De eigenaars van nabijgelegen inrichtingen lopen niet méér risico's en ondervinden niet méér hinder dan in het desbetreffende industriegebied moet worden getolereerd.
|