19.03.2014 Wet houdende instemming met het
samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse
Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk
Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in
de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen
de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 19.11.2008 wijz. Richtlijn
2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in
de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen
de Gemeenschap, afgesloten te Brussel, op
02.09.2013 Eerste Min.,DI RUPO Elio * et
al.
Het samenwerkingsakkoord waarmee deze wet betuigt,
organiseert het beheer en de administratie van de taken die
verbonden zijn aan de handel in uitstootrechten voor
broeikasgassen binnen de EU en het gezag over de
luchtvaartactiviteiten, op basis van de verdeling van de
bevoegdheden.
B.S., 30.04.2014,1e uitgave, V.184, (129),
35426-35435
07.01.2014 V. nr. 209 (Vl. P.): Toegankelijkheid
zwembaden - Assistentiehonden BRUSSEEL
Ann Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en
Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Na de definitieve goedkeuring van de VLAREM-trein 2013
zullen voortaan in de overdekte en niet-overdekte
circulatiebaden de assistentiehonden tot aan de kleedkamers
worden toegelaten. Vanaf de kleedkamers moeten de
andersvaliden dan door iemand van het zwembad verder begeleid
worden tot aan het zwembad zelf. In open zwemgelegenheden en
waterrecreatie in meren en vijvers zal de assistentiehond
voortaan mee op het strand mogen, doch niet in het water. In
geval dat de andersvalide in het water wil gaan, zal er een
veilige aanlijnplaats voorzien worden voor de assistentiehond.
De andersvalide moet nog wel door iemand van de
zwemgelegenheid begeleid worden tot aan het water. Voortaan
zullen assistentiehonden eveneens toegelaten zijn in
rouwkamers.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
10.03.2014
07.01.2014 V. nr. 174 (Vl. P.): Efficiënt energiegebruik
in bedrijven - Premies DE MEYER Jos Vlaams
Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN
BOSSCHE Freya *
In het BVR wat betreft de invoering van de steunregeling
voor groene warmte zijn verschillende verplichte
duurzaamheidsaspecten voor biomassa opgenomen. De te
ondersteunen nuttige-groenewarmte-installaties moeten minstens
gedurende 10 jaar voor minstens 95 % van de brandstof gebruik
maken van een organisch-biologische stof zoals vermeld in art.
6.1.16, par. 1, eerste lid, 6° of in de opsomming van de
organisch-biologische stoffen onder art. 6.1.16, par. 1,
eerste lid, 7° van het Energiebesluit.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
10.03.2014
08.01.2014 V. nr. 180 (Vl. P.): Energiedecreet - Arrest
Grondwettelijk Hof REEKMANS Peter Vlaams
Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN
BOSSCHE Freya *
Via haar arrest nr. 154/2013 van 13.11.2013 vernietigde het
Grondwettelijk Hof de art. 13 en 15, 2° van het decreet
13.07.2012 houdende wijziging van het Energiedecreet, wat
betreft de milieuvriendelijke energieproductie wegens
schending van de bevoegdheidsverdelende regels. Dit decreet
voegde onder andere een art. 7.1.15 in het Energiedecreet in
betreffende de beperking van de doorrekening aan de
eindgebruiker tot de daadwerkelijk door de leverancier
gemaakte kosten om te voldoen aan de groene stroom en
WKK-quotumverplichting, vermeld in art. 7.1.10 en 7.1.11 van
het Energiedecreet.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
10.03.2014
09.01.2014 V. nr. 216 (Vl. P.): Drinkwater - Verborgen
lek - Opvolging aanbevelingen Vlaamse
Ombudsdienst DILLEN Marijke Vlaams Min.
van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke
*
Om tegemoet te komen aan de problematiek van abnormale hoge
waterverbruiken ten gevolge van lekverliezen werd in het
Algemeen Waterverkoopreglement, dat op 08.04.2011 door de
Vlaamse Regering werd goedgekeurd, het recht op een minnelijke
schikking bij verborgen lekken opgenomen. Niet alle
drinkwatermaatschappijen hadden voordien een dergelijke
regeling.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
10.03.2014
15.01.2014 V. nr. 210 (Vl. P.): Energieprestatie-eisen -
Uitzonderingen BASTIAENS Caroline Vlaams
Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN
BOSSCHE Freya *
Lokalen van jeugdverenigingen kunnen bij renovatie of
nieuwbouw niet opgenomen worden als categorie voor
gedeeltelijke of volledige vrijstelling van EPB-eisen. Er is
in het Energiedecreet geen algemene uitzondering voorzien voor
lokalen van jeugdverenigingen. Bij de beoordeling van een
uitzonderingsaanvraag op basis van technisch, economisch of
functioneel niet haalbaar, wordt er gekeken naar het gebouw op
zich. Er wordt geen rekening gehouden met het gebruik van het
gebouw, omdat dit doorheen de tijd kan wijzigen.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
12.03.2014
22.01.2014 V. nr. 236 (Vl. P.): REG-actieplannen
netbeheerders - Primaire energiebesparing
2012 TAELDEMAN Valerie Vlaams Min. van
Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,VAN DEN BOSSCHE
Freya *
De netbeheerders hebben sinds 2012 geen primaire
energiebesparingsdoelstelling meer en moeten evenmin nog een
actieplan voorleggen met de geplande acties om deze
doelstelling te bereiken. Sinds 2012 werd afgestapt van de
energiebesparings-resultaatsverplichting en wordt gewerkt met
opgelegde actieverplichtingen.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
19.03.2014
Waterinfo : Portaalsite van de Vlaamse
Waterbeheerders Vlaamse Milieumaatschappij
(VMM) et al.
Deze website is de Portaalsite van de Vlaamse
Waterbeheerders. Deze bevat gedetailleerde kaarten en
grafieken over de thema's 'overstroming', 'getij', 'neerslag'
en 'droogte'. De website kan naargelang de behoefte van de
gebruiker gepersonaliseerd worden. Hulpdiensten krijgen
toegang tot extra functionaliteiten, zodat ze hun gebied nog
beter kunnen bewaken.
www.waterinfo.be - Geraadpleegd op 24.04.2014
15.01.2014 V. nr. 5-10867 (Sen.): Het koninklijk besluit
betr. het gebruik van vloeibaar gemaakte petroleumgassen voor
de aandrijving van auto's WINCKEL
Fabienne Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie
en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor
Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister,WATHELET
Melchior *
Het KB 07.03.2013 betreffende het gebruik van vloeibaar
gemaakte petroleumgassen (LPG) voor de aandrijving van auto's,
heeft tot doel de veiligheid voor de gebruikers van
LPG-installaties te garanderen en mag zeker niet gezien worden
als ontmoediging voor het gebruik van LPG. Om de Belgische
normen zoveel mogelijk af te stemmen op die van de buurlanden,
wordt een nieuwe controle van de installatie niet meer om de
vijftien jaar gevraagd, maar wel om de tien of de zes jaar.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Senaat - Zitting
2013-2014
www.senaat.be - Pagina gearchiveerd op 20.01.2014
19.03.2014 MB wijz. art. 1 en 1/1 van het MB 13.08.2009
betr. de vaststelling van de modaliteiten tot instelling van
een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde
steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de
randvoorwaarden Min.-President van de Vlaamse
regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid,
Landbouw en Plattelandsbeleid,PEETERS Kris *
Het MB 18.03.2009 bepaalt de modaliteiten tot instelling
van een bedrijfstoeslagregeling. Dit besluit wijzigt de lijst
van de gronden die niet als subsidiabel beschouwd worden.
Overtredingen van de bepalingen van dit besluit en van de
beperkingen aangebracht aan de visvergunningen worden
opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de
bepalingen van het dec. 28.06.2013 betreffende het landbouw-
en visserijbeleid (onder andere door de lokale politie).
B.S., 18.04.2014,3e uitgave, V.184, (119),
33878-33879
Shell Nederland Verkoopmaatschappij b.v.
Belgian Shell n.v. Hof van Justitie EG, 12
december 2013, 1e K., nr. C-241/12 Hof van Justitie
EG, 12 december 2013, 1e K., nr. C-242/12
Bij het laden in een tankschip wordt een partij diesel
onbedoeld vermengd met een andere stof. Dit mengsel valt niet
onder het begrip 'afvalstof' in de zin van de Europese
verordening nr. 259/93. Hiervoor is wel vereist dat het zeker
is dat de gemengde stof terug op de markt gebracht zal worden.
Dit heeft als gevolg dat bij de overbrenging van deze stof van
België naar Nederland, de Nederlandse autoriteiten hiervan
niet op de hoogte gebracht moesten worden.
v.z.w. Comité voor een leefbaar Louise-Marie en v.z.w.
Milieufront Omer Wattez / Vlaamse Gewest R.v.St., 10
oktober 2013, 7e K., nr. 225043
De Vlaamse overheid verleent een milieuvergunning voor het
uitbaten een stortplaats. Deze beslissing verwijst naar het
deels gunstige, deels ongunstige advies van de Openbare
Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Een beoordeling van
het door OVAM aangevoerde bezwaar of van de argumentatie van
de eigenares van een deel van het terrein ontbreekt in de
beslissing, zodat noch de argumentatie van OVAM, noch die van
de beroepsindiener aan bod komen. Uit de beslissing valt
bijgevolg niet op te maken welke de beweegredenen zijn van de
overheid om de stortplaats categorie 2 alsnog te gunnen,
terwijl dit advies op duidelijke wijze heeft gewezen op een
reeds voldoende capaciteit van dergelijke stortplaatsen in
Vlaanderen. De beslissing wordt dan ook vernietigd.
b.v.b.a. Turbo Service Belgium / Vlaamse
Gewest R.v.St., 31 oktober 2013, 7e K., nr.
225294 R.v.St., 31 oktober 2013, 7e K., nr.
225295
Een garage vraagt de hernieuwing van een milieuvergunning
voor het verder exploiteren van een inrichting voor opslag,
sortering en bewerking van schroot. Zij dient tegelijkertijd
een aanvraag in voor een inrichting voor opslag, sortering en
bewerking van schroot op een grond vlakbij de bestaande
inrichting. De vergunning worden verleend. Deze inrichtingen
vormen echter een milieutechnische eenheid. De beoordeling van
het nadeel dat ze kunnen berokkenen aan mens of milieu moet
gebeuren vanuit de hinder die de inrichtingen in hun
totaliteit teweegbrengen. De overheid heeft echter enkel de
hinder van elke inrichting op zichzelf beoordeeld. Daarom
wordt het besluit tot verlening van de vergunningen
vernietigd.
Gemeente Ranst / Vlaamse Gewest R.v.St., 17
oktober 2013, 7e K., nr. 225123
Een bvba vraagt een milieuvergunning voor de exploitatie
van een pluimveehouderij met stalplaatsen voor legkippen. Na
de sluiting van het openbaar onderzoek schakelde de exploitant
over van het aanvankelijk voorziene stalsysteem 3.5 naar het
stalsysteem 3.4, zijnde een 'verrijkte kooi met geforceerde
mestdroging', waarbij de mest wordt belucht met 0,7 m³
lucht per dier per uur en wordt afgedraaid per vijf dagen. De
overschakeling naar dit nieuwe stalsysteem wordt door de
milieuvergunning opgelegd als bijzondere
exploitatievoorwaarde. Aldus is op onwettige wijze, na afloop
van het openbaar onderzoek, een wijziging aangebracht aan het
voorwerp van de aanvraag.
De interne verdeling van financiële sancties op grond
van artikel 260 VWEU POPELIER
Patricia JANSSENS Christine VANDENBRUWAENE
Werner
Op 17.10.2013 is België veroordeeld tot het betalen van een
boete en dwangsom per half jaar dat niet voldaan is aan de
verplichting tot omzetting van de richtlijn 91/271/EEG van
21.05.1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater.
Voor deze materie zijn echter de gewesten als enige bevoegd en
verantwoordelijk. Na dit arrest ontspon zich de discussie
welke niveau in de Belgische federale staat de last van deze
boete en mogelijks dwangsom zou moeten dragen. De auteurs gaan
in deze bijdrage in op deze discussie.
C.D.P.K., januari-februari-maart 2014, V.18, (1),
59-78
SWENNEN Ine en crts / Deputatie van de provincieraad van
Limburg en stad Bilzen R.v.St., 5 november 2012, 10e
K., nr. 221258
De screeningsnota motiveert uitdrukkelijk dat door de
realisatie van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
geen significante verstoring van het meest nabijgelegen
habitatrichtlijngebied te verwachten valt. De omwonenden tonen
niet aan dat het besluit houdende definitieve vaststelling van
het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en
onteigeningsplan op onjuiste feitelijke gegevens is gesteund
of kennelijk onredelijk is.
n.v. Blue Star Chemicals / Vlaamse
Gewest R.v.St., 28 februari 2013, 7e K., nr.
222677
De rechtsgevolgen van een aanmaning tot sanering verdwijnen
niet als de aangemaande (de exploitant van een enzymenfabriek)
laat weten af te zien van zijn voornemen tot overdracht.
Evenwel houden die rechtsgevolgen enkel in dat de overdracht
niet kan plaatsvinden vooraleer de overdrager aan bepaalde
verplichtingen heeft voldaan, en bijgevolg niet dat de
overdrager hoe dan ook tot bodemsanering moet overgaan. De
redenering dat elke beslissing van OVAM die een verplichting
inhoudt die past binnen de definitie van bodemsanering, als
aanmaning moet worden beschouwd, gaat niet op.
b.v.b.a. Bielen and Co / Vlaanse
Gewest R.v.St., 22 november 2012, 7e K., nr.
221462
Aan de exploitant van een metaalverwerkingsbedrijf wordt
een saneringsplicht opgelegd. De beslissing bepaalt dat hij
gezien wordt als de saneringsplichtige omdat de
verontreiniging minstens deels tot stand is gekomen op het
perceel waarvan hij de exploitant is. Het besluit steunt op de
vaststellingen van de bodemsaneringsdeskundigen en op de
onderzoeksresultaten van de bodemonderzoeken. De gedane
onderzoeksverrichtingen over het bronperceel van de
verontreiniging zijn voldoende duidelijk. Het besluit vermeldt
uitdrukkelijk de redenen op grond waarvan het is genomen en
waaruit kan worden afgeleid waarom de tegenargumenten niet
worden bijgetreden. Die motieven zijn duidelijk en afdoende.
07.11.2013 V. nr. 576 (K.): KB 01.12.1975 - Wijziging -
Decreet 05.06.2008 SENECAUT
Manuella Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie
en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor
Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister,WATHELET
Melchior *
De in art. 3 van het KB 01.12.1975 bevoegde personen worden
aangeduid door de Koning, op basis van art. 62 van de wet
16.03.1968 betreffende de politie over het wegverkeer, om
specifiek toe te zien op de naleving van de wetten betreffende
de politie over het wegverkeer evenals hun
uitvoeringsbesluiten.
V. en A., K., 24.03.2014,2013-2014, (153),
335-337
a.s.b.l. Terre Wallonne / Région
wallonne Cons. Etat, 13 juin 2013, 13e Ch., n°
223882
La réglementation litigieuse (réglant le montant des
amendes transactionnelles en ce qui concerne les bâtiments à
usage agricole) s'applique en cas de régularisation de
situations infractionnelles de bâtiments à usage agricole à la
législation sur l'urbanisme en Région wallonne. Toutefois, ce
sont ces situations infractionnelles elles-mêmes qui,
éventuellement polluantes, portent atteinte à l'objet social
de l'association environnement (à savoir, défendre les sols et
la flore sauvage) mais pas la réglementation contestée.
26.02.2014 MB houdende de vaststelling van specifieke
vereisten met betrekking tot de keuringsinstellingen voor de
keuring van de kwaliteitsborgingssystemen voor de inzamelaars,
handelaars en makelaars van gevaarlijke
afvalstoffen Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en
Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit besluit bepaalt dat kwaliteitsborgingssystemen (die
gebruikt worden door inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of
-makelaars van afvalstoffen) alleen gekeurd kunnen worden door
keuringsinstellingen die aan de voorwaarden vermeld in art. 2,
3, 4 en 6 VLAREMA voldoen. Het besluit bepaalt aan welke
voorwaarden keuringsinstellingen moeten voldoen om deze
keuringen te mogen uitvoeren.
B.S., 10.04.2014, V.184, (108), 30768-30769
04.03.2014 Verordening (EU) nr. 206/2014 wijz.
Verordening (EU) nr. 601/2012 wat betreft het
aardopwarmingsvermogen voor andere broeikasgassen dan
CO2 Europese Commissie
Bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 601/2012 inzake de
monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen
overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement
en de Raad wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze
verordening.
Publ.E.U., 05.03.2014, L65/27+bijlagen 28
25.02.2014 Verordening (EU) nr. 176/2014 wijz.
verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de
vaststelling van de hoeveelheden in 2013-2020 te veilen
broeikasgasemissierechten Europese
Commissie
In Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie zijn de
hoeveelheden emissierechten vastgesteld die elk jaar moeten
worden geveild, nadat de kosteloos toe te wijzen
emissierechten zijn afgetrokken van de hoeveelheid
emissierechten die dat jaar in de hele Unie worden verleend.
Aangezien het jaarlijks te veilen volume tussen 2014 tot 2016
afneemt, nemen de drempelwaarden voor het veilingvolume per
afzonderlijke veiling op een veilingplatform dat is aangewezen
door een lidstaat die niet aan de gezamenlijke actie
deelneemt, ook naar rato af. Verordening (EU) nr. 1031/2010
wordt dienovereenkomstig gewijzigd.
Publ.E.U., 26.02.2014, L56/11-13
21.02.2014 BVR houdende vaststelling van de regels
inzake het lozen van bedrijfsafvalwater op een openbare
rioolwaterzuiveringsinstallatie Vlaams Min. van
Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Dit besluit legt de regels vast over het lozen van
bedrijfsafvalwater op een openbare
rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het bevat eveneens bepalingen
in verband met saneringscontracten voor permanente lozingen,
tijdelijke lozingen, bronbemalingen en noodlozingen.
B.S., 09.04.2014,2e uitgave, V.184, (107),
30488-30493
11.02.2014 Verordening nr. 136/2014 wijz. Richtlijn
2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening
(EG) nr. 692/2008 van de Commissie wat betreft emissies van
lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en 6) en
Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie wat betreft
emissies van zware voertuigen (Euro VI) Europese
Commissie
Deze verordening bepaalt de modaliteiten van de
EG-typegoedkeuring met betrekking tot emissiegrenswaarden voor
fabrikanten van voertuigen.
Publ.E.U., 13.02.2014, L43/12-14+bijlagen 15-46
Bouwstop en verscherpte watertoets in
overstromingsgebied DE SMEDT Peter
In omzendbrief LNE/2013/1 worden richtlijnen opgenomen voor
de toepassing van de watertoets voor de vrijwaring van het
waterbergend vermogen in signaalgebieden (gebieden die
belangrijk zijn voor de waterhuishouding in Vlaanderen).
Achtereenvolgens komen de bouwstop, de verscherpte watertoets
en het verbod op creatie van nieuwe signaalgebieden aan bod.
In dit artikel neemt de auteur de omzendbrief onder de
loep.
Juristenkrant, 26.02.2014, (284), 6
Milieuvergunningenwegwijzer Vlaamse overheid -
Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)
De Milieuvergunningenwegwijzer is een webtool die
betrokkenen stapsgewijs helpt door het Vlaams reglement
betreffende de milieuvergunning (VLAREM). De gebruiker
doorloopt een aantal stappen en beantwoordt vraagjes. Hierop
wordt een resultatenpagina getoond met een aanduiding van de
klasse van uw bedrijf en de overeenkomstige rubrieken. Dit kan
men gebruiken bij het indienen van een melding of
milieuvergunningsaanvraag.
www.milieuinfo.be - Geraadpleegd op 04.04.2014
20.12.2013 Omz. De aanwending van de gemeentelijke
saneringsbijdrage en de gemeentelijke saneringsvergoeding -
Ref. LNE 2013/2 Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur
en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
Deze omzendbrief heeft tot doel om de aanwending van de
saneringsbijdrage- en vergoeding en de eruit voortvloeiende
verplichtingen van de gemeenten in herinnering te brengen en
nader toe te lichten.
B.S., 03.04.2014, V.184, (100), 28931-28932
25.03.2014 MB houdende nadere regels tot uitvoering van
art. 27/3 van het BVR 08.04.2011 houdende bepalingen van
rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar
waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de
levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de
uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen
waterverkoopreglement Vlaams Min. van Leefmilieu,
Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke *
De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk kent
aan de beschermde klant de bijkomende rechten toe op grond van
de inlichtingen die worden ingewonnen bij de Kruispuntbank van
de Sociale Zekerheid of bij andere overheidsinstellingen die
de rechten vermeld. Indien de toekenning niet kan gebeuren op
basis van deze inlichtingen, kent de exploitant de bijkomende
rechten uitsluitend toe op schriftelijke aanvraag.
B.S., 01.04.2014, V.184, (97), 28260
Omgevingsloket.be Vlaamse overheid
Deze website bevat het Omgevingsloket. Vanaf 01.06.2014 kan
men hier digitaal bouwaanvragen en -meldingen indienen. Op
termijn worden de bouwaanvragen samen met de
milieuvergunningsaanvragen geïntegreerd in de
omgevingsvergunning. Vandaar de naam Omgevingsloket. Er wordt
een rechtstreekse digitale verbinding opgezet tussen de
burger, de lokale besturen en de Vlaamse overheid. Doordat
overheden gegevens delen, neemt de snelheid, kwaliteit en
transparantie van de overheidsdienstverlening toe.
www.omgevingsloket.be/ - Geraadpleegd op
26.03.2014
Het beroep tot vernietiging van art. 11 van het dec. van
het Vlaamse Gewest van 28.06.2013 houdende diverse bepalingen
inzake energie Grondwettelijk Hof, 20 maart 2014,
arrest nr. 50/2014
Het Grondwettelijk Hof vernietigt art. 11 van het decreet
28.06.2013 houdende diverse bepalingen inzake energie, dat
art. 7.1.15 van het decreet 08.05.2009 houdende algemene
bepalingen betr. het energiebeleid wijzigt. Dit art. 11 is
namelijk onlosmakelijk verbonden met het eerder vernietigde
art. 13 van het decreet 13.07.2012 tot wijziging van het
Energiedecreet van 08.05.2009, wat betreft de
milieuvriendelijke energieproductie. Dat artikel werd
vernietigd wegens schending van de bevoegdheidverdelende
regels inzake energietarieven.
28.02.2014 Dec. wijz. wet 28.12.1967 betr. de
onbevaarbare waterlopen, meer bepaald de wijziging van de
classificatie en andere diverse wijzigingen Vlaams
Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,SCHAUVLIEGE Joke
*
Het decreet brengt diverse wijzigingen aan in de wet
28.12.1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen. De
wijzigingen hebben onder meer betrekking op de inschaling van
de onbevaarbare waterlopen in categorieën. Die inschaling
wordt aangepast teneinde te komen tot een efficiënter beheer
van de waterlopen dat is gesteund op een combinatie van
ervaring, deskundigheid en plaatselijke betrokkenheid.
Benevens een aantal andere inhoudelijke wijzigingen, zoals
onder meer die betreffende het openbaar onderzoek, bevat het
decreet voor het overige een groot aantal wijzigingen van
terminologische en technische aard.
B.S., 11.04.2014,2e uitgave, V.184, (110),
31836-31839
Commission européenne / République de
Chypre Cour Just. Comm. Eur., 18 juillet 2013, 6e
Ch., n° C-412/12
En ne procédant pas à la désaffectation de toutes les
décharges d'élimination incontrôlée des déchets qui sont
exploités sur son territoire ou en ne se conformant pas aux
exigences de la directive n° 1999/31/CE, la république de
Chypre n'a pas respecté les obligations qui lui incombent en
vertu de l'art. 14 de cette directive.
La preuve du lien de causalité et le préjudice
environnemental individuel MERVEILLE
Morgane
Dans cette contribution, l'auteur rappelle tout
d'abord les principes applicables en droit belge à la preuve
du lieu de causalité et relève les difficultés de rapporter
cette preuve pour les victimes de préjudices environnementaux
individuels. Ensuite, l'auteur présente les pistes de solution
élaborées par le législateur et la jurisprudence. Enfin,
l'auteur propose l'adoption d'une nouvelle disposition légale
spécifique sur laquelle ces victimes pourraient se baser pour
intenter leur action.
Amén., mars 2014, (1), 15-26
De prejudiciële vragen betr. art. 21, par. 6, 2°, juncto
art. 9, en art. 40bis (zoals ingevoegd bij art. 5 van het dec.
12.12.2003) van het dec. van het Vlaamse Gewest van 23.01.1991
inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de
verontreiniging door meststoffen Grondwettelijk Hof,
29 januari 2014, arrest nr. 18/2014
Art. 21, par. 6, 2°, juncto art. 9, en art. 40bis van het
Meststoffendecreet is niet discriminerend. Gelet op de
doelstelling van dit decreet en op de ruime
beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever ter zake
beschikt, is het niet zonder redelijke verantwoording de
verschillende producenten van mestoverschotten, ongeacht de
aard en de verwerkbaarheid van die mestoverschotten en met
toepassing van het beginsel 'de vervuiler betaalt', aan
dezelfde regeling inzake mestverwerking en de daaraan
verbonden superheffing te onderwerpen.
B.S., 18.04.2014,3e uitgave, V.184, (119),
33976-33979
De prejudiciële vragen over art. 12 van het dec. van het
Vlaamse Gewest van 02.07.1981 betr. de voorkoming en het
beheer van afvalstoffen (vóór de wijziging ervan bij art. 21
van het dec. 22.04.2005 Grondwettelijk Hof, 29
januari 2014, arrest nr. 15/2014
De art. 12 en 37 van het Afvalstoffendecreet van 02.07.1981
zijn discriminerend in de interpretatie dat zij de kostprijs
van een ambtshalve verwijdering van afvalstoffen door de OVAM
ten laste leggen van de eigenaar van een onroerend goed dat is
verontreinigd door afvalstoffen, niettegenstaande die eigenaar
niet wist en niet behoorde te weten dat het onroerend goed was
verontreinigd met afvalstoffen op het ogenblik dat hij
eigenaar is geworden.
B.S., 18.04.2014,3e uitgave, V.184, (119),
33953-33956
De beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van
art. 64 van het Vlaamse dec. 29.06.2012 wijz. het
Gemeentedecreet van 15.07.2005 (vervanging van art. 194) en/of
art. 59 van het Vlaamse dec. 29.06.2012 wijz. het
Provinciedecreet van 09.12.2005 (vervanging van art.
187) Grondwettelijk Hof, 23 januari 2014, arrest nr.
9/2014
Art. 194 GD bevat de mogelijkheid om als inwoner namens de
gemeente in rechte op te treden wanneer deze dit nalaat. Het
decreet 29.06.2012 wijzigde dit art. 194 GD door deze
mogelijkheid aanzienlijk in te perken. Het stilzitten van de
gemeente of de provincie zou sinds de wijziging slechts
aanleiding kunnen geven tot een vordering namens de gemeente
of de provincie in zoverre het schade aan het leefmilieu als
gevolg heeft, maar niet indien het een ander gevolg heeft. Het
Grondwettelijk Hof vernietigt in art. 194 GD en in art. 187
van het Provinciedecreet de woorden 'en als gevolg van dit
stilzitten het leefmilieu schade toegebracht wordt of een
ernstige dreiging op schade aan het leefmilieu
ontstaat'.
B.S., 04.04.2014, V.184, (102), 29289-29294
De beroepen tot vernietiging van art. 4 respectievelijk
de art. 4, 6 en 8 van het dec. van het Vlaamse Gewest van
13.07.2012 wijz. het Energiedecreet van 08.05.2009, wat
betreft de milieuvriendelijke
energieproductie Grondwettelijk Hof, 23 januari
2014, arrest nr. 8/2014
Dit arrest vernietigt enkele wijzigingen aan art. 7.1.1 van
het Energiedecreet, aangebracht door art. 4 van het decreet
13.07.2012. Het bestreden art. 4 voert met betrekking tot het
toekennen van groenestroomcertificaten aan producenten van
groene energie een onderscheid in tussen installaties met
startdatum vóór 01.01.2013 en installaties met startdatum
vanaf 01.01.2013. Verder stelt het ook dat de waarde van een
extra, nog niet volledig afgeschreven investering, in het
kader van de verlenging van de steunperiode, enkel in rekening
gebracht kan worden indien ze minstens 20 % van de
oorspronkelijke investering bedraagt. Deze beide regelingen
worden vernietigd.
B.S., 17.04.2014,2e uitgave, V.184, (116),
33166-33180
MB houdende de vaststelling van het Compendium voor
Monsterneming, meting en Analyse [...] Vlaamse
overheid - Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)
Het Compendium voor monsterneming, meting en analyse van
lucht (LUC), en de bijhorende inhoudstafel, (bijlage bij dit
besluit), worden goedgekeurd.
B.S., 03.04.2014, V.184, (100), 28883+bijlagen
28884-28889
OM / C.R., I.L. en O.F.S. b.v.b.a. Corr. Gent,
21 mei 2013
De uitbater van een zaal verhuurt deze aan iemand die er
danslessen organiseert. Hierdoor valt het onder de lijst van
hinderlijke inrichtingen klasse 2 en is dus
milieuvergunningsplichtig (art. 32.1 van bijlage I VLAREM).
Het gaat namelijk om een lokaal dat een dansgelegenheid omvat
en waarvan de totale oppervlakte van de voor het publiek
toegankelijke ruimte 100 m2 of meer bedraagt. De indeling als
hinderlijke inrichting klasse 2 is er omwille van de
(geluids)hinder die gepaard kan gaan met een dansgelegenheid.
Het maakt wat betreft de hinder geen verschil uit of de muziek
gespeeld wordt om te dansen tijdens een les dan wel als een
optreden of ontspanning.
x / Vlaamse Gewest MHHC, 16 juli 2013,
MHHC-13/64
Een bedrijf krijgt een alternatieve bestuurlijke geldboete
opgelegd wegens ettelijke schendingen van
exploitatievoorwaarden en de afvalstoffenwetgeving bij het
exploiteren van een klasse 2-inrichting voor het opslaan en
sorteren van oude materialen en autowrakken. Luidens art.
16.4.4 DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen
van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat er geen
kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de
bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boeten die
op grond van die feiten worden opgelegd.
LEGRAND Hendrik / Vlaamse Gewest R.v.St., 20
december 2013, 10e K., nr. 225927
Waarom met betrekking tot het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan de voorkeur wordt gegeven aan model 5 en de
gunstigere beoordeling van model 3 voor de aspecten landbouw,
grondinname, versnipperingsgraad van de percelen, natuur,
landschap, erfgoedwaarden, archeologie, bodem, water,
leefbaarheid, en kostprijs, alsook de globaal gunstigere
beoordeling voor model 3 terzijde wordt geschoven, blijkt
nergens uit. De beslissing houdende vaststelling van het
ruimtelijk uitvoeringsplan wordt geschorst.
v.z.w. Aktiegroep Leefmilieu Kempen / Vlaamse
Gewest R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr.
223862
De vernietiging bij arrest nr. 210985 van 03.02.2011 van de
milieuvergunning heeft niet meegebracht dat het Vlaamse gewest
geen nieuwe definitieve vergunning kon verlenen zonder art.
18, par. 1, 1e lid, van het milieuvergunningsdecreet te
schenden. De in bedoelde bepaling vermelde maximale
vergunningstermijn voor proefvergunningen, kan niet gelezen
worden als een op straffe van verval voorgeschreven
beslissingstermijn in het kader van de definitieve beoordeling
van milieuvergunningsaanvragen die in graad van beroep in
eerste instantie hebben geleid tot een vergunning op proef. De
debatten worden heropend.
b.v.b.a. Dedoncker P G / Vlaamse
Gewest R.v.St., 20 juni 2013, 7e K., nr.
223975
De kaalkap van het lot had enkel betrekking op de verkochte
populieren en wilgen, doch heeft de betrokken exploitant ook
andere boomsoorten geveld, waardoor zij voorbehouden bomen
heeft gekapt. Het kappen heeft enkel betrekking op de bomen
die het voorwerp waren van de openbare verkoping. Dit is ook
de bedoeling van het Bosdecreet, namelijk het behoud van bos,
en van de verkoopsvoorwaarden. De schorsing van de erkenning
van de betrokken exploitant van hout wordt dus behouden.
VAN DEN BRANDEN Monique, DENYS Liliane en LIBERTON
Elisabeth / Vlaamse Gewest R.v.St., 27 juni 2013, 7e
K., nr. 224143
Het Vlaamse Gewest verleent de uitbater van een sport- en
evenementencomplex toestemming om af te wijken van een aantal
milieuvoorwaarden van Vlarem II bij de uitvoering van
verbouwingswerken gericht op de verbetering van de
evacuatiemogelijkheden van de inrichting. De minister koppelt
een voorwaarde aan het verlenen van deze afwijking: er wordt
een maximaal aantal toeschouwers opgelegd, in functie van de
werkelijke evacuatiemogelijkheden van het gebouw. De afwijking
en de voorwaarde zijn dermate nauw met elkaar verbonden dat ze
tezamen in een individueel afwijkingsbesluit kunnen worden
opgelegd.
SIMONS Roger / Vlaamse Gewest R.v.St., 27 juni
2013, 7e K., nr. 224149
De betrokkene is eigenaar van een aantal percelen gelegen
in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Op deze
eigendom heeft de betrokkene verschillende hagen, knotbomen en
hoogstam fruitbomen omgeduwd en er worden bestuurlijke
maatregelen opgelegd. De betrokkene acht de taalwetgeving
geschonden die volgens hem inhoudt dat het bestreden besluit
ook in het Nederlands moest worden gesteld. Die kritiek mist
evenwel feitelijke grondslag. Uit de gegevens van de zaak
blijkt immers dat het bestreden besluit zowel in het
Nederlands als in het Frans werd gesteld.
b.v.b.a. Dixies / Deputatie van de provincie
Antwerpen R.v.St., 4 juli 2013, 7e K., nr.
224248
De beslissing om een vergunning voor een dancing te
weigeren is gestoeld op exact dezelfde motieven als deze die
de gemeente er toe bracht om de gevraagde vergunning in eerste
aanleg te weigeren. Het zijn nochtans deze motieven die het
voorwerp zijn van een omstandige, gedetailleerde en concrete
kritiek van de exploitant. Het manifest verzuim om de
opgeworpen beroepsargumenten op basis van een eigen
feitencontrole en oordeelsvorming te beantwoorden, is niet
verenigbaar met de elementaire vereisten van het legaliteits-
en opportuniteitsonderzoek waartoe de deputatie in het kader
van de administratieve beroepsprocedure gehouden is.
n.v. Carhouse / Deputatie van de provincie
Oost-Vlaanderen R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr.
224147
Een milieuvergunningsaanvraag wordt geweigerd omdat volgens
de deputatie van de provincie niet voldaan is aan alle
voorwaarden van de proefvergunning. Het gaat hier echter om
een nietszeggende stijlformule die geen steun vindt in de
feiten. Het bedrijf heeft namelijk alle voorwaarden nageleefd,
behalve het voorzien van een interventieplan. Dit gebrek wordt
gemotiveerd door de argumentatie dat een dergelijk plan geen
meerwaarde zou bieden, aangezien op de site slechts één
persoon aanwezig is die de inrichting goed kent, de afstand
tot de nooduitgangen slechts een paar meter bedraagt, er een
groot aantal brandblusapparaten aanwezig is, er geen lift
aanwezig is in de inrichting en er slechts één bouwlaag is. De
beslissing bevat geen uitleg over waarom deze motivering niet
gevolgd kan worden en wordt dan ook vernietigd.
KOSLOWSKI Emmanuel / Deputatie van de provincie
Oost-Vlaanderen R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr.
223858
Een textielreinigingsbedrijf verkrijgt een
milieuvergunning. In de gunningsbeslissing wordt gezegd dat
het gaat om activiteiten van een werkplaats van ambachtelijke
aard. Deze beoordeling is terecht. Een
textielreinigingsbedrijf brengt geen nieuwe producten voort
omdat de hoofdzakelijke activiteit bestaat uit het reinigen
van gebruikt textiel, het opnieuw gebruiksklaar maken en het
teruggeven aan de consument. Indien deze specifieke activiteit
gevoerd wordt door een kleine of middelgrote onderneming, wat
wijst op kleinschaligheid, kan aan deze activiteit een
ambachtelijk karakter toegekend worden.
ORLEANS Hilde en crts / Vlaamse
Gewest R.v.St., 3 december 2013, 10e K., nr.
225676
Het in het GRUP voorziene pakket aan natuurmaatregelen,
meer bepaald de ontwikkeling van 'robuuste natuur' in
de natuurkerngebieden, waarvan de uitvoering zal leiden tot
een goede lokale staat van instandhouding voor de relevante
Europees te beschermen habitats en soorten binnen de perimeter
van het GRUP, kan niet volstaan om te besluiten dat de
ingrepen geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke
kenmerken van de SBZ's (speciale beschermingszones) kunnen
veroorzaken, en dit in elk geval omdat de stedenbouwkundige
voorschriften van het GRUP niet op verordenende wijze lijken
te bepalen dat de realisatie van de natuurkerngebieden in het
noordelijk deel van de linkerscheldeoever noodzakelijk de
havenontwikkeling moet voorafgaan.
Over het beheer van afvalstoffen of hoe de ene bus de
andere niet is MALFAIT Tom ANNAERT
Werner
In deze bijdrage neemt de auteur de definitie van
'afvalstof' onder de loep. Verder zoomt hij ook in op
het onderscheid tussen huishoudelijk afval en bedrijfsafval.
Die grens is heel moeilijk aangezien het soms om dezelfde
producten kan gaan. Verder wordt ook de ophaling van afval
verder bekeken. De auteur plaatst ook een kanttekening in
verband met de gemeenten: zij hebben geen monopolie op het
inzamelen van huishoudelijk afval.
TOO, 2013, (3), 337-340
VERMEULEN Gaston en n.v. Immo-Vermeulen / Vlaamse
Gewest R.v.St., 4 juli 2013, 7e K., nr.
224244
De deputatie verleent een vergunning voor het verder
exploiteren en veranderen van een inrichting voor het
produceren van veranda's, ramen en deuren. De bevestiging van
die vergunning door de Vlaamse minister wordt vernietigd door
de Raad van State bij het arrest 214073 van 23.06.2011. De
betrokken inrichting wordt echter verder geëxploiteerd.
Hiertegen wordt een verzoek tot opleggen van bestuurlijke
maatregelen neergelegd. Dit verzoek wordt afgewezen, ook in
beroep wordt geen gehoor gegeven. De weigering wordt
gemotiveerd op het feit dat de exploitant beschikt over een
geldige milieuvergunning, de basismilieuvergunning. Deze
loutere vaststelling vormt geen afdoende verantwoording voor
de weigering om op te treden tegen een beweerd onvergunde
exploitatie.
MERTENS André en Gemeente Oosterzele / Deputatie van de
Provincie Oost-Vlaanderen R.v.St., 21 februari 2013,
7e K., nr. 222570
Er wordt aan een varkensbedrijf een vergunning verleend
voor het houden van maximaal 911 varkens. Daarmee wordt het
bestaande bedrijf, omvattende 125 varkens, toegelaten uit te
breiden tot het zevenvoudige van het voorheen bestaande aantal
stalplaatsen. De berekening van de bijkomende geuremissie ten
gevolge van de uitbreiding van de inrichting duidt op een
belangrijke toename van de geuremissie, zelfs inachtgenomen de
geurreducerende maatregelen die genomen worden en het gebruik
van de oude stal als quarantainestal. De inschatting van de
toename van de geuremissie mist een afdoende feitelijke
grondslag. De vergunningsbeslissing wordt daarom
vernietigd.
Verordening (EU) nr. (...) wijz. (bijlage) verordening
(EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad
inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en
beperkingen ten aanzien van chemische stoffen
(Reach) Europese Commissie
Dit document bevat de lijst van de verordeningen
die de bijlagen van de verordening (EG) 1907/2006 inzake de
registratie en beoordeling van en de autorisatie en
beperkingen ten aanzien van chemische stoffen wijzigen.
Publ.E.U., 28.03.2014, L93/24-25+bijlage 26-27
KB houdende toekenning van een bedrag 1250000 EUR aan
het 'Fonds ter reductie van de globale
energiekost' Min. van Financiën, belast met
Ambtenarenzaken,GEENS Koen * Staatssecretaris voor
Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister,
Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de
Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, en
Staatssecretaris voor voor Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd
aan de Minister van Financiën, belast met
Ambtenarenzaken,VERHERSTRAETEN Servais *
Voor het boekjaar 2014 wordt een bedrag van 576000 EUR
toegekend aan het 'Fonds ter reductie van de globale
energiekost' om de financiële kosten verbonden aan de leningen
of obligaties uitgegeven door het Fonds te compenseren. Een
bedrag van 1250000 EUR wordt eveneens toegekend aan het fonds.
De aanwending van dit bedrag zal gebeuren overeenkomstig aan
de art. 10 en 16, par. 2 van de bijlage aan het KB 06.07.2009
tot vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter
reductie van de globale energiekost.
B.S., 03.04.2014, V.184, (100), 28690-28691; B.S.,
03.04.2014, V.184, (100), 28691-28692
SEGHERS Antoon en crts / Deputatie van de provincieraad
van Antwerpen en Vlaamse Gewest R.v.St., 28 maart
2011, 10e K., nr. 212265 R.v.St., 10 september 2012,
10e K., nr. 220541
Bij het vaststellen van het bestreden provinciaal
ruimtelijk uitvoeringsplan diende een plan-MER (milieu effect
rapport) te worden opgemaakt aangezien het bestreden
uitvoeringsplan het kader vormt voor de toekenning van
toekomstige vergunningen voor één van de in bijlagen I en II
bij de Europese richtlijn 85/337/EG genoemde projecten.
|