25.04.2014 Dec. wijz. diverse bepalingen van het dec.
04.04.2003 betr. de oppervlaktedelfstoffen Vlaams
Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke
*
Het Oppervlaktedelfstoffendecreet wordt aangepast om de
bijzondere oppervlaktedelfstoffenplannen (BOD´s) te schrappen
als planfiguur en te vervangen door delfstoffennota's. Het
beoogt een betere integratie van de bestaande procedures en
processen van de bijzondere oppervlaktedelfstoffenplannen en
de daaropvolgende ruimtelijke uitvoeringsplannen. Er wordt ook
een betere afstemming gerealiseerd met het Materialendecreet,
waar bijzondere aandacht gaat naar materialenhiërarchie,
gesloten materiaalkringlopen en secundaire grondstoffen.
B.S., 30.06.2014, V.184, (186), 48544-48546
03.06.2014 Wet wijz. art. 179 van de wet 08.08.1980
betr. de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting
in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van
de Raad van 19.07.2011 tot vaststelling van een communautair
kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte
splijtstof en radioactief afval Vice-Eerste Min. en
Min. van Economie, Consumenten en Noordzee, VANDE LANOTTE
Johan * et al.
Deze wet zet de Richtlijn 2011/70/Euratom tot vaststelling
van een communautair kader voor een verantwoord en veilig
beheer van verbruikte splijtstof en radio-actief afval, om in
de Belgische wetgeving. De richtlijn waarborgt een verantwoord
en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief
afval, zodat wordt vermeden dat op toekomstige generaties een
onnodige last wordt gelegd.
B.S., 27.06.2014, V.184, (185), 48232-48237
25.04.2014 BVR wijz. BVR 12.12.2008 tot uitvoering van
titel XVI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen
inzake milieubeleid naar aanleiding van de evaluatie van titel
XVI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen
inzake milieubeleid Vlaams Min. van Leefmilieu,
Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke *
Dit besluit wijzigt een aantal bepalingen van het
Milieuhandhavingsbesluit. Het bevat onder andere regels over
het milieuhandhavingsprogramma, de toezichthouders en de
bestuurlijke dwangsom. Een aantal bijlagen wordt
vervangen.
B.S., 20.06.2014,2e uitgave, V.184, (178),
46482-46487+bijlagen 46488-46624
Het initiatiefrecht van de inwoners van de
ondergeschikte besturen kan weer in alle zaken, maar de
uitoefening ervan is in Vlaanderen moeilijker
geworden LEFRANC Pierre
Het Grondwettelijk Hof vernietigt in zijn arrest nr. 9/2014
in art. 194, lid 1, GD en in art. 187 van het Provinciedecreet
de woorden 'en als gevolg van dit stilzitten het leefmilieu
schade toegebracht wordt of een ernstige dreiging op schade
aan het leefmilieu ontstaat'. Dit zorgt dat de inwoners
van de gemeenten en provincies terug in alle zaken in rechte
kunnen optreden namens de gemeente (of provincie). In dit
artikel bij het betreffende arrest plaatst de auteurs een
kritische noot bij de (schijnbare) uitbreiding van het recht
van de inwoners van de gemeenten en provincies.
T.Milieurecht, mei 2014, V.23, (2), 170-180
E-waste: internationale handel en duurzaam
materialenbeheer. Beoordeling van de huidige praktijken in het
licht van de wetgeving VERMASSEN Michiel
Door de vele elektrische apparatuur die gebruikt wordt en
een relatief korte levensduur heeft, zijn maatregelen nodig
ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid
door preventie of beperking van de negatieve gevolgen van de
productie en het beheer van afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA). Dit artikel gaat in op de
negatieve gevolgen van het afgedankt elektronisch afval en op
de huidige regelgeving daaromtrent. Ten slotte reikt de auteur
enkele duurzame oplossingen aan om de afvalberg van
elektronische apparatuur te verwerken, zoals ecodesign.
T.Milieurecht, mei 2014, V.23, (2), 112-140
Praktische handleiding duurzame grootkeuken bestemd voor
grootkeukens en restaurants van
collectiviteiten COLLARD Jeanne CLOSSON
Catherine PONCELET Damien
Deze publicatie biedt aan grootkeukens een handleiding bij
het evolueren naar een duurzame grootkeuken. De handleiding
richt zich tot alle actoren betrokken bij een grootkeuken en
biedt hen principes om duurzame voeding te integreren in de
dagelijkse manier van werken van grootkeukens.
Brussel; Leefmilieu Brussel, 2013,412 p.
www.ibgebim.be - Geraadpleegd op 18.06.2014
DENAYER Toon en crts / Vlaamse Gewest en deputatie van
de provincie Vlaams-Brabant R.v.St., 14 november
2013, 7e K., nr. 225484
De Vlaamse overheid verleent een milieuvergunning voor het
exploiteren en veranderen van een zandgroeve. De overheid moet
een milieuvergunningsaanvraag ook op haar stedenbouwkundige
verenigbaarheid beoordelen. Het besluit bevat echter geen
concrete toets van de inrichting aan de goede ruimtelijke
ordening. De beslissing bevat namelijk enkel louter feitelijke
en beschrijvende vaststellingen. De overige overwegingen uit
het besluit betreffen de milieuhygiënische aanvaardbaarheid
van de inrichting. Deze kunnen niet worden beschouwd als een
stedenbouwkundige motivering. Het besluit is dan ook genomen
met schending van de formele motiveringsplicht en wordt om
deze reden vernietigd.
25.04.2014 Wet wijz. wet 21.12.1998 betr. de
productnormen ter bevordering van duurzame productie- en
consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de
volksgezondheid Vice-Eerste Min en Min. van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale
Culturele Instellingen, ONKELINX Laurette * et
al.
Deze wet stelt de sancties vast voor de overtredingen van
bepaalde Europese verordeningen over leefmilieu. De artikelen
van deze verordeningen waarop inbreuk kan gepleegd worden,
worden geïdentificeerd en ingedeeld al naargelang de ernst van
de inbreuk. De inspectiebevoegdheid inzake productnormen ter
bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en
ter bescherming van het leefmilieu wordt ook uitgebreid naar
een aantal federale instanties.
B.S., 17.06.2014,2e uitgave, V.184, (173),
45524-45529
Openbaar Ministerie / B. L. en C. M. Rb.
Limburg, 20 mei 2014, 13e K., R.N. 1284
De beklaagden hebben, opzettelijk, in strijd met de
wettelijke bepalingen of met een vergunning, afvalstoffen
opgehaald als inzamelaar zonder te beschikken over een
registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of
afvalstoffenmakelaar oud ijzer. Ze deden dit in strijd met
art. 13 par. 1 van het decreet 23.12.2011 betreffende het
duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, en
art. 6.1.3.1, 1e lid van het BVR 17.02.2012 tot vaststelling
van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van
materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA). Hierom worden
de beklaagden veroordeeld tot een geldboete.
03.03.2014 V. nr. 326 (Vl. P.): Klachten over
jachtgeschillen - Aanpak PEETERS
Dirk Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
SCHAUVLIEGE Joke *
Klachten over jachtgeschillen kunnen steeds worden
ingediend bij de provinciale cellen van de Natuurinspectie van
het ANB (Agentschap Natuur en Bos), waarvan de contactgegevens
beschikbaar zijn op de website van het ANB. Het ANB is bevoegd
om schendingen van de jachtregelgeving vast te stellen.
Daarnaast kunnen burgers met hun klachten ook terecht bij de
lokale politie die een algemene vaststellingsbevoegdheid
heeft.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
21.05.2014
21.03.2014 V. nr. 359 (Vl. P.): Nertskwekerijen -
Milieuvergunningen SANCTORUM Hermes Vlaams
Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke
*
Het Soortenbesluit verbiedt de introductie in het wild van
uitheemse soorten. Zolang deze dieren worden gehouden in een
volledig afgesloten omgeving valt dat niet onder introductie
en vormt dit geen probleem voor het Soortenbesluit. Bij een
volledig afgesloten inrichting is er dus geen afwijking op het
Soortenbesluit aan de orde.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
23.05.2014
13.03.2014 V. nr. 340 (Vl. P.): Projecten duurzaam
milieu- en natuurbeleid - Subsidiëring MARTENS
Bart Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
SCHAUVLIEGE Joke *
Het verenigingsleven in de milieu- en natuursector heeft
een maatschappelijke functie. Hiervoor wordt, naast de
middelen voorzien voor het projectsubsidiebesluit, jaarlijks
overeenkomstig het BVR 10.10.2003 tot vaststelling van de
bijzondere regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van
de milieu- en natuurverenigingen, voor 4750000 EUR structurele
subsidies uitgekeerd aan 37 erkende milieu- en
natuurverenigingen en ongeveer 250 streekverenigingen.
Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement -
Zitting 2013-2014
www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op
21.05.2014
JACOPS Luc / Deputatie van de provincie
Antwerpen R.v.St., 28 november 2013, 12e K., nr.
225624
Met betrekking tot de voorwaarde dat de inrichting
hoofdzakelijk vergund moet zijn, wordt in het bestreden
besluit gesteld dat blijkt dat slechts een deel van de
winkelruimte stedenbouwkundig vergund is. Bij de
stedenbouwkundige toetsing van een milieuvergunningsaanvraag
dient in principe uitgegaan te worden van de volledige
inrichting die in de regel bestaat uit onlosmakelijke
onderdelen. In voorliggende zaak valt niet in te zien hoe
enkel voor het gedeelte van de winkelruimte dat
stedenbouwkundig vergund is, een milieuvergunning verleend kan
worden. Die ruimte vormt in werkelijkheid immers één
ondeelbaar geheel. Aangezien in de bestreden beslissing
uitdrukkelijk wordt aangegeven dat de bestaande winkelruimte
slechts gedeeltelijk werd vergund, is niet voldaan aan art.
5.6.7, par. 1, VCRO.
VAN DYCK Marie-José / Deputatie van de provincie
Antwerpen R.v.St., 12 december 2013, 12e K., nr.
225785
Met het bestreden besluit wordt een inrichting voor het
bewerken van marmer, natuur- of kunststeen, gelegen in
woongebied, vergund. De inrichting wordt niet bestaanbaar met
het woongebied om de enkele reden dat in de bijzondere
vergunningsvoorwaarden wordt opgelegd dat het laden en lossen
moet gebeuren 'weg gericht' van de woning van de
omwonende of, ruimer, door andere bijkomende voorwaarden op te
leggen die het intrinsiek hinderlijk karakter van de
inrichting niet wezenlijk beïnvloeden. De inrichting is niet
bestaanbaar met de bestemming woongebied en verenigbaar met de
onmiddellijke omgeving. Het besluit wordt vernietigd.
BELET Piet / Stad Borgloon en deputatie van de
provincieraad van Limburg R.v.St., 10 december 2013,
10e K., nr. 225771
Een gemeente stelt een gemeentelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan op. In de toelichtingsnota en het
goedkeuringsbesluit staat dat gepaste maatregelen noodzakelijk
zijn om te garanderen dat het regenwater dat op privaat domein
valt de mogelijkheden krijgt om ter plaatse gebufferd te
worden. Desondanks stelt het besluit dat er in de
stedenbouwkundige voorschriften geen randvoorwaarden en
technische voorschriften werden opgenomen inzake een duurzaam
waterbeheer en dat hieraan de nodige en vereiste aandacht
besteed dient te worden in het kader van de stedenbouwkundige
vergunningsaanvragen. Aldus blijkt dat de plannende overheid
eraan heeft verzaakt de vereiste gepaste maatregelen op te
leggen en hoofdzakelijk zich ertoe heeft beperkt de
waterproblematiek door te schuiven naar de
vergunningverlenende overheid. Daarom wordt de beslissing
vernietigd.
11.06.2014 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij.
Wijziging van het sectoraal uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord
beheer van huishoudelijke afvalstoffen' vastgesteld door de
Vlaamse Regering op 14.12.2007 Vlaamse Overheid -
Leefmilieu Natuur en Energie - Afdeling
Milieuvergunningen
Het sectoraal uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord beheer van
huishoudelijke afvalstoffen' wordt gewijzigd. Door recente
wetgeving zijn nieuwe definities en bepalingen van kracht
waardoor ook de aanpassing van het sectoraal uitvoeringsplan
noodzakelijk is. De wijzigingen hebben uitsluitend betrekking
op de hoofdstukken '1.1 Het beleidsobject: huishoudelijke
afvalstoffen' en '4.4 Eindverwerking huishoudelijke en
bedrijfsafvalstoffen'.
B.S., 11.06.2014, V.184, (167), 44278
05.09.2013 V. nr. 561 (K.): Btw-picht voor particulieren
met zonnepanelen WOUTERS Veerle Min. van
Financiën, belast met Ambtenarenzaken, GEENS Koen
*
Indien de betrokkene geen andere activiteit verricht
waarvoor hij belastingplichtige is, handelt hij niet in de
uitoefening van een economische activiteit. Hij wordt voor de
verkoop van de groene stroomcertificaten niet als
belastingplichtige in de zin van art. 4 van het Btw-Wetboek
aangemerkt. De verkoop is dan ook niet aan de btw
onderworpen.
V. en A., K., 25.04.2014,2013-2014, (158),
236-239
19.03.2014 Wet wijz. wet 15.04.1994 betr. de bescherming
van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit
ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende
het Federaal Agentschap voor Nucleaire
Controle Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse
Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle *
Deze wet geeft de inspecteurs van het Federaal Agentschap
voor Nucleaire Controle betere handhavingsmiddelen en verleent
een inspectiebevoegdheid te verlenen aan contractuele
personeelsleden. Het schaft op termijn ook de hoedanigheid van
officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de
procureur des Konings in hoofde van de personeelsleden van het
Agentschap af.
B.S., 06.06.2014, V.184, (165), 43536-43543
16.04.2014 Verordening (EU) 517/2014 betr. gefluoreerde
broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr.
842/2006 Europees Parlement Raad van de
Europese Unie
Deze verordening wil het milieu beschermen door de uitstoot
van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen. Deze
verordening legt voorschriften vast betreffende de insluiting,
het gebruik, de terugwinning en de vernietiging van
gefluoreerde broeikasgassen, en hiermee verband houdende
begeleidende maatregelen, alsook voorwaarden betreffende het
op de markt brengen van specifieke producten en apparatuur die
gefluoreerde broeikasgassen bevatten of nodig hebben voor de
werking ervan, voorwaarden voor specifieke wijzen van gebruik
van gefluoreerde broeikasgassen en kwantitatieve limieten voor
het op de markt brengen van fluorkoolwaterstoffen.
Publ.E.U., 20.05.2014, L150/195-216+bijlagen
217-230
Wat betekent het groene punt op een
verpakking? DELATTER Christof
U vindt de twee in elkaar verstrengelde pijlen, het Groene
Punt-logo, op veel verpakkingen van producten die u dagelijks
gebruikt. Hoe groen het punt er ook uitziet, met
milieuvriendelijkheid van de verpakking die u aanschaft heeft
het niets te maken. Het logo betekent niet dat de verpakking
recycleerbaar is, noch dat ze selectief wordt ingezameld of
gemaakt is van gerecycleerd plastic. Het logo bewijst enkel
dat de producent van het product dat in de verpakking zit,
meebetaalt aan het inzamelsysteem voor verpakkingsafval dat
Fost Plus in België heeft opgezet.
Lokaal, 01.05.2014, (5), 55
04.04.2014 KB wijz. KB 16.07.2002 betr. de instelling
van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt
uit hernieuwbare energiebronnen Vice-Eerste Min. en
Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle
* Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en
Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken
en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming,
toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior
*
Om de last van de offshore toeslag voor de grote
industriële verbruikers te beperken, wordt voor de laatste zes
maanden van het jaar een degressiviteitsmechanisme en een
plafond ingevoerd zoals voor het stelsel van de federale
bijdrage elektriciteit. Om de homogeniteit en het gemak van de
berekening voor de leveranciers te garanderen, wordt vanaf nu
dezelfde berekeningsbasis gebruikt namelijk de netto
verbruikte elektriciteit.
B.S., 04.06.2014, V.184, (162), 42623-42626
09.05.2014 BVR wijz. Energiebesluit van 19.11.2010, wat
betreft de instanties bevoegd voor de behandeling van de
dossiers inzake de toekenning van groenestroomcertificaten,
warmte-krachtcertificaten en garanties van
oorsprong Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en
Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya *
Ingevolge de hervorming van de VREG (Vlaamse Regulator van
de Elektriciteits- en Gasmarkt) gaan de standaarddossiers rond
groenestroomcertificaten, warmtekrachtinstallaties en
garanties van oorsprong naar de distributienetbeheerders. De
expertisedossiers worden overgenomen door het Vlaams
Energieagentschap (VEA).
B.S., 03.06.2014, V.184, (161), 42536-42542
26.03.2014 V. nr. 896 (K.): Niet-naleving van de
Europese regelgeving inzake waterzuivering bij stedelijke
gebieden en agglomeraties - Boete (MV 22042) SCHILTZ
Willem-Frederik Vice-Eerste Min. en Min. van
Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken,
REYNDERS Didier *
Als een overeenstemming uitblijft tussen de gewesten over
een verdeelsleutel voor de boete die België heeft opgelopen
bij het Europees Hof van Justitie omwille van het in gebreke
blijven van onze Gewesten wat betreft de Europese
reglementering over waterzuivering, dan laat de beslissing van
het Overlegcomité toe aan de federale overheid om dit bedrag
terugbetaald te krijgen van de Gewesten volgens een voorlopige
verdeelsleutel, gebaseerd op de rechtspraak van het Hof van
Justitie van de EU.
V. en A., K., 30.04.2014,2013-2014, (159), 63-65
Provincie Vlaams-Brabant en crts / Vlaamse
Gewest R.v.St., 28 mei 2014, 7e K., nr.
227578
Gelet op de bijzondere verbintenissen die de Vlaamse
regering in het betrokken brownfieldconvenant heeft aangegaan,
heeft de Vlaamse minister de administratieve beroepen tegen de
beslissing van de deputatie tot weigering van de gevraagde
milieuvergunning, niet in alle objectiviteit, zonder
vooringenomenheid en zonder gebonden te zijn door eerder
aangegane overeenkomsten, kunnen beoordelen. Bijgevolg is het
bestreden besluit tot stand gekomen met schending van het
onpartijdigheidsbeginsel.
Gemeente Kalmthout / n.v. Van
Wellen-Thys Antwerpen, 5 september 2013, 17e
K.
De gemeente heeft de aanvraag afgewezen voor een
stedenbouwkundige vergunning voor het oprichten van 11
woningen, het slopen van een berging en het rooien van
hoogstammig groen, maar de aanvrager heeft bij de deputatie de
vergunning verkregen. De gemeente dient een verzoek in bij de
Raad voor Vergunningsbetwistingen tot nietigverklaring van
deze vergunning. Aangezien de procedure voor de Raad voor
Vergunningsbetwistingen niet opschortend werkt, maakt de
mogelijkheid deze vergunning uit te voeren, volgens de
gemeente een ernstige dreiging van een inbreuk op de wetgeving
inzake het leefmilieu uit. Het hof besluit dat er geen bewijs
voorligt van een kennelijke inbreuk dan wel een ernstige
dreiging van een inbreuk op de leefmilieuwetgeving.
Verontreinigde Vlaamse gronden in de nalatenschap: een
vergiftigd geschenk? MADOU Stéphanie
In dit artikel bespreekt de auteur de problematiek van het
erven van een verontreinigde grond. Er wordt stilgestaan bij
de verschillende elementen, waaronder de fiscale kant van de
zaak, die bepalen of het interessant is de nalatenschap te
aanvaarden of niet. De auteur onderzoekt ook of wetgeving
terzake nodig is.
R.W., 24.05.2014, V.77, (38), 1482-1498
De prejudiciële vraag over art. 9.1.3 van het dec. van
het Vlaamse Gewest van 08.05.2009 houdende algemene bepalingen
betr. het energiebeleid Grondwettelijk Hof, 24 april
2014, arrest nr. 67/2014
Art. 9.1.3 van het Energiedecreet (betreffende het opnemen
van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in
broeikasgasemissierechten) schendt de art. 5, 39 en 134 van de
Grondwet, in samenhang gelezen met de art. 2 en 19, par. 3,
van de bijzondere wet van 08.08.1980 tot hervorming der
instellingen en met de art. 2, par. 1, en 7 van de bijzondere
wet van 12.01.1989 met betrekking tot de Brusselse
instellingen. Het betreft aldus een schending van de
bevoegdheidsverdelende regels. De gevolgen van die decretale
bepaling worden gehandhaafd tot 31.12.2011.
B.S., 19.06.2014, V.184, (176), 46382-46385
Ragn-Sells AS / Sillamäe Linnavalitsus Hof van
Justitie EG, 12 december 2013, 5e K., nr. C-292/12
De verordening 1013/2006 en art. 16 van richtlijn
2008/98/EG staan een lokaal lichaam toe om de met inzameling
van afval op zijn grondgebied belaste onderneming ertoe te
verplichten, het gemengd stedelijk afvoer, ingezameld bij
particuliere huishoudens en bij andere producenten, te
vervoeren naar de meest nabijgelegen, daartoe geschikte
installatie die is gelegen in dezelfde lidstaat als dit
lichaam.
Milieuwetboek Vlarem II - 2013-2014 (3
delen) HEYMAN J. SMOUT L.
De Milieuwetboeken bieden een overzicht van de basisteksten
van de grondwet, de federale milieuwetgeving, de
samenwerkingsakkoorden en de Vlaamse milieuwetgeving. Het deel
Vlarem II biedt de actuele gecoördineerde tekst van Vlarem II,
de bijlagen bij Vlarem II en de codes van goede praktijk
inzake water. Deze teksten zijn in drie aparte volumes
beschikbaar.
Gent:Story-Scienta, 2013,1500 p.
L., C. en Natuurpunt de Torenvalk v.z.w. / Gemeente
Wielsbeke en Vlaams Gewest , gemeente Wielsbeke / e.v.a.
Waterwegen en zeekanaal en gemeente Wielsbeke / Katoen natie
n.v. Gent, 18 januari 2013, 9e K.
De gemeente is eigenaar van de deels opgevulde Leiearm en
een opgespoten terrein. De aankoop geschiedt voor de aanleg
van een containerpark, een gemeentelijke opslagplaats en een
groenzone voor passieve recreatie. Op het deelgebied tussen de
nieuwe Leie en deze meander heeft zich een spontaan bos (het
Leiebos) ontwikkeld op de opgehoogde gronden. De
milieuorganisatie wil de gemeente horen veroordelen tot het
verbod om deze Leiearm verder op te vullen of het Leiebos
verder te rooien. Naar het oordeel van het hof heeft de eerste
rechter op juiste gronden de vordering van de
milieuorganisatie onontvankelijk verklaard. De organisatie
heeft geen persoonlijke of eigen schade kunnen aantonen.
SEVENS Annick / Vlaamse Gewest R.v.St., 27
juni 2013, 7e K., nr. 224145
De betrokkene dient een milieuvergunningsaanvraag in voor
de exploitatie van een inrichting waar stroom en warmte zal
worden geproduceerd uit biomassa. Uit het ongunstig advies van
de afdeling Stedenbouwkundig Beleid blijkt dat de ontsluiting
van de bedrijvenzone van decisief belang is om ongunstig te
adviseren. In het licht van dit ongunstig advies is de loutere
stellingname in de bestreden beslissing dat de weg wel
voldoende breed is gezien de geringe verkeersdrukte, geen
afdoende motivering.
VAN BOGAERT Elisabeth, VAN BROECK Hilaire en DE BELIE
Paul / Provincie Oost-Vlaanderen en Vlaamse
Gewest R.v.St., 26 juni 2013, 10e K., nr.
224119
In de huidige stand van het geding kan de Raad van State
niet de mening delen van de dienst MER, die van oordeel is dat
de verwachte daling van de grondwaterstand op een duidelijke
manier beschreven en beoordeeld is geworden in het plan-MER en
dat voldoende milderende maatregelen werden voorgesteld.
Integendeel vestigt het plan-MER er juist zelf uitdrukkelijk
de aandacht op dat de inschatting van de effecten van de
realisatie van het plangebied op de grondwaterkwantiteit
onzeker is en dat er een grondwatermodel zou moeten worden
opgesteld om de effecten van verminderde infiltratie en van
grondwateronttrekking te beoordelen. De grondwatertoets is
onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd, wat een grond tot schorsing
uitmaakt van het bestreden besluit tot definitieve
vaststelling van het PRUP (provinciaal ruimtelijk
uitvoeringsplan).
v.z.w. x / Deputatie van de provincieraad van
West-Vlaanderen
H. M. v.z.w. / V. W. en M.
b.v.b.a. R.v.Vergunningsbetwistingen, 19 februari
2013, 3e K., nr. S/2013/0031 Rb. Brugge, 27 juni
2012, Nr. 12/1407/A
De deputatie heeft een stedenbouwkundige vergunning
verleend voor het uitbreiden van een serre en het aanleggen
van een waterput. Een milieuvereniging komt hier met succes
tegen op. De vereniging wijst op het feit dat het
projectgebied gelegen is in een landschappelijk waardevol
agrarisch gebied dat volgens haar een unieke landschapswaarde
heeft. Het feit dat er wordt verwezen naar een groenscherm is
op zich al indicatief dat de geplande werken moeilijk te
verenigen zijn met de schoonheidswaarde van het landschap.
n.v. Twin Properties / Deputatie van de provincieraad
van Limburg R.v.St., 21 juni 2010, 10e K., nr.
205506
Het betoog van de eigenaar dat het te ontbossen gebied
'slechts een kleine fractie van het bos' betreft en
aldus het kappen van de bomen op die oppervlakte niet tot
gevolg zal hebben dat het bos zal 'verdwijnen' doet
niet af aan de ontbossing. In het bosdecreet wordt geen
minimumoppervlakte gehanteerd opdat er sprake zou zijn van het
verdwijnen van het bos. Evenmin blijkt uit het bosdecreet dat
slechts sprake is van ontbossing wanneer door de kapping van
de aanwezige bomen geraakt wordt aan 'de bestemming van het
volledige betrokken gebied als zijnde een bos in de zin van
art. 3, par. 1, bosdecreet'. Het besluit tot de weigering
om het verbod tot ontbossing op te heffen is voldoende
verantwoordt en wordt gehandhaafd.
MB houdende de organisatie van een call voor het
indienen van steunaanvragen voor
nuttige-groenewarmteinstallaties met een bruto thermisch
vermogen van meer dan 1 MW, installaties voor de benutting van
restwarmte en installaties voor de productie en injectie van
biomethaan Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en
Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya *
In het kader van het Actieplan Groene Warmte bepaalt dit
besluit de organisatie van een call voor de invoering van een
steunregeling voor nuttige-groenewarmteinstallaties,
installaties voor de benutting van restwarmte en installaties
voor de productie en injectie van biomethaan. Bedoeling is
onder meer een verhoogde ecologiesteun in te voeren voor
nieuwe, groene technologieën.
B.S., 03.06.2014, V.184, (161), 42549-42551
DECORTE Bernard en crts / Deputatie van de provincieraad
van West-Vlaanderen en Vlaamse Gewest R.v.St., 12
november 2013, 10e K., nr. 225449
De toelichtingsnota bij het PRUP vermeldt dat een
locatieonderzoek door de dienst Ruimtelijke Planning van de
provincie werd uitgevoerd en dat dit onderzoek uitwees dat de
locatie als de meest gunstige locatie wordt beschouwd voor de
ontwikkeling van bijkomende regionale bedrijvigheid.
Voorafgaand aan de milieueffectrapportageprocedure, is de
keuze gemaakt om één enkele locatie voor het regionaal
bedrijventerrein op volwaardige wijze te onderzoeken.
Voorafgaand aan het plan-MER werd een 'screening'
uitgevoerd, ter gelegenheid waarvan werd benadrukt dat het
eruit resulterende document niet meer dan een 'globale
toetsing' bevat. Gelet op deze voorafgaande keuze, blijkt
de vereiste volwaardige vergelijking van redelijke
alternatieven niet te zijn geschied en is de vaststelling van
het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) aangetast
door een onwettig plan-MER, het besluit wordt geschorst.
n.v. Iret Development / Vlaamse
Gewest R.v.St., 18 april 2013, 7e K., nr.
223210
In haar oproep inzake het indienen van een aanvraag tot
onderhandelingen omtrent de totstandkoming van een
brownfieldconvenant, stelt de Vlaamse regering als voorwaarde
dat bij de aanvraag het schriftelijk bewijs wordt gevoegd dat
de gemeente waarin de onroerende goederen gelegen zijn, wenst
mee te werken aan de totstandkoming van het brownfieldproject.
Deze schriftelijke toezegging valt niet onder de duidelijke
bewoordingen van art. 8, par. 1, 2e lid, van het
brownfielddecreet, betreffende het oproepsysteem waar
specifieke projectkenmerken in opgenomen kunnen worden. Een
meer ruime interpretatie geven aan die bewoordingen druist in
tegen de duidelijke tekst. Het besluit waarbij de
projectaanvraag voor het verkrijgen van een
brownfieldconvenant 'ongegrond en onontvankelijk' wordt
verklaard, wordt vernietigd.
JANSSENS Marie en JANSSENS Greet / Vlaamse
Gewest R.v.St., 18 april 2013, 7e K., nr.
223207
Vermits de inrichting een reeds bestaande inrichting is
geldt als voorwaarde voor de milieuvergunning dat de
inrichting hoofdzakelijk vergund moet zijn (stedenbouwkundig).
Art. 5.6.7, par. 1, VCRO maakt immers een duidelijk
onderscheid tussen vergunbare en vergunde inrichtingen. De
vraag die de vergunningverlenende overheid zich moet stellen,
is niet of de inrichting stedenbouwkundig vergunbaar is, maar
wel of zij hoofdzakelijk vergund is. In zijn arrest nr. 211645
van 01.03.2011 heeft de Raad van State reeds geoordeeld dat
dit niet het geval is. In het bestreden besluit wordt
bijgevolg op onwettige wijze toepassing gemaakt van art.
5.6.7, par. 1, VCRO.
x / Vlaamse Gewest R.v.St., 18 april 2013, 7e
K., nr. 223205
Het gewest verleent een afvalverwerkend bedrijf een
milieuvergunning. Deze steunt, op stedenbouwkundig vlak, op de
principiële verenigbaarheid van de inrichting met de
bestemming als nijverheidszone waarin het volgens het BPA is
gelegen. Dit BPA is geconcipieerd als een afwijkend BPA ten
opzichte van het gewestplan, dat voor de desbetreffende
percelen voorzag in een bestemming als agrarisch gebied. De
motivering bij dat afwijkend BPA is niet dienend om aan te
tonen dat de bestemming landbouwgebied, vastgesteld in het
gewestplan, achterhaald is of niet meer verwezenlijkt kan
worden. Het BPA heeft louter tot doel een zonevreemd bedrijf
op zijn actuele locatie te bestendigen en dit bedrijf
uitbreidingsmogelijkheden te bieden. Het betrokken BPA dient
dan ook, met toepassing van art. 159 van de Grondwet, buiten
toepassing te worden gelaten.
b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest MHHC, 7 maart
2013, MHHC-13/17-VK
In deze zaak krijgt een bedrijf een bestuurlijke geldboete
opgelegd wegens de schending van milieuvoorwaarden bij de
exploitatie van een mobiele breekinstallatie, met name door
het overschrijden van de geluidsnorm en door het niet nemen
van de nodige maatregelen om geluids- en stofhinder te
voorkomen. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat de
gewestelijke entiteit, bij het bepalen van het boetebedrag,
niet kennelijk onredelijk heeft geoordeeld.
b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest MHHC, 9 april
2013, MHHC-13/30-VK
In deze zaak vernietigt het Milieuhandhavingscollege
gedeeltelijk de beslissing van de gewestelijke entiteit in
zoverre zij een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt
wegens het aanvaarden en verwerken, als biogasinstallatie, van
dierlijke bijproducten van categorie 1 zonder de vereiste
milieuvergunning en erkenning en met schending van
toepasselijke exploitatievoorwaarden betreffende de
aanvaarding van afvalstoffen. Bij de berekening van de
geldboete (en meer bepaald de opdeciemen) werd immers een fout
gemaakt.
b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest MHHC, 25 april
2013, MHHC-13/40-VK
Een bedrijf krijgt een administratieve bestuurlijke
geldboete wegens het niet-naleven van de lozingsnormen van het
bedrijfsafvalwater wat de parameters zuurtegraad, totaal
fosfor, chroom en koper betreft. Het Milieuhandhavingscollege
beslist om de boete te verlagen, omdat er in het verleden geen
processen-verbaal zijn opgemaakt, omdat onterecht de
boeteverzwarende omstandigheid 'frequentie' in rekening
werd gebracht en tot slot, omdat het bedrijf, nadat zij kennis
had gekregen van de resultaten, onverwijld maatregelen heeft
getroffen.
Gedelegeerde richtlijn n° (...) wijz., met het oog op
aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage (...)
bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad
wat betreft een vrijstelling voor (...)
toepassingen Europese Commissie
Dit document bundelt de wijzigingen aan de bijlagen bij
richtlijn 2011/65/EU betreffende de beperking van het gebruik
van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en
elektronische apparatuur.
Publ.E.U., 20.05.2014, L148/72-73+bijlage 73; Publ.E.U.,
20.05.2014, L148/74-75+bijlage 75; Publ.E.U., 20.05.2014,
L148/76-77+bijlage 77; Publ.E.U., 20.05.2014,
L148/78-79+bijlage 79; Publ.E.U., 20.05.2014,
L148/80-81+bijlage 81; Publ.E.U., 20.05.2014,
L148/82-83+bijlage 83; Publ.E.U., 20.05.2014,
L148/84-85+bijlage 85; Publ.E.U., 20.05.2014,
L148/86-87+bijlage 87
Cittaslow Cittaslow International
Cittaslow diffuse la philosophie du Slow Food auprès des
collectivités locales et des autorités locales, en appliquant
les concepts de l'ecogastronomy à la pratique de la vie
quotidienne. Cittaslow verspreidt de filosofie van Slow
Food aan lokale gemeenschappen en aan de regering van de
steden, en brengt de principes van ecogastronomy in de
praktijk van het dagelijks leven.
www.cittaslow.org - Consultation le 23.06.2014
www.cittaslow.org - Geraadpleegd op 23.06.2014
|