De maandelijkse juridische nieuwsbrief van Vlaamse Polders en Wateringen brengt U op de hoogte van alle verschenen juridische nieuwigheden van de afgelopen maand inzake leefmilieu en waterbeleid.

22.04.2014 MB wijz. MB 28.06.2011 betr. de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De privéwaterafvoer wordt geacht niet conform de geldende wettelijke en technische voorschriften te zijn indien, in geval van keuring, er geen hemelwaterput is geplaatst conform de bepalingen van het BVR 01.10.2004, of, voor vergunningsaanvragen vanaf 01.01.2014, het BVR 05.07.2013.

B.S., 26.08.2014, V.184, (234), 63874


14.05.2014 MB houdende de uitwerking van de CO2-neutraliteit op de bedrijventerreinen
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Elk bedrijventerrein waarvoor subsidies worden aangevraagd voor de (her)aanleg en waarbij nieuwe kavels worden aangelegd, moet CO2-neutraal zijn. Het besluit bepaalt de berekenings- en handelwijze om CO2-emissies te compenseren, de rapporteringsverplichting en controle en de sancties.

B.S., 25.08.2014, V.184, (233), 63774-63775


16.07.2014 MB betr. de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het BVR 19.07.2013 tot regeling van de informatie-, preventie-, inperkings- en herstelplicht inzake milieuschade, het verzoek om maatregelen en de beroepsprocedure
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het BVR 19.07.2013 tot regeling van de informatie-, preventie-, inperkings- en herstelplicht inzake milieuschade, het verzoek om maatregelen en de beroepsprocedure, treedt in werking op 04.09.2014, met uitzondering van art. 8 en 9.

B.S., 25.08.2014, V.184, (233), 63759


22.05.2014 Wet wijz. wet 06.04.1995 betr. de voorkoming van verontreiniging door schepen en de wet 20.01.1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België
Min. van Justitie, TURTELBOOM Annemie
et al.

Een aantal definities binnen de wet 20.01.1999 ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, worden aangepast. De overheden met bevoegdheid op zee, zoals aangeduid door dezelfde wet, kunnen door de Koning bekleed worden met de bevoegdheid van officier van de gerechtelijke politie, waardoor zij opsporingsbevoegdheid krijgen, inclusief het afnemen van verhoren.

B.S., 25.08.2014, V.184, (233), 63736-63737


01.07.2014 MB wijz. bijlage I van het BVR tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in art. 8 van het dec. 18.07.2003 betr. het integraal waterbeleid
Vlaams Min. van Mobiliteit en Openbare Werken, CREVITS Hilde
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De kaart in bijlage bij dit besluit vervangt de kaart in bijlage I van het BVR 20.07.2006. Deze kaart is een weergave van de overstromingsgevoelige gebieden in Vlaanderen.

B.S., 22.08.2014,2e uitgave, V.184, (232), 63655+bijlage 63655-63657


09.05.2014 BVR tot uitvoering van hoofdstuk IIter van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit regelt de procedure die gemeenten moeten volgen bij het overnemen van het beheer van grachten en het vastleggen van de erfdienstbaarheidszone die nodig is om dit beheer uit te voeren. De gemeente moet een openbaar onderzoek organiseren en moet de beslissing tot overname van het beheer en de beslissing om een erfdienstbaarheid op te leggen bekendmaken aan het publiek.

B.S., 20.08.2014,2e uitgave, V.184, (228), 61110-61111


25.04.2014 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 08.07.2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit wijzigt het BVR 08.07.2005 in het kader van het landbouwbeleid. Onder andere de regels in verband met de erosiegevoeligheid, het lozen van gevaarlijke stoffen in het grondwater en de gewasbeschermingsmiddelvrije zone worden gewijzigd.

B.S., 19.08.2014, V.184, (226), 60872-60873+bijlagen 60874-60879


17.12.2013 Verordening (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Deze verordening bevat voorschriften voor de financiering van de uitgaven in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), met inbegrip van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling, het bedrijfsadviseringssysteem, de door de lidstaten op te zetten beheers- en controlesystemen, het randvoorwaardensysteem en de goedkeuring van rekeningen.

Publ.E.U., 20.12.2013, L347/549-600+bijlagen 601-607


08.05.2014 KB tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken
Vice-Eerste Min. en Min. van Economie, Consumenten en Noordzee, VANDE LANOTTE Johan *
et al.

Dit besluit voert de wet 21.12.1998 betreffende productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers uit. Het is verboden bouwproducten in de handel te brengen, op de markt aan te bieden, die niet in overeenstemming zijn met de drempelniveaus voor de emmissies vastgelegd in bijlage 2 bij dit besluit. Ter herinnering, onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, houden de door de Koning aangewezen ambtenaren en beambten toezicht op de naleving van de bepalingen van deze wet, van de ter uitvoering daarvan genomen besluiten en van de verordeningen van de Europese Gemeenschap die opgenomen zijn in de bijlage bij deze wet.

B.S., 18.08.2014, V.184, (225), 60605-60609+bijlagen 60609-60615; Verslag aan de Koning 60603-60604; Advies van de Raad van State 60604-60605


02.07.2014 KB tot regeling van de uitvoering van de controles op de toepassing van de wet 21.12.1998 betr. productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers
Vice-Eerste Min. en Min. van Economie, Consumenten en Noordzee, VANDE LANOTTE Johan *
et al.

Dit besluit voert de wet 21.12.1998 betreffende productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers uit met betrekking tot de controle op de toepassing ervan. Ter herinnering, onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, houden de door de Koning aangewezen ambtenaren en beambten toezicht op de naleving van de bepalingen van deze wet, van de ter uitvoering daarvan genomen besluiten en van de verordeningen van de Europese Gemeenschap die opgenomen zijn in de bijlage bij deze wet.

B.S., 14.08.2014,2e uitgave, V.184, (224), 60243-60248


09.05.2014 BVR wijz. BVR 03.04.2009 betr. de nadere regels inzake het nutriëntenbalansstelsel als vermeld in art. 25 van het Mestdecreet
Vlaams Min. van Omgeving, Natuur en Landbouw, SCHAUVLIEGE Joke *

Dit besluit wijzigt het besluit met de regels van het nutriëntenbalansstelsel, zoals vermeld in het Mestdecreet. Het gaat om enerzijds een inhoudelijke aanpassing door een betere voederconversie en anderzijds een aantal technische correcties.

B.S., 11.08.2014, V.184, (220), 58276-58277


26.05.2014 MB wijz. art. 2 van het MB 25.06.2012 houdende regeling van specifieke steunmaatregelen die een meerwaarde opleveren voor het landbouwmilieu ter uitvoering van art. 2decies tot en met 2duodecies van het BVR 08.07.2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

In het kader van specifieke steunmaatregelen die een meerwaarde opleveren voor het landbouwmilieu, bedraagt de totale beschikbare enveloppe in 2014 2800000 EUR voor de specifieke steun voor groenbedekkers en 97426 EUR voor de specifieke steun voor de instandhouding van het Piétrainras in de varkenssector.

B.S., 08.08.2014, V.184, (219), 58061-58062


n.v. x / P., b.v.b.a. P. en n.v. T.
Rb. Brussel, 25 januari 2013, 23e K., nr. 11/1428/A

Nadat een woonhuis op en met een nijverheidsgrond wordt verkocht, blijkt dat de bodem verontreinigd is. Er wordt niet aangetoond dat de verkoper in de periode dat hij eigenaar was enige activiteit heeft ondernomen of toegelaten die de verontreiniging zou hebben kunnen veroorzaken. De koper levert niet het bewijs dat de verkoper op de hoogte was van de verontreiniging van het terrein. Het wordt dan ook evenmin bewezen dat dergelijke situatie werd verzwegen of verdoezeld voorafgaand aan de koop.


DE BLESER Johan en SCHEMBRI Kjell / Gewestelijke stedenbouwkunige ambtenaar
R.v.Vergunningsbetwistingen, 28 mei 2013, 3e K., nr. S/2013/0144

De Raad schorst in deze zaak een stedenbouwkundige vergunning die werd verleend voor het bouwen van een sportgebouw en de aanleg van sportterreinen, een parking en omgevingsaanleg. Of het vergunningverlenend bestuursorgaan de middels art. 16, par. 1, van het Natuurbehoudsdecreet opgelegde zorgplicht is nagekomen moet blijken, uit de bestreden beslissing zelf, minstens uit de stukken van het dossier. Overeenkomstig dit artikel was een natuurtoets vereist. Uit de beslissing blijkt echter niet dat er werd onderzocht of het project geheel of gedeeltelijk vermijdbare schade aan de natuur tot gevolg heeft.


17.12.2013 Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten vastgesteld. Met het oog op een gezond begrotingsbeheer voor de schoolfruit- en groentenregeling en schoolmelkregeling van de Unie worden voor elke regeling adequate bepalingen vastgesteld.

Publ.E.U., 20.12.2013, L347/671-768+bijlagen 769-854


06.06.2014 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 14.07.2004 betr. het erkennen van centra en subsidiëren van sensibiliseringsacties ter bevordering van een duurzame landbouw
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit wijzigt het besluit over het subsidiëren van duurzame landbouw. Het gaat om een actualisering en in overeenstemming brengen met de Europese regelgeving van een aantal bepalingen. Onder andere de regels over de uitbetaling van de subsidies worden aangepast.

B.S., 06.08.2014, V.184, (217), 57401-57402


04.04.2014 BVR wijz. BVR 23.01.2004 betr. de subsidiëring van bepaalde werken, leveringen en diensten die in het Vlaamse Gewest door of op initiatief van lagere besturen of ermee gelijkgestelde personen worden uitgevoerd
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit zet het subsidiebesluit van OVAM van 23.01.2004 in om lokale besturen te laten overschakelen van een afvalstoffenbeleid naar een meer geïntegreerd materialenbeleid, zoals voorzien is in het Materialendecreet. Zo wordt de mogelijkheid gecreëerd om een beperkt aantal innovatieve projecten te subsidiëren. In het kader van een administratieve vereenvoudiging wordt de regeling voor de bevoegdheid voor het goedkeuren van subsidiedossiers meer eenduidig gemaakt.

B.S., 04.08.2014, V.184, (215), 56885-56886


09.07.2014 Verordening (EU) nr. 743/2014 tot vervanging van bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 601/2012 wat betreft de minimale analysefrequenties
Europese Commissie

Bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 601/2012 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening. In bijlage VII bij Verordening (EU) nr. 601/2012 zijn de minimale analysefrequenties voor desbetreffende brandstoffen en materialen vastgesteld die door de industriële exploitanten moeten worden toegepast voor het bepalen van berekeningsfactoren.

Publ.E.U., 10.07.2014, L201/1-2+bijlage 2


15.05.2014 Wet houdende diverse bepalingen inzake het milieu
Vice-Première Min. et Min. de l'Intérieur et de l'Egalité des Chances, MILQUET Joëlle
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

Deze wet geeft de inspectie die toezicht houdt op de naleving van de productnormen de mogelijkheid om kopieën te nemen van informatie die zij wensen te onderzoeken. Zij kunnen producten die niet conform zijn of waarvan zij vermoeden dat zij niet conform zijn, verzegelen om niet per se in beslag te moeten nemen alsook de persoon die niet conforme producten op de markt brengt opleggen deze terug te nemen.

B.S., 30.07.2014, V.184, (212), 56136-56138


VERHELST Johan / Deputatie van de provincie Limburg
R.v.St., 20 maart 2014, 7e K., nr. 226822

Een groothandel in groenten en fruit verkrijgt een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van de inrichting. De deputatie gaat in haar besluiten in op het argument van de onbevoegdheid. De bestreden besluiten zijn formeel met redenen omkleed. Uit het verzoekschrift blijkt overigens dat de betrokken omwonende op de hoogte is van de redenen waarom de deputatie zich bevoegd acht tot het toekennen van een afwijking op de sectorale norm van art. 5.15.0.6, par. 1, van Vlarem II. Dit artikel voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid van afwijking in de vergunning. Gezien de duidelijke bewoordingen van deze bepaling, zijn het college en de deputatie, bevoegd om bij het verlenen van een milieuvergunning, zonder tussenkomst van de minister, af te wijken van de verbodsbepaling uit voornoemd artikel.


n.v. Baeck   Jansen / Deputatie van de provincie Antwerpen
R.v.St., 13 maart 2014, 7e K., nr. 226734

De betrokkene dient een milieuvergunningsaanvraag in voor het exploiteren van een inrichting. De vergunde inrichting is volgens het gewestplan gelegen in een KMO-gebied. De Raad van State gaat na of het bestuur naar behoren heeft onderzocht of het bedrijf wel een plaats heeft in een KMO-gebied. Uit de motivering blijkt dat de deputatie de aangevraagde inrichting verenigbaar acht met het aangehaalde bestemmingsvoorschrift. De desbetreffende motieven spitsen zich toe op de toestand ter plaatse alsmede op de specifieke kenmerken van de inrichting en de omvang van de beoogde activiteiten. Op basis van deze elementen is de deputatie terecht tot de vaststelling gekomen dat de kwestieuze inrichting in een KMO-gebied kan worden toegelaten.


DE WITTE Nico en crts / Gemeente Wevelgem, Provincie West-Vlaanderen en Vlaamse Gewest
R.v.St., 25 maart 2014, 10e K., nr. 226878

Aangezien het bestreden gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) niet het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau, noch een kleine wijziging inhoudt, betrekking heeft op ruimtelijke ordening en het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een stadsontwikkelingsproject met een brutovloeroppervlakte van 5000 m² handelsruimte, moest een plan-MER zijn opgesteld. Nu dat niet is gebeurd, schenden de definitieve vaststelling en de goedkeuring van het bestreden RUP de geldende voorschriften (onder andere van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS)).


SNELS Lucas en b.v.b.a. Snelvri / Vlaamse Gewest
R.v.St., 20 maart 2014, 7e K., nr. 226824

In 1989 vroeg een uitbater van varkensstallen met 600 varkens een vergunning aan voor het houden van 2520 varkens. Deze wordt geweigerd en het beroep hiertegen wordt over de jaren daarna telkens zonder voorwerp verklaard, omdat volgens de overheid de documenten en de plannen van de originele aanvraag niet met de bestaande toestand overeenkomen. De Raad van State vernietigde deze beslissingen steeds. Te dezen wordt vastgesteld dat de overheid zich heeft beperkt tot de opsomming van een aantal reglementaire ontwikkelingen sinds het indienen van de aanvraag. Ze heeft echter niet onderzocht of de deze voorschriften effectief van toepassing zijn bij de beoordeling van de volledigheid van de in 1989 ingediende aanvraag waarover in 2013 uitspraak wordt gedaan. Bijgevolg heeft de overheid het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden.


VANHOUCKE Guy en crts / Vlaamse Gewest
R.v.St., 27 maart 2014, 7e K., nr. 226898

Het gewest is de aanvrager van de vergunning voor de exploitatie van een windturbinepark met drie windturbines niet gevolgd in haar redenering dat de woningen van personen die een gebruiksrecht op een grond verlenen ten behoeve van de exploitatie van een inrichting, geen vreemde woningen zijn voor de toepassing van de sectorale milieuvoorwaarden. Het gewest bevestigt dat ook voor die woningen moet worden voldaan aan de grenswaarden inzake geluid. Deze grenswaarden zijn 9 dagen na het verlenen van de vergunning de sectorale milieuvoorwaarde voor de inrichting geworden. Desondanks heeft het gewest de milieuvergunning verleend, zonder enige waarborg dat de inrichting kan voldoen aan die normen. Hiermee is het gewest haar plicht tot zorgvuldigheid en motivering niet nagekomen.


De queeste naar de heilige graal van de duurzame gebiedsontwikkeling: (not) taking no for an answer?
SCHOUKENS Hendrik

Dit artikel onderzoekt de toepassing van de natuurtoets voorzien in de Habitatrichtlijn, en meer bepaald hoeveel gewicht er wordt gegeven aan de aantasting van de natuur enerzijds en de economische gevolgen anderzijds.

T.R.O.S., april-mei-juni 2014, V.18, (74), 4-22


03.07.2014 MB betr. het vervoer en de verwerking van meststoffen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit bevat regels voor het vervoer van meststoffen, conform aan een aantal recente aanpassingen aan Europese regelgeving, aan het Mestdecreet, aan de administratieve praktijk en aan recente technologische evoluties. Het bevat een aantal nieuwe voorstellen zodat de Mestbank haar taak met betrekking tot de opvolging van nutriëntenstromen via transporten van meststoffen beter kan uitvoeren of om antwoord te bieden op aspecten van de regelgeving die op het terrein onhaalbaar zijn. Het regelt onder andere de wegingen en analyses van vervoerde meststoffen, de mestverwerkingscertificaten en het AGR-GPS-systeem.

B.S., 28.07.2014,1e uitgave, V.184, (209), 55924-55930+bijlagen 55930-55936


13.07.2014 KB betr. de energie-efficiëntie-eisen in het kader van bepaalde overheidsopdrachten betr. de verwerving van producten, diensten en gebouwen
Eerste Min., DI RUPO Elio *
et al.

Dit besluit bepaalt de vereisten op het vlak van energie-efficiëntie in het kader van bepaalde overheidsopdrachten voor de verwerving van producten, diensten en gebouwen. Het voorziet zo in de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2012/27/EU. Die richtlijn heeft als doel een gemeenschappelijk kader op te stellen van maatregelen voor de bevordering van de energie-efficiëntie binnen de Europese Unie.

B.S., 18.07.2014,2e uitgave, V.184, (203), 54390-54393; Verslag aan de Koning 54385-54388; Advies van de Raad van State 54389-54390


G.M.A.V., beklaagde en VBG n.v., beklaagde
Cass., 4 februari 2014, 2e K., P121757

De vrijstelling van milieuvergunning voor de mechanische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen afkomstig van wegenwerken geldt alleen voor de kadastrale percelen of gronden waarop de stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, ook al gaat het om tijdelijke werken voor dewelke geen specifieke afzonderlijke stedenbouwkundige vergunning vereist is. Deze vrijstelling geldt bijgevolg niet voor andere percelen of gronden waartoe de werfzone werd uitgebreid en waarop de stedenbouwkundige vergunning geen betrekking heeft.


K.M.D.S., beklaagde / Y.A.M.I.C.D., beklaagde
Cass., 17 december 2013, 2e K., P120723

Een uitbater gaat in cassatieberoep tegen zijn veroordeling voor het bewust begaan van een inbreuk op de regelgeving inzake geluidshinder. Het bestreden arrest oordeelt terecht dat het KB 24.02.1977 houdende de vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen (het Geluidsnormbesluit) van toepassing was. Deze bepalingen zijn immers enkel van toepassing op niet-ingedeelde inrichtingen en de exploitatie en de inrichting was op dat moment geen vergunningsplichtige inrichting. Het cassatieberoep wordt ook voor het overige verworpen.


Begro Frozen Foods n.v. / Vlaamse Milieumaatschappij
Cass., 12 december 2013, 1e K., C120138

Wanneer de heffing op de waterverontreiniging voor het jaar 1991 niet vrijwillig wordt voldaan, moet er door de met de invordering belaste ambtenaar een dwangbevel worden uitgevaardigd teneinde tot de gedwongen invordering te kunnen overgaan. Het onderdeel dat geheel ervan uitgaat dat de milieumaatschappij via de gemeenrechtelijke procedure van dagvaarding voor de rechtbank van eerste aanleg betaling kan vorderen van de heffing, faalt naar recht.


22.05.2014 KB tot vaststelling van de minimumeisen voor het aanbrengen van milieuboodschappen op bouwproducten en voor het registreren van milieuproductverklaringen in de federale databank
Vice-Eerste Min. en Min. van Economie, Consumenten en Noordzee, VANDE LANOTTE Johan *
Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

Dit besluit bepaalt de voorwaarden voor het op de markt aanbieden en in de handel brengen van bouwproducten met milieuboodschappen. Het voorziet eveneens in de creatie van een federale databank voor het registreren van milieuproductverklaringen en bepaalt de voorwaarden voor het registreren van milieuproductverklaringen in deze databank.

B.S., 14.07.2014, V.184, (198), 53394-53400+bijlagen 53400-53402; Verslag aan Koning 53392-53393; Advies van de Raad van State 53393-53394


n.v. C. Gen Zeebrugge / Vlaamse Gewest
R.v.St., 27 februari 2014, 7e K., nr. 226570

De Vlaamse overheid verleent een milieuvergunning voor de exploitatie van twee windturbines. Deze beslissing wordt gemotiveerd door de overweging dat de inrichting gelegen is in een 'gebied voor milieubelastende industrie', overeenkomstig het gewestplan en het GRUP (gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan). Tevens wordt verwezen naar het gunstig advies van de afdeling Stedenbouwkundig Beleid en Onroerend Erfgoedbeleid, om vervolgens te besluiten 'dat de inrichting verenigbaar is met de stedenbouwkundige voorschriften en de goede ruimtelijke ordening'. De motivering van het besluit besteedt echter geen aandacht aan de inpasbaarheid van de windturbines in de bestaande goede plaatselijke ruimtelijke ordening. Daarom wordt de beslissing vernietigd.


08.04.2014 V. nr. 393 (Vl. P.): Instandhoudingsdoelstellingen - Gevolgen voor de landbouw
CALLENS Karlos
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De instandhoudingsdoelstellingen voor natuur zijn in nauw overleg met het middenveld, waaronder de landbouworganisaties, opgesteld en hierbij is maximaal rekening gehouden met de sociaaleconomische impact. Ten aanzien van het vergunningenbeleid zijn in overleg met de betrokken partijen duidelijke afspraken gemaakt voor de overgangsperiode in afwachting van de definitieve programmatorische aanpak stikstof (voorzien ten laatste 2019). Een duidelijk, objectief en wetenschappelijk toetsingskader voor de individuele vergunningen werd opgesteld.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 18.06.2014


08.04.2014 V. nr. 392 (Vl. P.): Fost Plus - Glasinzameling (2)
PEETERS Lydia
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De gemeenten en intercommunales kunnen de aanvullende vergoeding van 0,11 EUR voor de glasinzameling per inwoner gebruiken voor de financiering van de meerkosten van de huis-aan-huisinzameling van glas of om hun deel van de investeringskosten van ondergrondse glasbollen te dekken. De gemeenten en intercommunales kunnen hier vrij over beslissen, zonder voorafgaandelijke toelating van Fost Plus. Fost Plus heeft de verplichting om een actieplan uit te werken in samenwerking met de gemeenten en intercommunales, de Interregionale Verpakkingscommissie en de gewesten.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 18.06.2014


01.04.2014 V. nr. 379 (Vl. P.): Lokale besturen - Afvalophaling
REEKMANS Peter
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De lokale besturen zijn bevoegd voor de handhaving van de wetgeving die het sluikstorten verbiedt. Het milieuhandhavingsdecreet laat ruimte voor gemeentelijke administratieve sancties (GAS) op 'kleine vormen van openbare overlast'. Wanneer de gemeente geen gemeentelijke sancties overeenkomstig art. 119bis, NGW heeft bepaald, worden in die gemeente deze kleine vormen van openbare overlast gestraft met een geldboete van maximum 45,45 EUR (vermeerderd met de opdeciemen is dit 250 EUR).

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 12.06.2014


26.03.2014 V. nr. 652 (Vl. P.): Jaagpaden - Rustbanken
HENDRICKX Marc
Vlaams Min. van Mobiliteit en Openbare Werken, CREVITS Hilde

Er wordt door de waterwegbeheerders geen verdeelsleutel gehanteerd voor de plaatsing van rustbanken. Meestal worden deze geplaatst door de provincie, gemeente, of andere lokale organisaties. Daar waar de rustbanken door Waterwegen en Zeekanaal NV (W Z) worden onderhouden, werden geen problemen met vandalisme gemeld. Inzake de sluikstortproblematiek heeft W Z een contract voor het ruimen van zwerfvuil langs de jaagpaden.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 02.07.2014


25.04.2014 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 03.07.2009 betr. vergoeding van wildschade of van schade door beschermde soorten en wijz. hoofdstuk IV van het BVR 23.07.1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het dec. 21.10.1997 betr. het natuurbehoud en het natuurlijke milieu
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijzigt diverse bepalingen van het Soortenschadebesluit. Het gaat om het wegwerken van onvolkomenheden, noodzakelijke aanpassingen door de aanpassingen in het Natuurdecreet en het Jachtdecreet en praktische aanpassingen.

B.S., 10.07.2014,2e uitgave, V.184, (196), 53064-53066


10.06.2014 KB tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden opgelegd voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren
Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

Dit besluit stelt de voorwaarden vast voor de toelating tot het luchtverkeer van paramotoren (bij paramotor vlieg je met een motor op de rug, opgehangen aan een zeilscherm). De registratie van de paramotoren wordt geregeld, evenals de luchtwaardigheid en de toelating tot het luchtverkeer.

B.S., 09.07.2014, V.184, (194), 52142-52153+bijlagen 52153-52158


09.05.2014 MB tot bepaling van nadere regels voor het verlenen van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit bepaalt, in uitvoering van het BVR 25.04.2014 tot wijziging van de regelgeving betreffende het verlenen van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen en voor bijhorende afzetbevorderingsacties, dat binnen de beschikbare begrotingskredieten de steunverlening voor deelname aan de voedselkwaliteitsregeling, per begunstigde maximaal 1000 EUR per kalenderjaar bedraagt.

B.S., 07.07.2014, V.184, (192), 51780


25.04.2014 BVR wijz. de regelgeving betr. het verlenen van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen en voor bijhorende afzetbevorderingsacties
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit wijzigt het besluit inzake de regelgeving voor het verlenen van steun voor deelname aan Europees erkende voedselkwaliteitsregelingen en afzetbevorderingsacties. De wijziging vloeit voort uit het schrappen van twee maatregelen uit het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2021.

B.S., 07.07.2014, V.184, (192), 51777-51778


Materiaalbewust bouwen in kringlopen - Preventieprogramma duurzaam materialenbeheer in de bouwsector 2014-2020
Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM)

Dit beleidsprogramma reikt een richtinggevend en inspirerend kader aan om bewuster met materialen om te gaan. Het wordt hét Vlaamse referentiedocument om de noodzakelijke versnelling in het duurzame materialenbeheer in de bouwsector te realiseren. Het duurzaam materialenbeheer in de bouw heeft vele aspecten, vertakkingen en raakvlakken. Het programma nodigt alle betrokkenen bij duurzaam bouwen en wonen (zoals onder andere bouwheren, architecten en lokale besturen) uit om samen te werken aan een gedragen beleid dat op al die vlakken winsten oplevert.

Mechelen:OVAM, 2013,109 p.

www.ovam.be - Geraadpleegd op 07.07.2014


15.05.2014 Verordening (EU) nr. 661/2014 wijz. Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Bij Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad is het Solidariteitsfonds van de Europese Unie opgericht. Deze verordening wijzigt de verordening (EG) nr. 2012/2002. De Commissie moet snel kunnen besluiten specifieke financiële middelen zo spoedig mogelijk toe te zeggen en beschikbaar te stellen. Administratieve procedures worden dienovereenkomstig aangepast en tot het noodzakelijke minimum te worden beperkt. De definitie van een natuurramp, die het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 2012/2002 bepaalt, wordt gewijzigd.

Publ.E.U., 27.06.2014, L189/143-154


15.05.2014 Verordening (EU) nr. 660/2014 wijz. Verordening (EG) nr. 1013/2006 betr. de overbrenging van afvalstoffen
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Om het milieu te beschermen zijn bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 voorschriften vastgesteld voor de overbrenging van afvalstoffen binnen de Unie en tussen de lidstaten en derde landen. Een adequate planning van de controles van overbrengingen van afvalstoffen is noodzakelijk om de voor controles vereiste capaciteit op te bouwen en om illegale overbrenging te voorkomen. De bepalingen van art. 50 van Verordening (EG) nr. 1013/2006 betreffende handhaving en controles worden aangescherpt met het oog op een regelmatige en consistente planning van zulke controles.

Publ.E.U., 27.06.2014, L189/135-142


20.06.2014 Richtlijn 2014/80/EU wijz. bijlage II bij Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad betr. de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand
Europese Commissie

Bijlage II van de richtlijn 2006/118 betreft de drempelwaarden voor grondwaterverontreinigende stoffen en indicatoren van verontreiniging. Hierin worden technische aanpassingen aangebracht. Deze betreffen de toepassing van gemeenschappelijke beginselen voor de bepaling van achtergrondconcentraties, om zo de vergelijkbaarheid van drempelwaarden te verbeteren

Publ.E.U., 21.06.2014, L182/52-53+bijlagen 54-55


12.05.2014 MB tot vaststelling van een code van goede praktijk ter uitvoering van art. 11 van het Soortenschadebesluit van 03.07.2009 en ter uitvoering van art. 28 en art. 41 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25.04.2014
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De maatregelen, vermeld in dit besluit, zijn de handelingen die redelijkerwijs te verwachten zijn met betrekking tot het voorkomen van belangrijke schade door jachtwild of door een beschermde soort als vermeld in art. 11 van het Soortenschadebesluit van 03.07.2009 en art. 28, par. 1, en art. 41 van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25.04.2014. Het betreffen achtereenvolgens maatregelen met betrekking tot vogels, bevers, konijnen en hazen, marterachtigen, vossen, hertachtigen en wilde zwijnen.

B.S., 01.07.2014,1e uitgave, V.184, (187), 48875-48878


25.04.2014 Dec. wijz. diverse bepalingen van het dec. 04.04.2003 betr. de oppervlaktedelfstoffen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het Oppervlaktedelfstoffendecreet wordt aangepast om de bijzondere oppervlaktedelfstoffenplannen (BOD´s) te schrappen als planfiguur en te vervangen door delfstoffennota's. Het beoogt een betere integratie van de bestaande procedures en processen van de bijzondere oppervlaktedelfstoffenplannen en de daaropvolgende ruimtelijke uitvoeringsplannen. Er wordt ook een betere afstemming gerealiseerd met het Materialendecreet, waar bijzondere aandacht gaat naar materialenhiërarchie, gesloten materiaalkringlopen en secundaire grondstoffen.

B.S., 30.06.2014, V.184, (186), 48544-48546


F. D. C. / R. A. V., F. L. V. R. et G. M. R. V. H
Cass., 21 januari 2014, 2e K., P121003

Het arrest oordeelt dat de burgerlijke rechtsvordering ingesteld namens de gemeente niet ontvankelijk is omdat het aanbod van de betrokken inwoner onder zekerheidstelling onvoldoende was. Uit art. 194 GD volgt dat bij het instellen van dergelijke rechtsvordering, de inwoner moet aanbieden om persoonlijk de kosten te dragen en in te staan voor de veroordeling tot schadevergoeding wegens tergend en roekeloos geding of hoger beroep en dat hij effectief een zekerheid moet stellen. De vereiste een zekerheid te stellen is geen ontvankelijkheidsvoorwaarde, maar leidt tot de schorsing van de rechtspleging. Het arrest besluit tot de niet-ontvankelijkheid zonder de rechtspleging te schorsen teneinde de gelegenheid te bieden aan de wettelijke vereisten te voldoen. Aldus is de beslissing niet naar recht verantwoord.


03.06.2014 Wet wijz. art. 179 van de wet 08.08.1980 betr. de budgettaire voorstellen 1979-1980, wat de omzetting in het interne recht betreft van Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19.07.2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval
Vice-Eerste Min. en Min. van Economie, Consumenten en Noordzee, VANDE LANOTTE Johan *
et al.

Deze wet zet de Richtlijn 2011/70/Euratom tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radio-actief afval, om in de Belgische wetgeving. De richtlijn waarborgt een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, zodat wordt vermeden dat op toekomstige generaties een onnodige last wordt gelegd.

B.S., 27.06.2014, V.184, (185), 48232-48237


25.04.2014 BVR wijz. BVR 12.12.2008 tot uitvoering van titel XVI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid naar aanleiding van de evaluatie van titel XVI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijzigt een aantal bepalingen van het Milieuhandhavingsbesluit. Het bevat onder andere regels over het milieuhandhavingsprogramma, de toezichthouders en de bestuurlijke dwangsom. Een aantal bijlagen wordt vervangen.

B.S., 20.06.2014,2e uitgave, V.184, (178), 46482-46487+bijlagen 46488-46624


Het initiatiefrecht van de inwoners van de ondergeschikte besturen kan weer in alle zaken, maar de uitoefening ervan is in Vlaanderen moeilijker geworden
LEFRANC Pierre

Het Grondwettelijk Hof vernietigt in zijn arrest nr. 9/2014 in art. 194, lid 1, GD en in art. 187 van het Provinciedecreet de woorden 'en als gevolg van dit stilzitten het leefmilieu schade toegebracht wordt of een ernstige dreiging op schade aan het leefmilieu ontstaat'. Dit zorgt dat de inwoners van de gemeenten en provincies terug in alle zaken in rechte kunnen optreden namens de gemeente (of provincie). In dit artikel bij het betreffende arrest plaatst de auteurs een kritische noot bij de (schijnbare) uitbreiding van het recht van de inwoners van de gemeenten en provincies.

T.Milieurecht, mei 2014, V.23, (2), 170-180


République fédérale d'Allemagne / Commission européenne
Cour Just. Comm. Eur., 12 septembre 2013, 5e Ch., n° T-347/09

La République fédérale d'Allemagne a notifié à la Commission des Communautés européennes deux mesures destinées à la protection de l'environnement. Le présent arrêt conclut que c'est à bon droit que la Commission a déclaré, dans la décision attaquée, que toutes les conditions visées par l'art. 87, par. 1, CE (interdisant les aides d'Etat de nature à affecter les échanges entre Etats membres) étaient remplies. Malgré leur statut de bénévole, les organisations de protection de l'environnement peuvent exercer des activités économiques et donc être considérées comme étant des entreprises au sens de l'art. 87, par. 1, CE. Les mesures en cause comportent des aides d'État, mais elles sont compatibles avec le marché commun, conformément à l 'art. 86, par. 2, CE.


E-waste: internationale handel en duurzaam materialenbeheer. Beoordeling van de huidige praktijken in het licht van de wetgeving
VERMASSEN Michiel

Door de vele elektrische apparatuur die gebruikt wordt en een relatief korte levensduur heeft, zijn maatregelen nodig ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid door preventie of beperking van de negatieve gevolgen van de productie en het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dit artikel gaat in op de negatieve gevolgen van het afgedankt elektronisch afval en op de huidige regelgeving daaromtrent. Ten slotte reikt de auteur enkele duurzame oplossingen aan om de afvalberg van elektronische apparatuur te verwerken, zoals ecodesign.

T.Milieurecht, mei 2014, V.23, (2), 112-140


25.04.2014 Wet wijz. wet 21.12.1998 betr. de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid
Vice-Eerste Min en Min. van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, ONKELINX Laurette *
et al.

Deze wet stelt de sancties vast voor de overtredingen van bepaalde Europese verordeningen over leefmilieu. De artikelen van deze verordeningen waarop inbreuk kan gepleegd worden, worden geïdentificeerd en ingedeeld al naargelang de ernst van de inbreuk. De inspectiebevoegdheid inzake productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu wordt ook uitgebreid naar een aantal federale instanties.

B.S., 17.06.2014,2e uitgave, V.184, (173), 45524-45529


Openbaar Ministerie / B. L. en C. M.
Rb. Limburg, 20 mei 2014, 13e K., R.N. 1284

De beklaagden hebben, opzettelijk, in strijd met de wettelijke bepalingen of met een vergunning, afvalstoffen opgehaald als inzamelaar zonder te beschikken over een registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of afvalstoffenmakelaar oud ijzer. Ze deden dit in strijd met art. 13 par. 1 van het decreet 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen, en art. 6.1.3.1, 1e lid van het BVR 17.02.2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA). Hierom worden de beklaagden veroordeeld tot een geldboete.


03.03.2014 V. nr. 326 (Vl. P.): Klachten over jachtgeschillen - Aanpak
PEETERS Dirk
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Klachten over jachtgeschillen kunnen steeds worden ingediend bij de provinciale cellen van de Natuurinspectie van het ANB (Agentschap Natuur en Bos), waarvan de contactgegevens beschikbaar zijn op de website van het ANB. Het ANB is bevoegd om schendingen van de jachtregelgeving vast te stellen. Daarnaast kunnen burgers met hun klachten ook terecht bij de lokale politie die een algemene vaststellingsbevoegdheid heeft.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 21.05.2014


21.03.2014 V. nr. 359 (Vl. P.): Nertskwekerijen - Milieuvergunningen
SANCTORUM Hermes
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het Soortenbesluit verbiedt de introductie in het wild van uitheemse soorten. Zolang deze dieren worden gehouden in een volledig afgesloten omgeving valt dat niet onder introductie en vormt dit geen probleem voor het Soortenbesluit. Bij een volledig afgesloten inrichting is er dus geen afwijking op het Soortenbesluit aan de orde.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 23.05.2014


13.03.2014 V. nr. 340 (Vl. P.): Projecten duurzaam milieu- en natuurbeleid - Subsidiëring
MARTENS Bart
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het verenigingsleven in de milieu- en natuursector heeft een maatschappelijke functie. Hiervoor wordt, naast de middelen voorzien voor het projectsubsidiebesluit, jaarlijks overeenkomstig het BVR 10.10.2003 tot vaststelling van de bijzondere regelen inzake de erkenning en de subsidiëring van de milieu- en natuurverenigingen, voor 4750000 EUR structurele subsidies uitgekeerd aan 37 erkende milieu- en natuurverenigingen en ongeveer 250 streekverenigingen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 21.05.2014


Zwerfvuil: een subjectief gevoel in cijfers uitgedrukt
COOPMAN Piet

Veertig gemeenten brachten hun openbare netheid in kaart met de netheidsbarometer. De Vlaamse overheid bundelde die metingen en kan zo voor het eerst een Vlaamse netheidsindex presenteren. Die toont aan dat er zogenaamde hotspots zijn waar zwerfvuil een groter probleem is dan op andere plaatsen. Daar moet dus in de komende jaren meer aandacht naartoe gaan. Door de index jaarlijks op te stellen kan Vlaanderen tendensen vaststellen en het effect van beleidsmaatregelen beoordelen.

Lokaal, 01.06.2014, (6), 42-44


11.06.2014 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij. Wijziging van het sectoraal uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen' vastgesteld door de Vlaamse Regering op 14.12.2007
Vlaamse Overheid - Leefmilieu Natuur en Energie - Afdeling Milieuvergunningen

Het sectoraal uitvoeringsplan 'Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen' wordt gewijzigd. Door recente wetgeving zijn nieuwe definities en bepalingen van kracht waardoor ook de aanpassing van het sectoraal uitvoeringsplan noodzakelijk is. De wijzigingen hebben uitsluitend betrekking op de hoofdstukken '1.1 Het beleidsobject: huishoudelijke afvalstoffen' en '4.4 Eindverwerking huishoudelijke en bedrijfsafvalstoffen'.

B.S., 11.06.2014, V.184, (167), 44278


16.04.2014 Verordening (EU) 517/2014 betr. gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Deze verordening wil het milieu beschermen door de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen. Deze verordening legt voorschriften vast betreffende de insluiting, het gebruik, de terugwinning en de vernietiging van gefluoreerde broeikasgassen, en hiermee verband houdende begeleidende maatregelen, alsook voorwaarden betreffende het op de markt brengen van specifieke producten en apparatuur die gefluoreerde broeikasgassen bevatten of nodig hebben voor de werking ervan, voorwaarden voor specifieke wijzen van gebruik van gefluoreerde broeikasgassen en kwantitatieve limieten voor het op de markt brengen van fluorkoolwaterstoffen.

Publ.E.U., 20.05.2014, L150/195-216+bijlagen 217-230


Wat betekent het groene punt op een verpakking?
DELATTER Christof

U vindt de twee in elkaar verstrengelde pijlen, het Groene Punt-logo, op veel verpakkingen van producten die u dagelijks gebruikt. Hoe groen het punt er ook uitziet, met milieuvriendelijkheid van de verpakking die u aanschaft heeft het niets te maken. Het logo betekent niet dat de verpakking recycleerbaar is, noch dat ze selectief wordt ingezameld of gemaakt is van gerecycleerd plastic. Het logo bewijst enkel dat de producent van het product dat in de verpakking zit, meebetaalt aan het inzamelsysteem voor verpakkingsafval dat Fost Plus in België heeft opgezet.

Lokaal, 01.05.2014, (5), 55


04.04.2014 KB wijz. KB 16.07.2002 betr. de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen
Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

Om de last van de offshore toeslag voor de grote industriële verbruikers te beperken, wordt voor de laatste zes maanden van het jaar een degressiviteitsmechanisme en een plafond ingevoerd zoals voor het stelsel van de federale bijdrage elektriciteit. Om de homogeniteit en het gemak van de berekening voor de leveranciers te garanderen, wordt vanaf nu dezelfde berekeningsbasis gebruikt namelijk de netto verbruikte elektriciteit.

B.S., 04.06.2014, V.184, (162), 42623-42626


09.05.2014 BVR wijz. Energiebesluit van 19.11.2010, wat betreft de instanties bevoegd voor de behandeling van de dossiers inzake de toekenning van groenestroomcertificaten, warmte-krachtcertificaten en garanties van oorsprong
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Ingevolge de hervorming van de VREG (Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt) gaan de standaarddossiers rond groenestroomcertificaten, warmtekrachtinstallaties en garanties van oorsprong naar de distributienetbeheerders. De expertisedossiers worden overgenomen door het Vlaams Energieagentschap (VEA).

B.S., 03.06.2014, V.184, (161), 42536-42542


26.03.2014 V. nr. 896 (K.): Niet-naleving van de Europese regelgeving inzake waterzuivering bij stedelijke gebieden en agglomeraties - Boete (MV 22042)
SCHILTZ Willem-Frederik
Vice-Eerste Min. en Min. van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken, REYNDERS Didier *

Als een overeenstemming uitblijft tussen de gewesten over een verdeelsleutel voor de boete die België heeft opgelopen bij het Europees Hof van Justitie omwille van het in gebreke blijven van onze Gewesten wat betreft de Europese reglementering over waterzuivering, dan laat de beslissing van het Overlegcomité toe aan de federale overheid om dit bedrag terugbetaald te krijgen van de Gewesten volgens een voorlopige verdeelsleutel, gebaseerd op de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU.

V. en A., K., 30.04.2014,2013-2014, (159), 63-65


Provincie Vlaams-Brabant en crts / Vlaamse Gewest
R.v.St., 28 mei 2014, 7e K., nr. 227578

Gelet op de bijzondere verbintenissen die de Vlaamse regering in het betrokken brownfieldconvenant heeft aangegaan, heeft de Vlaamse minister de administratieve beroepen tegen de beslissing van de deputatie tot weigering van de gevraagde milieuvergunning, niet in alle objectiviteit, zonder vooringenomenheid en zonder gebonden te zijn door eerder aangegane overeenkomsten, kunnen beoordelen. Bijgevolg is het bestreden besluit tot stand gekomen met schending van het onpartijdigheidsbeginsel.


Verontreinigde Vlaamse gronden in de nalatenschap: een vergiftigd geschenk?
MADOU Stéphanie

In dit artikel bespreekt de auteur de problematiek van het erven van een verontreinigde grond. Er wordt stilgestaan bij de verschillende elementen, waaronder de fiscale kant van de zaak, die bepalen of het interessant is de nalatenschap te aanvaarden of niet. De auteur onderzoekt ook of wetgeving terzake nodig is.

R.W., 24.05.2014, V.77, (38), 1482-1498


18.05.2014 MB wijz. MB 13.01.2006 betr. de vorm en inhoud van de startverklaring, MB 02.04.2007 betr. de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw, MB 11.01.2008 houdende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het invoeren van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen en MB 15.09.2009 betr. de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Dit besluit wijzigt een aantal eerdere besluiten in verband met de energieprestatie. Zo bepaalt het de vorm en inhoud van de startverklaring en welke gevallen als externe warmtelevering beschouwd worden. Verder wordt ook de procedure voor de aanvraag voor het beoordelen van één innovatief gebouw dat aangesloten is op een systeem van externe warmtelevering of de aanvraag voor het beoordelen van één ontwikkeling van meerdere innovatieve gebouwen in dezelfde bouwfase die aangesloten zijn op hetzelfde systeem van externe warmtelevering geregeld.

B.S., 27.05.2014, V.184, (155), 41389-41391+bijlagen 41392-41486


25.04.2014 KB wijz. KB 05.12.2004 houdende vaststelling van productnormen voor inwendige verbrandingsmotoren in niet voor de weg bestemde mobiele machines
Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

Dit besluit voegt in het KB 05.12.2004 een verwijzing in naar de zesde wijzigingsrichtlijn, namelijk de Richtlijn 2012/46/EU van 06.12.2012 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines.

B.S., 26.05.2014,2e uitgave, V.184, (154), 41168-41169


05.02.2014 V. nr. 275 (Vl. P.): Verkavelingsaanvraag nabij hoogspanningsleiding - Gezondheidsrisico
REEKMANS Peter
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Een consultatietraject met betrekking tot blootstelling aan magnetische velden van hoogspanningslijnen resulteerde in een beleidsvisie over het omgaan met nieuwe hoogspanningslijnen in Vlaanderen. Voor nieuwe, nog te bouwen, hoogspanningslijnen beveelt de Vlaamse overheid aan om bij voorkeur geen bestaande scholen en kinderopvangvoorzieningen en zo weinig mogelijk woningen of bouwgronden te overspannen. Voor bestaande hoogspanningslijnen beveelt de Vlaamse overheid aan om geen nieuwe scholen of kinderopvangvoorzieningen in de magneetveldzone van 0,4 µT te bouwen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


31.01.2014 V. nr. 396 (Vl. P.): Ruimtelijke uitvoeringsplannen - Rechtsgeldigheid
VAN VOLCEM Mercedes
Vlaams Min. van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, MUYTERS Philippe

Het door het Tombal-arrest getroffen GRUP werd vernietigd wegens strijdigheid met de overgangsmaatregel in art. 13, lid 3 van de SEA-richtlijn. In casu waren er meer dan 24 maanden verstreken tussen het houden van de plenaire vergadering en het nemen van het vaststellingsbesluit. De Raad van State velt geen arrest of de overgangsmaatregel voorzien in het DABM al dan niet in strijd is met de richtlijn. Zij oordeelt alleen dat de plannende overheid de overgangsregeling in het DABM in samenhang gelezen met art. 13, 3e lid SEA-richtlijn niet gevolgd heeft. Op dit moment komt de geldigheid van de RUPs die onder deze overgangsmaatregel zouden vallen, dus niet in het gedrang.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


23.01.2014 V. nr. 243 (Vl. P.): Windturbines - Rol van de provincies
BOTHUYNE Robrecht
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

De omzendbrief met randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines, samen met de geactualiseerde randvoorwaarden opgenomen in Vlarem inzake geluid, slagschaduw en veiligheid, vormen het kader waarbinnen de Vlaamse provincies hun beleid moeten uittekenen. De taakstellingen voor de Interdepartementale Windwerkgroep, opgenomen in deze omzendbrief, laten tevens toe dat Vlaanderen via de Windwerkgroep in deze beleidsontwikkeling begeleiding en advies geeft.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


16.04.2014 Verordening (EU) nr. 421/2014 wijz. richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met het oog op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die op emissies van de internationale luchtvaart wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Deze verordening wijzigt de verordening 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten. Het betreft de invoering van een nieuw art. 28bis: Afwijkingen die gelden vooruitlopend op de tenuitvoerlegging tegen 2020 van een internationale overeenkomst die wereldwijd één marktgebaseerde maatregel toepast.

Publ.E.U., 30.04.2014, L129/1-4


25.04.2014 Omz. RO/2014/02 Omz. Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines
Vlaams Min. van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, MUYTERS Philippe
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De omzendbrief schept een kader voor de optimale inplanting van grootschalige windturbines voor een zo groot mogelijke productie van groene stroom om op die manier bij te dragen tot een duurzame energietransitie en een gedragen ontwikkeling van windenergie. De omzendbrief steunt op belangrijke pijlers, namelijk een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, een duurzaam energiegebruik, de voordelen van windenergie ten opzichte van andere energiebronnen en de economische meerwaarde van windenergie.

http://www2.vlaanderen.be - Geraadpleegd op 22.05.2014


28.03.2014 BVR houdende toekenning van compensatie aan verschillende actoren en aan gemeenten voor milieugerelateerde taken, uitgevoerd door doelgroepwerknemers
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit regelt de compensatieverlening aan actoren (grondgebruikers, grondeigenaars, bosgroepen, regionaal landschap of wildbeheereenheden) en gemeenten voor de uitvoering van een pakket milieu- en natuurtaken door doelgroepwerknemers. Dit zijn zeer moeilijk bemiddelbare werkzoekenden, personen met een handicap die geen beroepsactiviteiten kunnen uitoefenen en laaggeschoolde langdurig werklozen, leefloongerechtigden en gerechtigden op financiële maatschappelijke hulp.

B.S., 20.05.2014,2e uitgave, V.184, (149), 40139-40143


21.03.2014 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 09.09.2005 betr. de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het dec. 18.07.2003 betr. het integraal waterbeleid en wijz. BVR 10.03.2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen
Vlaams Min. van Mobiliteit en Openbare Werken, CREVITS Hilde
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit bevat onder andere regels in verband met de werking van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW), de algemene bekkenvergadering, het bekkenbureau en het bekkensecretariaat. Het bevat eveneens bepalingen over de definitieve zoneringsplannen.

B.S., 20.05.2014,2e uitgave, V.184, (149), 40134-40136


25.03.2014 MB houdende nadere regels voor de staalnames van groenteteelten die uitgevoerd moeten worden om de afwijking van het bemestingsverbod, vermeld in art. 13, par. 14, van het Mestdecreet van 22.12.2006, te verkrijgen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit bevat nadere regels in verband met de staalnames van groenteteelten die landbouwers moeten uitvoeren om de afwijking van het bemestingsverbod, vermeld in art. 13, par. 14, van het Mestdecreet, te verkrijgen. Een landbouwer kan in een bepaald kalenderjaar op al zijn percelen groenten van groep I of II een afwijking op het bemestingsverbod krijgen, als hij op bedrijfsniveau in dat kalenderjaar een voldoende aantal staalnames met bijbehorend bemestingsadvies laat nemen. Deze staalnames moeten uitgevoerd worden op een of meerdere van zijn percelen groenten van groep I of II.

B.S., 16.05.2014, V.184, (146), 39731


14.03.2014 Dec. houdende instemming met de wijziging van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, aangenomen in Doha op 08.12.2012
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De wijziging van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, aangenomen in Doha op 08.12.2012, zal volkomen gevolg hebben. De wijzigingen van de percentages van de globale reductiedoelstelling zullen eveneens volkomen gevolg hebben.

B.S., 16.05.2014, V.184, (146), 39728


16.04.2014 Richtlijn 2014/52/EU wijz. richtlijn 2011/92/EU betr. de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Richtlijn 2011/92/EU heeft de beginselen van milieueffectbeoordeling van projecten geharmoniseerd door de invoering van minimumvereisten en draagt bij aan een hoog beschermingsniveau van het milieu en de menselijke gezondheid. Richtlijn 2011/92/EU wordt gewijzigd om de kwaliteit van de milieueffectbeoordelingsprocedure te verbeteren, de procedure in overeenstemming te brengen met de beginselen van slimme regelgeving en de samenhang en synergieën met de overige wetgeving en beleidsinitiatieven van de Unie, alsmede met de door de lidstaten voor hun bevoegdheidsdomeinen ontwikkelde strategieën en beleidsmaatregelen te versterken.

Publ.E.U., 25.04.2014, L124/1-14+bijlage 15-18


04.04.2014 BVR wijz. Energiebesluit van 19.11.2010, wat betreft de invoering van een erkenningsregeling voor verslaggevers en van een vrijstelling voor bepaalde gebouwen van landbouwbedrijven
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Dit besluit verscherpt de EPB-eisen (eisen die bij de energieprestatieregeling horen) voor de volgende jaren en wijzigt de berekeningsmethodiek ervan, de aard van het werk en indeling van het gebouw, de systeemeisen en de modaliteiten van de erkenningsregeling voor EPB-verslaggevers.

B.S., 08.05.2014,2e uitgave, V.184, (137), 37282-37285+bijlagen 37286-37291


04.04.2014 BVR wijz. BVR 20.04.2012 inzake verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen voor vaste installaties en de inzet van flexibele mechanismen, voor wat betreft de uitbreiding tot luchtvaartactiviteiten
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit zet de Europese regelgeving om door ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Gemeenschap.

B.S., 05.05.2014, V.184, (132), 36217-36232


14.02.2014 Dec. wijz. dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het Energiedecreet van 08.05.2009
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit decreet consolideert alle decretale bepalingen met betrekking tot de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en de flexibiliteitsmechanismen onder het Protocol van Kyoto, onder het decreet 05.04.1995. Het decreet voorziet dus een integrale opname van de betreffende bepalingen in het decreet 05.04.1995, alsook een opheffing ervan in het Energiedecreet. Deze bepalingen hebben namelijk eerder betrekking op het leefmilieu dan op energie. De bestaande bepalingen uit het Energiedecreet (met uitzondering van deze over de vliegtuigexploitanten) worden volledig overgenomen, zonder inhoudelijke wijzigingen. Er zijn wel een aantal taalkundige en legistieke verbeteringen aan de tekst aangebracht en een aantal delegaties aan de Vlaamse Regering worden meer nauwkeurig omschreven.

B.S., 05.05.2014, V.184, (132), 36191-36197+bijlagen 36197-36199


19.03.2014 Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19.11.2008 wijz. Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, afgesloten te Brussel, op 02.09.2013
Eerste Min., DI RUPO Elio *
et al.

Het samenwerkingsakkoord waarmee deze wet betuigt, organiseert het beheer en de administratie van de taken die verbonden zijn aan de handel in uitstootrechten voor broeikasgassen binnen de EU en het gezag over de luchtvaartactiviteiten, op basis van de verdeling van de bevoegdheden.

B.S., 30.04.2014,1e uitgave, V.184, (129), 35426-35435


De prejudiciële vraag over art. 9.1.3 van het dec. van het Vlaamse Gewest van 08.05.2009 houdende algemene bepalingen betr. het energiebeleid
Grondwettelijk Hof, 24 april 2014, arrest nr. 67/2014

Art. 9.1.3 van het Energiedecreet (betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten) schendt de art. 5, 39 en 134 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de art. 2 en 19, par. 3, van de bijzondere wet van 08.08.1980 tot hervorming der instellingen en met de art. 2, par. 1, en 7 van de bijzondere wet van 12.01.1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. Het betreft aldus een schending van de bevoegdheidsverdelende regels. De gevolgen van die decretale bepaling worden gehandhaafd tot 31.12.2011.

B.S., 19.06.2014, V.184, (176), 46382-46385


07.01.2014 V. nr. 209 (Vl. P.): Toegankelijkheid zwembaden - Assistentiehonden
BRUSSEEL Ann
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Na de definitieve goedkeuring van de VLAREM-trein 2013 zullen voortaan in de overdekte en niet-overdekte circulatiebaden de honden ter begeleiding van blinden tot aan de kleedkamers worden toegelaten. Vanaf de kleedkamers moeten de andersvaliden dan door iemand van het zwembad verder begeleid worden tot aan het zwembad zelf. In open zwemgelegenheden en waterrecreatie in meren en vijvers zal de assistentiehond voortaan mee op het strand mogen, doch niet in het water. In geval dat de andersvalide in het water wil gaan, zal er een veilige aanlijnplaats voorzien worden voor de hond ter begeleiding van de blinde. De andersvalide moet nog wel door iemand van de zwemgelegenheid begeleid worden tot aan het water. Voortaan zullen assistentiehonden eveneens toegelaten zijn in rouwkamers.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014


07.01.2014 V. nr. 174 (Vl. P.): Efficiënt energiegebruik in bedrijven - Premies
DE MEYER Jos
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

In het BVR wat betreft de invoering van de steunregeling voor groene warmte zijn verschillende verplichte duurzaamheidsaspecten voor biomassa opgenomen. De te ondersteunen nuttige-groenewarmte-installaties moeten minstens gedurende 10 jaar voor minstens 95 % van de brandstof gebruik maken van een organisch-biologische stof zoals vermeld in art. 6.1.16, par. 1, eerste lid, 6° of in de opsomming van de organisch-biologische stoffen onder art. 6.1.16, par. 1, eerste lid, 7° van het Energiebesluit.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014


08.01.2014 V. nr. 180 (Vl. P.): Energiedecreet - Arrest Grondwettelijk Hof
REEKMANS Peter
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Via haar arrest nr. 154/2013 van 13.11.2013 vernietigde het Grondwettelijk Hof de art. 13 en 15, 2° van het decreet 13.07.2012 houdende wijziging van het Energiedecreet, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie wegens schending van de bevoegdheidsverdelende regels. Dit decreet voegde onder andere een art. 7.1.15 in het Energiedecreet in betreffende de beperking van de doorrekening aan de eindgebruiker tot de daadwerkelijk door de leverancier gemaakte kosten om te voldoen aan de groene stroom en WKK-quotumverplichting, vermeld in art. 7.1.10 en 7.1.11 van het Energiedecreet.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014


09.01.2014 V. nr. 216 (Vl. P.): Drinkwater - Verborgen lek - Opvolging aanbevelingen Vlaamse Ombudsdienst
DILLEN Marijke
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Om tegemoet te komen aan de problematiek van abnormale hoge waterverbruiken ten gevolge van lekverliezen werd in het Algemeen Waterverkoopreglement, dat op 08.04.2011 door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd, het recht op een minnelijke schikking bij verborgen lekken opgenomen. Niet alle drinkwatermaatschappijen hadden voordien een dergelijke regeling.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014


15.01.2014 V. nr. 210 (Vl. P.): Energieprestatie-eisen - Uitzonderingen
BASTIAENS Caroline
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Lokalen van jeugdverenigingen kunnen bij renovatie of nieuwbouw niet opgenomen worden als categorie voor gedeeltelijke of volledige vrijstelling van EPB-eisen. Er is in het Energiedecreet geen algemene uitzondering voorzien voor lokalen van jeugdverenigingen. Bij de beoordeling van een uitzonderingsaanvraag op basis van technisch, economisch of functioneel niet haalbaar, wordt er gekeken naar het gebouw op zich. Er wordt geen rekening gehouden met het gebruik van het gebouw, omdat dit doorheen de tijd kan wijzigen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 12.03.2014


22.01.2014 V. nr. 236 (Vl. P.): REG-actieplannen netbeheerders - Primaire energiebesparing 2012
TAELDEMAN Valerie
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

De netbeheerders hebben sinds 2012 geen primaire energiebesparingsdoelstelling meer en moeten evenmin nog een actieplan voorleggen met de geplande acties om deze doelstelling te bereiken. Sinds 2012 werd afgestapt van de energiebesparings-resultaatsverplichting en wordt gewerkt met opgelegde actieverplichtingen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 19.03.2014


Waterinfo : Portaalsite van de Vlaamse Waterbeheerders
Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)
et al.

Deze website is de Portaalsite van de Vlaamse Waterbeheerders. Deze bevat gedetailleerde kaarten en grafieken over de thema's 'overstroming', 'getij', 'neerslag' en 'droogte'. De website kan naargelang de behoefte van de gebruiker gepersonaliseerd worden. Hulpdiensten krijgen toegang tot extra functionaliteiten, zodat ze hun gebied nog beter kunnen bewaken.

www.waterinfo.be - Geraadpleegd op 24.04.2014


Klantvriendelijk, dat omgevingsloket!
BUIJS Xavier

Het digitale 'Omgevingsloket' maakt het de bouwheer of projectontwikkelaar gemakkelijker: hij kan thuis zijn aanvraag indienen zonder zich nog naar het gemeentehuis te verplaatsen. Ook voor gemeenten is het een stap vooruit: het digitale omgevingsloket is een ‘uitwisselingsplatform', een centrale plek waar de gegevens van de aanvraag en van het vergunningenproces worden geplaatst. De gemeente als vergunningverlenende overheid, maar ook andere overheden die bij het vergunningverleningsproces betrokken zijn, hebben toegang tot dit platform.

Lokaal, 01.04.2014, (4), 52-53


Gemeenten kunnen optreden tegen illegale afvalinzameling
DELATTER Christof

Gemeenten hebben wel degelijk het recht ambtshalve op te treden tegen illegale textielinzameling. Dat bevestigt een recent vonnis. Gemeenten kunnen textielcontainers zelf verwijderen als die geplaatst zijn zonder opdracht van de gemeente. Zelfs op privaat domein.

Lokaal, 01.04.2014, (4), 40


15.01.2014 V. nr. 5-10867 (Sen.): Het koninklijk besluit betr. het gebruik van vloeibaar gemaakte petroleumgassen voor de aandrijving van auto's
WINCKEL Fabienne
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

Het KB 07.03.2013 betreffende het gebruik van vloeibaar gemaakte petroleumgassen (LPG) voor de aandrijving van auto's, heeft tot doel de veiligheid voor de gebruikers van LPG-installaties te garanderen en mag zeker niet gezien worden als ontmoediging voor het gebruik van LPG. Om de Belgische normen zoveel mogelijk af te stemmen op die van de buurlanden, wordt een nieuwe controle van de installatie niet meer om de vijftien jaar gevraagd, maar wel om de tien of de zes jaar.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Senaat - Zitting 2013-2014

www.senaat.be - Pagina gearchiveerd op 20.01.2014


Echo's uit Luxemburg: Food for thought voor het Vlaamse omgevingsrecht?
SCHOUKENS Hendrik

In dit artikel behandelt de auteur de evolutie van het Vlaamse omgevingsrecht en met name de evolutie van dat omgevingsrecht naar aanleiding van rechtspraak van het Hof van Justitie. In het verleden werd bij de evolutie van het omgevingsrecht weinig rekening gehouden met het EU-recht, maar sinds recente veroordelingen van België komt daar verandering in. De auteur geeft enkele nog bestaande pijnpunten aan, net als zijn visie hoe Vlaanderen het EU-omgevingsrecht moet implementeren.


19.03.2014 MB wijz. art. 1 en 1/1 van het MB 13.08.2009 betr. de vaststelling van de modaliteiten tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Het MB 18.03.2009 bepaalt de modaliteiten tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling. Dit besluit wijzigt de lijst van de gronden die niet als subsidiabel beschouwd worden. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit en van de beperkingen aangebracht aan de visvergunningen worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van het dec. 28.06.2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid (onder andere door de lokale politie).

B.S., 18.04.2014,3e uitgave, V.184, (119), 33878-33879


De interne verdeling van financiële sancties op grond van artikel 260 VWEU
POPELIER Patricia
JANSSENS Christine
VANDENBRUWAENE Werner

Op 17.10.2013 is België veroordeeld tot het betalen van een boete en dwangsom per half jaar dat niet voldaan is aan de verplichting tot omzetting van de richtlijn 91/271/EEG van 21.05.1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. Voor deze materie zijn echter de gewesten als enige bevoegd en verantwoordelijk. Na dit arrest ontspon zich de discussie welke niveau in de Belgische federale staat de last van deze boete en mogelijks dwangsom zou moeten dragen. De auteurs gaan in deze bijdrage in op deze discussie.

C.D.P.K., januari-februari-maart 2014, V.18, (1), 59-78


26.02.2014 MB houdende de vaststelling van specifieke vereisten met betrekking tot de keuringsinstellingen voor de keuring van de kwaliteitsborgingssystemen voor de inzamelaars, handelaars en makelaars van gevaarlijke afvalstoffen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit bepaalt dat kwaliteitsborgingssystemen (die gebruikt worden door inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars van afvalstoffen) alleen gekeurd kunnen worden door keuringsinstellingen die aan de voorwaarden vermeld in art. 2, 3, 4 en 6 VLAREMA voldoen. Het besluit bepaalt aan welke voorwaarden keuringsinstellingen moeten voldoen om deze keuringen te mogen uitvoeren.

B.S., 10.04.2014, V.184, (108), 30768-30769


04.03.2014 Verordening (EU) nr. 206/2014 wijz. Verordening (EU) nr. 601/2012 wat betreft het aardopwarmingsvermogen voor andere broeikasgassen dan CO2
Europese Commissie

Bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 601/2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Publ.E.U., 05.03.2014, L65/27+bijlagen 28


25.02.2014 Verordening (EU) nr. 176/2014 wijz. verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de vaststelling van de hoeveelheden in 2013-2020 te veilen broeikasgasemissierechten
Europese Commissie

In Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie zijn de hoeveelheden emissierechten vastgesteld die elk jaar moeten worden geveild, nadat de kosteloos toe te wijzen emissierechten zijn afgetrokken van de hoeveelheid emissierechten die dat jaar in de hele Unie worden verleend. Aangezien het jaarlijks te veilen volume tussen 2014 tot 2016 afneemt, nemen de drempelwaarden voor het veilingvolume per afzonderlijke veiling op een veilingplatform dat is aangewezen door een lidstaat die niet aan de gezamenlijke actie deelneemt, ook naar rato af. Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

Publ.E.U., 26.02.2014, L56/11-13


11.02.2014 Verordening nr. 136/2014 wijz. Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie wat betreft emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en 6) en Verordening (EU) nr. 582/2011 van de Commissie wat betreft emissies van zware voertuigen (Euro VI)
Europese Commissie

Deze verordening bepaalt de modaliteiten van de EG-typegoedkeuring met betrekking tot emissiegrenswaarden voor fabrikanten van voertuigen.

Publ.E.U., 13.02.2014, L43/12-14+bijlagen 15-46


Bouwstop en verscherpte watertoets in overstromingsgebied
DE SMEDT Peter

In omzendbrief LNE/2013/1 worden richtlijnen opgenomen voor de toepassing van de watertoets voor de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden (gebieden die belangrijk zijn voor de waterhuishouding in Vlaanderen). Achtereenvolgens komen de bouwstop, de verscherpte watertoets en het verbod op creatie van nieuwe signaalgebieden aan bod. In dit artikel neemt de auteur de omzendbrief onder de loep.

Juristenkrant, 26.02.2014, (284), 6


Milieuvergunningenwegwijzer
Vlaamse overheid - Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)

De Milieuvergunningenwegwijzer is een webtool die betrokkenen stapsgewijs helpt door het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM). De gebruiker doorloopt een aantal stappen en beantwoordt vraagjes. Hierop wordt een resultatenpagina getoond met een aanduiding van de klasse van uw bedrijf en de overeenkomstige rubrieken. Dit kan men gebruiken bij het indienen van een melding of milieuvergunningsaanvraag.

www.milieuinfo.be - Geraadpleegd op 04.04.2014


25.03.2014 MB houdende nadere regels tot uitvoering van art. 27/3 van het BVR 08.04.2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk kent aan de beschermde klant de bijkomende rechten toe op grond van de inlichtingen die worden ingewonnen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid of bij andere overheidsinstellingen die de rechten vermeld. Indien de toekenning niet kan gebeuren op basis van deze inlichtingen, kent de exploitant de bijkomende rechten uitsluitend toe op schriftelijke aanvraag.

B.S., 01.04.2014, V.184, (97), 28260


Asbest: aanpak Vlaamse overheid
BORGS Martine

Sinds het eind van de jaren negentig is het gebruik van asbest verboden en is iedere werkgever, ook (lokale) overheden, tot een inventarisatie verplicht. Om aan deze wettelijke bepalingen te voldoen sloot het Agentschap voor Facilitair Management (AFM) voor de Vlaamse overheid een raamcontract af en treedt het binnen dit raamcontract als opdrachtencentrale op. Het is de bedoeling de heraanbesteding van dit raamcontract, in de loop van 2015, open te stellen voor lokale besturen.

http://binnenland.vlaanderen.be - Geraadpleegd op 31.03.2014

Binnenband, maart 2014, V.19, (83), 48-49


14.03.2014 Dec. wijz. Energiedecreet van 08.05.2009, wat betreft de omzetting van de Richtlijn van de Europese Unie 2012/27/EU van 25.10.2012 betr. energie-efficiëntie en de toekenning van groenestroomcertificaten, warmte-krachtcertificaten en garanties van oorsprong
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Dit decreet heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt hierin de omzetting op decretaal niveau voorzien van de Europese richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. Anderzijds bevat dit decreet een aantal bepalingen inzake de overdracht van de behandeling van de groenestroom- en warmte-krachtdossiers van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) aan het Vlaams Energieagent¬schap (VEA) en de netbeheerders.

B.S., 28.03.2014,2e uitgave, V.184, (94), 27608-27611


14.03.2014 Dec. wijz. Energiedecreet 08.05.2009, wat betreft de energieprestaties van gebouwen
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Dit decreet brengt wijzigingen aan in het Energiedecreet, in het kader van de omzetting van richtlijn 2010/31/EU van 19.05.2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen. De wijzigingen betreffen onder andere de verslaggever en werken aan een gedeelte van een gebouw.

B.S., 28.03.2014,2e uitgave, V.184, (94), 27590-27598


20.03.2014 KB tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan
Vice-Eerste Min. en Min. van Landsverdediging, DE CREM Pieter *
et al.

Het marien ruimtelijk plan (MRP) is een plan dat de gewenste ruimtelijke driedimensionale structuur en temporele structuur van de menselijke activiteiten organiseert, op basis van een langetermijnvisie en aan de hand van duidelijke economische, sociale en ecologische doelstellingen. Dit plan is gericht op de coördinatie van beslissingen die een ruimtelijke impact hebben op de zeegebieden en verzekert dat elke belanghebbende bij het proces betrokken wordt.

B.S., 28.03.2014,1e uitgave, V.184, (93), 26936-26954+bijlagen 26955-27202; B.S., 07.04.2014, V.184, (104), 29694, err.; B.S., 11.08.2014, V.184, (220), 58255-58259, err.


Omgevingsloket.be
Vlaamse overheid

Deze website bevat het Omgevingsloket. Vanaf 01.06.2014 kan men hier digitaal bouwaanvragen en -meldingen indienen. Op termijn worden de bouwaanvragen samen met de milieuvergunningsaanvragen geïntegreerd in de omgevingsvergunning. Vandaar de naam Omgevingsloket. Er wordt een rechtstreekse digitale verbinding opgezet tussen de burger, de lokale besturen en de Vlaamse overheid. Doordat overheden gegevens delen, neemt de snelheid, kwaliteit en transparantie van de overheidsdienstverlening toe.

www.omgevingsloket.be/ - Geraadpleegd op 26.03.2014


14.02.2014 BVR wijz. Vlaams personeelsstatuut van 13.01.2006, wat betreft een aantal geldelijke maatregelen voor bepaalde personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust
Vlaams Min. van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, BOURGEOIS Geert

Dit besluit wijzigt een aantal regels in verband met de vergoeding van bepaalde personeelsleden van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust. Er wordt een toelage ingevoerd voor de matroos die tijdelijk fungeert als schipper-bootsman.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23543-23544


14.02.2014 BVR wijz. art. 12, 22 en 28 van het BVR 07.09.2007 betr. de toewijzing, het gebruik en de overname van de nutriëntenemissierechten en betr. de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Als de Mestbank, op het moment van de aktename van de overdracht van de nutriëntenemissierechten in het kader van een volledige bedrijfsovername, nog niet kan beoordelen of in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van overname voldaan is aan de toepasselijke voorwaarden, worden de aan de overlatende landbouwer toegekende NER-MVW (nutriëntenemissierechten-mestverwerking) overgedragen onder voorbehoud dat de overlatende landbouwer, in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van overname, voldaan heeft aan de voorwaarden. Als de Mestbank, bij de beoordeling van de voorwaarden, een gehele of gedeeltelijke annulatie doorvoert op de NER-MVW van de overlatende landbouwer, worden de overgedragen NER-MVW ook geheel of gedeeltelijk geannuleerd bij de overnemende landbouwer.

B.S., 24.03.2014,1e uitgave, V.184, (85), 23068-23069


07.02.2014 BVR houdende opheffing van het BVR 18.04.2008 betr. het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke
Vlaams Min. van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, MUYTERS Philippe

Dit besluit heft het BVR 18.04.2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan op (zie doc. nr. 228909). Ruimtelijke uitvoeringsplannen die zijn opgestart met toepassing van het integratiespoor en waarvoor het plan-MER (milieueffectrapport) is goedgekeurd door de dienst Mer vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, kunnen verder worden behandeld volgens de procedureregels die golden vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van art. 4, par. 3, eerste lid, van het BVR 18.04.2008.

B.S., 24.03.2014,1e uitgave, V.184, (85), 23067


MB houdende goedkeuring van het bijzonder waterverkoopreglement (huisaansluitingen) van (...) in uitvoering van art. 16, par. 2, van het dec. 24.05.2002 betr. water bestemd voor menselijke aanwending
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit document bevat een overzicht van de ministeriële besluiten die de bijzonder waterverkoopreglementen van de verschillende drinkwatermaatschappijen goedkeuren. Het laatste besluit betreft het bijzonder waterverkoopreglement huisaansluitingen van TMVW (Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening).

B.S., 21.03.2014, V.184, (84), 22908-22909


Het beroep tot vernietiging van art. 11 van het dec. van het Vlaamse Gewest van 28.06.2013 houdende diverse bepalingen inzake energie
Grondwettelijk Hof, 20 maart 2014, arrest nr. 50/2014

Het Grondwettelijk Hof vernietigt art. 11 van het decreet 28.06.2013 houdende diverse bepalingen inzake energie, dat art. 7.1.15 van het decreet 08.05.2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid wijzigt. Dit art. 11 is namelijk onlosmakelijk verbonden met het eerder vernietigde art. 13 van het decreet 13.07.2012 tot wijziging van het Energiedecreet van 08.05.2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie. Dat artikel werd vernietigd wegens schending van de bevoegdheidverdelende regels inzake energietarieven.

B.S., 28.05.2014,2e uitgave, V.184, (157), 41830-41831


28.02.2014 Dec. wijz. wet 28.12.1967 betr. de onbevaarbare waterlopen, meer bepaald de wijziging van de classificatie en andere diverse wijzigingen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het decreet brengt diverse wijzigingen aan in de wet 28.12.1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op de inschaling van de onbevaarbare waterlopen in categorieën. Die inschaling wordt aangepast teneinde te komen tot een efficiënter beheer van de waterlopen dat is gesteund op een combinatie van ervaring, deskundigheid en plaatselijke betrokkenheid. Benevens een aantal andere inhoudelijke wijzigingen, zoals onder meer die betreffende het openbaar onderzoek, bevat het decreet voor het overige een groot aantal wijzigingen van terminologische en technische aard.

B.S., 11.04.2014,2e uitgave, V.184, (110), 31836-31839


07.02.2014 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 08.05.2009 betr. de erosiebestrijding
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijzigt het BVR 08.05.2009 over de erosiebestrijding. Het betreft de aanvraag door een gemeente voor een bijkomende subsidie indien de oorspronkelijke subsidie reeds voor een deel betaald is. Bovendien wordt de mogelijkheid gecreëerd om een overeenkomst te sluiten waarin een erosiecoördinator wordt aangewezen en zijn standplaats en tijdsbesteding worden vermeld.

B.S., 19.03.2014, V.184, (81), 22391


Tweede nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen
Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
et al.

Van 03.07.2013 tot en met 03.10.2013 vond er een raadpleging van het publiek plaats over het ontwerp voor een tweede nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen. Het ontwerp schetste een geactualiseerd overzicht van de programma's en acties op federaal en regionaal niveau gericht op een vermindering van het aantal persistente organische polluenten aanwezig in het milieu. Het tweede nationaal implementatieplan van het Verdrag van Stockholm is thans beschikbaar in het Nederlands, het Frans en het Engels op de website van het Verdrag.

www.health.belgium.be - Geraadpleegd op 18.03.2014


La preuve du lien de causalité et le préjudice environnemental individuel
MERVEILLE Morgane

Dans cette contribution, l'auteur rappelle tout d'abord les principes applicables en droit belge à la preuve du lieu de causalité et relève les difficultés de rapporter cette preuve pour les victimes de préjudices environnementaux individuels. Ensuite, l'auteur présente les pistes de solution élaborées par le législateur et la jurisprudence. Enfin, l'auteur propose l'adoption d'une nouvelle disposition légale spécifique sur laquelle ces victimes pourraient se baser pour intenter leur action.

Amén., mars 2014, (1), 15-26


26.01.2014 Wet wijz. wet 15.04.1994 betr. de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betr. het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, wat betreft het dosimetrisch toezicht
Vice-Eerste Min. en Min. van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, MILQUET Joëlle *
Min. van Werk, DE CONINCK Monica *

Deze wet organiseert het dosimetrische toezicht op werknemers die beroepshalve blootgesteld kunnen worden aan dosimetrische straling. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) wordt belast met de uitbouw en het beheer van een blootstellingsregister en het afleveren van stralingspaspoorten.

B.S., 10.03.2014, V.184, (74), 20370-20376


MB houdende de bepaling van de klassen van bijdrageplichtige veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 2014
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De overeenkomst over de financiering van de ophaling van dierlijk afval in de zin van art. 3, par. 1, eerste lid, van het BVR 15.12.2006 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, kan voor de houder van een veebedrijf de vorm van een abonnement aannemen.
Dit besluit bepaalt de abonnementsprijzen voor 2014. Alle bedrijven die voor het aanslagjaar 2013 bij de Mestbank een aangifte hebben ingediend, waarop minstens één dier werd aangegeven, worden beschouwd als een bijdrageplichtig veebedrijf.

B.S., 26.05.2014,2e uitgave, V.184, (154), 41169-41171


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 (art. 85)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Bij de praktische uitwerking van de integrale waterfactuur voor grootverbruikers is een uniforme aanrekeningmethode uitgewerkt. Deze uniformiteit heeft betrekking op de gelijkheid tussen de wijze van aanrekening voor de bijdrage zowel als de vergoeding. Daarom bevat dit decreet op bovengemeentelijk vlak een eenmalige overgangsregeling om de financiële lasten voor de bedrijven gelijk te houden ten opzichte van voorgaande jaren.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23528


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. 21.12.1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij (art. 22 en 23)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De bepalingen van het decreet 21.12.1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij die betrekking hebben op de commissaris (bedrijfsrevisor), worden in overeenstemming gebracht met het decreet 08.07.2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof en het Wetboek van Vennootschappen. De term commissaris-revisor wordt vervangen door de term commissaris, zoals in het voormelde decreet 08.07.2011 en het Wetboek van Vennootschappen gebeurd is.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23519


06.02.2014 MB houdende vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten voor groenestroomprojecten die gebruik maken van zonne-energie met een startdatum vanaf 01.07.2014
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Voor groenestroomprojecten met een startdatum vanaf 01.07.2014 die gebruik maken van zonne-energie, wordt de bandingfactor per categorie vastgesteld. De bandingfactoren van groenestroomprojecten met een startdatum tussen 01.01.2013 en 31.01.2013 worden geactualiseerd en aangepast.

B.S., 03.03.2014, V.184, (66), 17701


Vijvenvijftigste lijst van de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik in de loop van het jaar 2013 door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu erkend in uitvoering van de beschikkingen van het KB 28.02.1994 betr. het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik
Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu

Dit document bevat een lijst van de bestrijdigsmiddelen voor landbouwkundig gebruik die in de loop van het jaar 2013 zijn erkend in uitvoering van het KB 28.02.1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdigsmiddelen voor landbouwkundig gebruik. De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet 11.07.1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt (onder andere door de lokale politie).

B.S., 27.02.2014,2e uitgave, V.184, (64), 17229-17234


31.01.2014 BVR houdende vaststelling van de termijn waarbinnen de overeenkomsten voor overdracht van de verplichting tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek of bodemsanering met Vlabotex VZW kunnen worden gesloten
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Een persoon die met toepassing van art. 97, par. 1, 1e lid, van het decreet 27.10.2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (facultatieve taken van erkende bodemsaneringsorganisaties) een overeenkomst voor overdracht van de verplichting tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek of bodemsanering met Vlabotex VZW wil sluiten, kan deze overeenkomst ten laatste op 30.06.2015 met Vlabotex VZW sluiten.

B.S., 24.02.2014, V.184, (58), 14592


17.02.2014 Bericht - Publieksraadpleging over het ontwerp van studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading tegen 2030 en het bijhorende milieueffectenrapport
Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie

Het publiek wordt vanaf 03.03.2014 tot en met 01.05.2014 geraadpleegd over het ontwerp van studie over de perspectieven van elektriciteitsbevoorrading tegen 2030, in het algemeen 'de prospectieve studie elektriciteit tegen 2030' genaamd, en over het milieueffectenrapport ervan. Dit, overeenkomstig art. 14 van de wet 13.02.2006 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's en de inspraak van het publiek bij de uitwerking van de plannen en programma's in verband met het milieu.

B.S., 17.02.2014, V.184, (49), 13036-13037


10.01.2014 BVR wijz. Energiebesluit 19.11.2010, wat betreft de banking van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Dit besluit wijzigt het Energiebesluit 19.11.2010. Het gaat over de banking van groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders. De netbeheerders worden vergoed voor het kapitaal dat ze voor de banking blokkeren. Banking wordt in het Energiebesluit dan ook ingeschreven als openbaredienstverplichting. 'Banking' bestaat erin om groenestroomcertificaten tijdelijk te parkeren bij de distributienetbeheerders. Daardoor kunnen de distributienetbeheerders de kosten voor de aankoop van certificaten tegen minimumsteun niet meteen recupereren.

B.S., 14.02.2014, V.184, (48), 12773-12775


HERMANS Peter en WEYGERS Adri / Gemeente Retie en deputatie van de provincieraad van Antwerpen
R.v.St., 21 januari 2014, 10e K., nr. 226148

Een gemeente keurt een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) goed. Er wordt een bezwaar ingediend hiertegen, op basis van de aanwezigheid van rode bosmieren, een beschermde diersoort, in één van de betrokken gebieden. De Gecoro heeft het bezwaar weerlegd op grond van het gegeven dat over de aanwezigheid van de rode bosmier in het plangebied niets werd opgemerkt. Het milieueffectrapport (MER) bevat geen enkel onderzoek naar de aanwezige fauna. De MER-screening kan de door de Gecoro gedane weerlegging van het bezwaar dan ook niet schragen. Er is geen deugdelijk motief voor de weerlegging van het bezwaar. Het zorgvuldigheidsbeginsel werd geschonden.


05.02.2014 Besluit van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle tot vaststelling van de vrijstellingsniveaus voor Zr-89 ter aanvulling van tabel A van bijlage IA van het algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC)

Ter aanvulling van tabel A van bijlage IA van het KB 20.07.2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, gelden de vrijstellingsniveaus opgenomen bij dit besluit.

B.S., 13.02.2014, V.184, (47), 12409-12410


24.01.2014 MB tot vaststelling van de vereisten waaraan een geluidzorgsysteem in digitale bioscopen moet voldoen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit stelt vereisten waaraan een geluidzorgsysteem in digitale bioscopen moet voldoen vast. Dit houdt onder meer in dat in bestaande zalen eenmaal per jaar een zaalkalibratie wordt uitgevoerd, verder geldt er een aangepaste volumeregeling en is er een indicatief maximaal geluidsdrukniveau opgenomen in dit besluit.

B.S., 12.02.2014, V.184, (46), 12310-12313


17.01.2014 BVR tot opheffing van het KB 24.02.1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen, en wijz. BVR 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het BVR 12.12.2008 tot uitvoering van titel XVI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft de invoering van een geluidzorgsysteem in digitale bioscopen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijzigt het VLAREM en het milieuhandhavingsbesluit met het oog op de uitwerking van een regeling voor het beheersen van de geluidsniveaus in digitale bioscopen. Het voorziet in de opname van een geluidzorgsysteem als sectorale voorwaarde voor digitale bioscopen en in de mogelijkheid om het niet naleven van de bepalingen bestuurlijk te handhaven. De bioscoopsector wordt geacht zich op korte termijn te schikken naar de inhoud van het geluidzorgsysteem.

B.S., 12.02.2014, V.184, (46), 12307-12308


17.01.2014 BVR wijz. de regelgeving betr. de groentegewassen en het groentezaad met betrekking tot de botanische benaming van tomaten
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit wijzigt de regelgeving over de groentegewassen en het groentezaad voor wat betreft de botanische benaming van tomaten. In het licht van de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis is de Internationale Code voor de botanische nomenclatuur herzien. Het gaat om de omzetting van een Europese richtlijn.

B.S., 11.02.2014,2e uitgave, V.184, (45), 12091-12092


20.12.2013 BVR tot uitvoering van titel VI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit voert titel VI van het decreet 05.04.1995 over de algemene bepalingen inzake milieubeleid uit. Het besluit beschrijft onder andere de werkwijze met de startnota en de toetreding van een organisatie van ondernemingen tot een bestaande milieu-overeenkomst.

B.S., 11.02.2014,2e uitgave, V.184, (45), 12083-12084


25.04.2014 Dec. betr. complexe projecten
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke
Vlaams Min. van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, MUYTERS Philippe

Dit decreet bepaalt een procedure voor complexe projecten, met name projecten van groot maatschappelijk en ruimtelijk strategisch belang die een geïntegreerd vergunningen- en ruimtelijk planproces vragen. Deze projecten kunnen tot op vandaag niet op één afgestemde, integrale en overkoepelende procedure terugvallen. Het decreet legt de uitgangspunten van de bedoelde procesmatige aanpak vast.

B.S., 27.08.2014, V.184, (235), 64052-64065


09.05.2014 Dec. wijz. de regelgeving inzake natuur en bos
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit decreet introduceert het 'geïntegreerd beheer'. Dit wil zeggen dat men dat het beheer van terreinen ten behoeve van het natuurbehoud uit moet gaan van het streven naar een beheer dat leidt tot de integratie van de ecologische, economische en sociale functies van het terrein. Het hervormt eveneens de beheerplanning en voert een instandhoudingsbeleid inzake Natura 2000 in. Het hervormt tot slot de regionale landschappen en de bosgroepen.

B.S., 07.07.2014, V.184, (192), 51739-51757


29.11.2013 BVR wijz. BVR 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het BVR 01.06.1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en het BVR 17.02.2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijzigt VLAREM I, VLAREM II en het VLAREMA. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op een nieuwe indelingsrubriek voor de opslag en behandeling met vochtige hitte en mechanische verkleining van infectieuze afvalstoffen, op de definities 'decontaminatie van infectieus afval', op gebruikte technieken bij het opslaan en behandelen van infectieuze afvalstoffen en op een betere afstemming op de Europese regelgeving.

B.S., 07.02.2014, V.184, (41), 10945-10949+bijlagen 10949-10954


Soortenbeschermingsrecht
SCHOUKENS Hendrik
DE SMEDT Peter

Deze bijdrage toont aan de hand van recente rechtsptaak van de Raad van State aan dat men bij beslissingen inzake ruimtelijke ordening meer en meer aandacht moet hebben voor het soortenbeschermingsrecht. De auteur gaat na hoe strikt dit recht is en waar er marge is voor flexibiliteit.

NjW, 29.01.2014, V.13, (295), 50-71


LV Arkens-Jansen / Vlaamse Gewest
R.v.St. 13 november 2012, 7e K., nr. 221376

Het bestuurlijk beroep ingesteld tegen de beslissing van de deputatie houdende het verlenen van de milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een varkenshouderij wordt gegrond verklaard en de gevraagde milieuvergunning wordt geweigerd. Nadat de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie een ongunstig advies had uitgebracht, heeft de uitbater van de varkenshouderij bijkomende nota's overgemaakt aan de bevoegde Vlaamse minister. Over laatstvermelde nota waarin een aantal nieuwe technieken worden voorgesteld, heeft het gewest opnieuw het advies ingewonnen van de afdeling Milieuvergunningen. De overschrijding van de beslissingstermijn is dus deels te wijten aan de handelwijze van de varkenshouder zelf.


v.z.w. De Lark / Gemeente Maasmechelen
R.v.St., 8 november 2012, 7e K., nr. 221286

Het college van burgemeester en schepenen legt de exploitant van een feestzaal een aantal vergunningsvoorwaarden op, zoals het respecteren van bepaalde sluitingsuren en het installeren van een geluidsbegrenzer. Er is geen schending van het gelijkheidsbeginsel. Het volstaat niet om te poneren dat aan de andere horecazaken geen exploitatievoorwaarden zijn opgelegd of om zonder enige verifieerbare argumentatie te beweren dat aan bepaalde horecazaken geen specifieke voorwaarden werden opgelegd. De uitbater levert ook geen enkel bewijs van onzorgvuldigheid in het optreden van de overheid. Er is ook geen enkel element dat aantoont dat de bijzondere voorwaarden buiten proportie zijn om het nagestreefde doel (de bescherming van mens en leefmilieu in de directe omgeving) te bereiken.


06.01.2014 MB houdende vaststelling van het register van inrichtingen of ondernemingen die voldoen aan rechtstreeks toepasselijke Europees vastgestelde voorwaarden of criteria ten aanzien van grondstoffen die ze op de markt willen brengen
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De inrichtingen of ondernemingen die voldoen aan rechtstreeks toepasselijke Europees vastgestelde voorwaarden of criteria ten aanzien van grondstoffen die ze op de markt willen brengen, moeten zich vooraf registreren bij de OVAM. De registratie moet gebeuren per materiaal dat voldoet aan de Europees vastgestelde criteria die bepalen dat het materiaal niet langer als afval wordt aangemerkt. Het besluit somt de gegevens op die de aanvraag tot registratie ten minste moet bevatten.

B.S., 04.02.2014, V.184, (36), 9279


15.01.2014 Wet wijz. hoofdstukken I en II van de wet 05.05.1997 betr. de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling
Min. van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, GEENS Koen *
Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, en Staatssecretaris voor voor Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, VERHERSTRAETEN Servais *

De wet 05.05.1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling heeft een cyclus van federale plannen en rapporten inzake duurzame ontwikkeling ingesteld. Deze wet laat de duur van deze plannen met het verloop van een legislatuur samenvallen.

B.S., 04.02.2014, V.184, (36), 9249-9250


24.01.2014 MB houdende vaststelling van het sjabloon en de toelichting bij het emissiejaarrapport voor BKG-installaties tijdens de tweede verbintenisperiode
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit bevat in bijlage het sjabloon en de toelichting bij het emissiejaarrapport voor BKG-installaties (installaties die broeikasgassen produceren) tijdens de tweede verbintenisperiode tot het Kyotoprotocol.

B.S., 31.01.2014,3e uitgave, V.184, (33), 8993-8994+bijlage 8994-8995


10.01.2014 MB wijz. MB 28.04.2010 met betrekking tot de registratieprocedure voor de subsidieaanvraag of het beheer van het dossier in het kader van de besluiten ecologiepremie, ecologiepremie call, groeipremie en KMO-portefeuille
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

De subsidies van het Agentschap Ondernemen worden aangevraagd via de websites van het agentschap. De ondernemingen moeten een registratieprocedure op de website doorlopen voor ze een subsidie kunnen aanvragen. Een persoon wordt geregistreerd als gemachtigde van een onderneming op basis van zijn elektronische identiteitskaart of zijn federaal token. Om mogelijke misbruiken inzake steunverlening in het kader van de kmo-portefeuille tegen te gaan, wordt de scheiding tussen de steunaanvragende onderneming en de dienstverlener waarbij de onderneming diensten aankoopt, hierbij wettelijk verankerd.

B.S., 31.01.2014,2e uitgave, V.184, (33), 8803-8804


Richtsnoeren voor de toepassing van art. 6, lid 4, van de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG)
Europese Commissie

Deze bijdrage verduidelijkt een aantal begrippen die gebruikt worden in de Habitatrichtlijn. Er wordt voornamelijk uitleg gegeven over compenserende maatregelen, om te waarborgen dat de samenhang met Natura 2000 bewaard blijft.

Brussel:Europese Commissie, 2012,32 p.

http://ec.europa.eu - Geraadpleegd op 30.01.2014


De prejudiciële vragen betr. art. 21, par. 6, 2°, juncto art. 9, en art. 40bis (zoals ingevoegd bij art. 5 van het dec. 12.12.2003) van het dec. van het Vlaamse Gewest van 23.01.1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
Grondwettelijk Hof, 29 januari 2014, arrest nr. 18/2014

Art. 21, par. 6, 2°, juncto art. 9, en art. 40bis van het Meststoffendecreet is niet discriminerend. Gelet op de doelstelling van dit decreet en op de ruime beoordelingsbevoegdheid waarover de decreetgever ter zake beschikt, is het niet zonder redelijke verantwoording de verschillende producenten van mestoverschotten, ongeacht de aard en de verwerkbaarheid van die mestoverschotten en met toepassing van het beginsel 'de vervuiler betaalt', aan dezelfde regeling inzake mestverwerking en de daaraan verbonden superheffing te onderwerpen.

B.S., 18.04.2014,3e uitgave, V.184, (119), 33976-33979


De prejudiciële vragen over art. 12 van het dec. van het Vlaamse Gewest van 02.07.1981 betr. de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (vóór de wijziging ervan bij art. 21 van het dec. 22.04.2005
Grondwettelijk Hof, 29 januari 2014, arrest nr. 15/2014

De art. 12 en 37 van het Afvalstoffendecreet van 02.07.1981 zijn discriminerend in de interpretatie dat zij de kostprijs van een ambtshalve verwijdering van afvalstoffen door de OVAM ten laste leggen van de eigenaar van een onroerend goed dat is verontreinigd door afvalstoffen, niettegenstaande die eigenaar niet wist en niet behoorde te weten dat het onroerend goed was verontreinigd met afvalstoffen op het ogenblik dat hij eigenaar is geworden.

B.S., 18.04.2014,3e uitgave, V.184, (119), 33953-33956


06.01.2014 Wet met betrekking tot het klimaatresponsabiliseringsmechanisme
Eerste Min., DI RUPO Elio *
et al.

Deze wet voert art. 65quater van de wet 16.01.1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten uit. Dat artikel voorziet in een klimaatresponsabiliseringsmechanisme. Het doel van dit mechanisme is om de gewesten te stimuleren de hun toegewezen doelstellingen inzake de reductie van de uitstoot van broeikasgassen in de gebouwen uit de residentiële en de tertiaire sector na te komen. De bijlage bevat de formule voor de correctie van de niveaus van de emissies van broeikasgassen.

B.S., 31.01.2014,1e uitgave, V.184, (32), 8660-8663


De beroepen tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van art. 64 van het Vlaamse dec. 29.06.2012 wijz. het Gemeentedecreet van 15.07.2005 (vervanging van art. 194) en/of art. 59 van het Vlaamse dec. 29.06.2012 wijz. het Provinciedecreet van 09.12.2005 (vervanging van art. 187)
Grondwettelijk Hof, 23 januari 2014, arrest nr. 9/2014

Art. 194 GD bevat de mogelijkheid om als inwoner namens de gemeente in rechte op te treden wanneer deze dit nalaat. Het decreet 29.06.2012 wijzigde dit art. 194 GD door deze mogelijkheid aanzienlijk in te perken. Het stilzitten van de gemeente of de provincie zou sinds de wijziging slechts aanleiding kunnen geven tot een vordering namens de gemeente of de provincie in zoverre het schade aan het leefmilieu als gevolg heeft, maar niet indien het een ander gevolg heeft. Het Grondwettelijk Hof vernietigt in art. 194 GD en in art. 187 van het Provinciedecreet de woorden 'en als gevolg van dit stilzitten het leefmilieu schade toegebracht wordt of een ernstige dreiging op schade aan het leefmilieu ontstaat'.

B.S., 04.04.2014, V.184, (102), 29289-29294


De beroepen tot vernietiging van art. 4 respectievelijk de art. 4, 6 en 8 van het dec. van het Vlaamse Gewest van 13.07.2012 wijz. het Energiedecreet van 08.05.2009, wat betreft de milieuvriendelijke energieproductie
Grondwettelijk Hof, 23 januari 2014, arrest nr. 8/2014

Dit arrest vernietigt enkele wijzigingen aan art. 7.1.1 van het Energiedecreet, aangebracht door art. 4 van het decreet 13.07.2012. Het bestreden art. 4 voert met betrekking tot het toekennen van groenestroomcertificaten aan producenten van groene energie een onderscheid in tussen installaties met startdatum vóór 01.01.2013 en installaties met startdatum vanaf 01.01.2013. Verder stelt het ook dat de waarde van een extra, nog niet volledig afgeschreven investering, in het kader van de verlenging van de steunperiode, enkel in rekening gebracht kan worden indien ze minstens 20 % van de oorspronkelijke investering bedraagt. Deze beide regelingen worden vernietigd.

B.S., 17.04.2014,2e uitgave, V.184, (116), 33166-33180


14.01.2014 MB wijz. diverse bepalingen van het MB 26.11.2007 betr. de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Het MB 26.11.2007 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector wordt gewijzigd. Het betreft enkele technische wijzigingen, onder andere in verband met het e-loket en het gebruik ervan. Voor bepaalde opleidingen wordt het minimum aantal deelnemers verminderd.

B.S., 23.01.2014, V.184, (23), 5663-5666


13.01.2014 Besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Energieagentschap wijz. besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Energieagentschap van 14.12.2011 houdende het vastleggen van de minimale kwaliteitslabels waaraan koelkasten en wasmachines moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kortingsbon en de minimumvereisten waaraan energiescans moeten voldoen
Administrateur-generaal van het Vlaams Energie Agentschap, PEETERS Luc

De bijlage bij het besluit van de administrateur-generaal van het Vlaams Energieagentschap van 14.12.2011 houdende het vastleggen van de minimale kwaliteitslabels waaraan koelkasten en wasmachines moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kortingsbon en de minimumvereisten waaraan energiescans moeten voldoen, wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

B.S., 23.01.2014, V.184, (23), 5722-5723+bijlagen 5723-5731


28.03.2014 Dec. betr. de landinrichting
Vlaams Min. van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, MUYTERS Philippe
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit decreet biedt een aantal instrumenten aan om oplossingen op maat aan te reiken voor projecten inzake de inrichting van de beschikbare ruimte in Vlaanderen. Die instrumenten hebben betrekking op inrichting, beheer, grondverwerving, grondmobiliteit en flankerend beleid, en kunnen op maat en in onderlinge samenhang worden ingezet ter realisatie van een breed scala aan plannen en projecten die bijdragen aan het behoud en de ontwikkeling van de ruimte.

B.S., 22.08.2014,2e uitgave, V.184, (232), 63616-63635


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (art. 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48 en 49)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Er worden wijzigingen aan titel IV van het DABM aangebracht die betrekking hebben op de vereenvoudiging van de milieueffectrapportage- en veiligheidsrapportageprocedure in het DABM onder meer door het mogelijk maken voor zowel de initiatiefnemer als de bevoegde administraties om door middel van elektronische post verschillende procedurestappen te volbrengen.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23520-23522


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Jachtdecreet (art. 27 en 28)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De mogelijkheid wordt gecreëerd om voor drie situaties (bestrijding, bijzondere bejaging en verkrijgen van een schadevergoeding) een code van goede praktijk van handelingen ter voorkoming van schade op te maken. In het soortenschadebesluit is een juridische grond voorzien voor de opmaak van een code van goede praktijk van handelingen om schade door soorten, waaronder wild, te voorkomen. Het voorkomen van schade door soorten komt echter op verschillende plaatsen in de wetgeving voor. Het gaat steeds om het voorkomen van dezelfde schade door dezelfde soorten.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23520


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Bosdecreet (art. 24, 25 en 26)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Door de planologische uitbreiding van de mogelijkheden voor bebossing wordt het boscompensatiefonds slagkrachtiger. Aankoopsubsidies worden ook mogelijk binnen de speciale beschermingszones, wanneer bebossing kadert in het realiseren van de specifieke instandhoudingsdoelstellingen.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23520


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer (art. 17, 18, 19, 20 en 21)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het decreet grondwaterbeheer voorziet een heffingsvrijstelling voor bronbemalingen die noodzakelijk zijn voor het gebruik en/of de exploitatie van gebouwen of bedrijfsterreinen en waarvoor een milieudeskundige een hydrologisch attest aflevert. Deze bepaling wordt afgestemd op de nieuwe erkenningsregeling. Volgens de aangepaste tekst moet het hydrologisch attest voortaan worden uitgereikt door een erkende MER-deskundige in de discipline water.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23519


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. 08.11.2013 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord 22.10.2012 gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betr. het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19.11.2008 wijz. Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (art. 84)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

In het opschrift van het decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 22.10.2012 gesloten tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19.11.2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, werd verkeerdelijk verwezen naar '22 oktober 2012'. De correcte datum is '2 september 2013'. Dit wordt nu verbeterd.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23528


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet betr. het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (art. 81, 82 en 83)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit hoofdstuk geeft de Vlaamse Regering de bevoegdheid om nadere regels over bouw- en sloopafval vast te stellen. De controle op en de bestuurlijke handhaving van de naleving van de verplichtingen worden onttrokken aan de ambtenaren toegewezen krachtens het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, maar toegewezen aan ambtenaren van de OVAM (de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij). Dat element wordt ook doorgetrokken naar overtreding van de aangifteplicht, van de betaling van milieuheffingen of van de administratieve geldboete.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23527-23528


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Decreet betr. de diepe ondergrond (art. 71-80)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit hoofdstuk bevat vergunningscriteria voor de beoordeling van aanvragen voor opsporingsvergunningen (vergunningen voor het instellen van een opsporingsonderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen). De vergunningscriteria zijn gelijkaardig aan de bestaande criteria voor opslag. Uit praktische overwegingen wordt nu voorzien dat de driejarige rapportageplicht aan de Vlaamse Regering en het Parlement pas ingaat van zodra een opslagvergunning is verleend. Het hoofdstuk bevat ook een aantal correcties, rechtzettingen en verwijzingen naar recente wetgeving.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23526-23527


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Mestdecreet (art. 52-70)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

In het Mestdecreet worden een aantal definities aangepast ten gevolge van nieuwe teelten, nieuwe organisaties, gelijkschakeling van terminologie, enzovoort. Verder worden enkele aanpassingen aangebracht naar aanleiding van de implementatie van de Europese verordening 1069/2009. Het decreet verduidelijkt welke meststoffen emissiearm en niet-emissiearm mogen worden aangebracht en actualiseert de lijst van aangifteplichtigen. Ook de reductieloze (bevoorrechte) overdracht van nutriëntenemissierechten (NER) worden geregeld.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23522-23526


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (art. 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14 en 15)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Heel wat grachten spelen in de lokale waterhuishouding een verdergaande rol dan een louter plaatselijke, zonder dat het evenwel aangewezen is om deze grachten in te delen bij de onbevaarbare waterlopen. De overname van het beheer van een gracht door de gemeente biedt dan een oplossing. Verder wordt nog voorzien in een afstemming op de nieuwe regeling voor onvergunde lozingen, in het rechtzetten van een onnauwkeurigheid, in het vervangen van een foutieve verwijzing naar VLAREM I door VLAREL, in het efficiëntere innen van de heffingen en in een rechtzetting inzake de handhaving van de Oppervlaktewaterenwet.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23517-23518


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Wet betr. de wateringen - Wet betr. de polders (art. 2, 3, 4 en 5)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De bestaande wetgeving betreffende de wateringen en betreffende de polders voorziet een aantal partiële regelingen inzake personeelsaangelegenheden. De bepalingen inzake pensioenleeftijd, en voor dijk- en sluiswachters ook minimumleeftijden, zijn niet langer afgestemd op de generieke regelingen die hier omtrent gelden binnen andere overheidsinstellingen voor zowel contractuele als statutaire personeelsleden. Ook de nationaliteitsvereiste, die opgenomen is in dezelfde artikelen als de leeftijdsgrenzen, is achterhaald door de Europese regelgeving inzake vrij personenverkeer. De betrokken bepalingen worden dan ook opgeheven.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23517


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. 23.12.2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 (art. 51)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit hoofdstuk wijzigt de samenstelling van de beheerscomissie van het EV INBO (Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek). Het aantal personeelsleden van het INBO wordt uitgebreid van 2 naar 3 en het lidmaatschap van de Inspecteur van Financiën wordt weggelaten omdat deze vanuit zijn eigenlijke taakstelling al controlebevoegdheid heeft. Daartoe wordt art. 31 van het decreet 23.12.2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 gewijzigd.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23522


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur - Dec. betr. het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (art. 50)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit hoofdstuk geeft de Vlaamse Regering de mogelijkheid de procedure te bepalen die leidt tot de ontheffing van gewestelijke en provinciale natuurrichtplannen. Daartoe wordt art. 48, par. 3, van het decreet 21.10.1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu gewijzigd.

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23522


28.02.2014 Dec. houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

In dit verzameldecreet inzake leefmilieu en natuur komen veel verschillende thema's aan bod, zoals polders en wateringen, bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, grondwaterbeheer, milieubeleid, .... .

B.S., 25.03.2014,2e uitgave, V.184, (88), 23517-23528; B.S., 11.04.2014,2e uitgave, V.184, (110), 31843, err.


Vaststelling van het modelformulier voor de aanvraag tot overdracht van het recht op cofinanciering
Vlaamse overheid - Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)

Bij besluit van de administrateur-generaal van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij van 30.01.2014 wordt het modelformulier voor de aanvraag tot cofinanciering voor de kosten van de bodemsaneringswerken van een ernstige historische bodemverontreiniging vastgesteld.

B.S., 02.05.2014,2e uitgave, V.184, (38), 9671


Gedelegeerde richtlijn n° (...) wijz., met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage (...) bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor (...) toepassingen
Europese Commissie

Dit document bundelt de wijzigingen aan de bijlagen bij richtlijn 2011/65/EU betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur.

Publ.E.U., 20.05.2014, L148/72-73+bijlage 73; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/74-75+bijlage 75; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/76-77+bijlage 77; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/78-79+bijlage 79; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/80-81+bijlage 81; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/82-83+bijlage 83; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/84-85+bijlage 85; Publ.E.U., 20.05.2014, L148/86-87+bijlage 87


BVR tot beoordeling van de vooruitgang van de waterkwaliteit in het kader van de tussentijdse evaluatie, vermeld in art. 14, par. 7, 1e lid, van het Mestdecreet van 22.12.2006, en wijz. kaart van de focusgebieden, opgenomen in de bijlage bij het BVR 10.02.2012 tot bepaling van de nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in art. 14, par. 1, 2e lid, van het Mestdecreet van 22.12.2006
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De waterkwaliteit tijdens de winters 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 stemt niet voldoende overeen met de doelstellingen, vermeld in art. 2, van het Mestdecreet van 22.12.2006. De maatregelen, vermeld in art. 14, par. 7, 1e lid, van het Mestdecreet van 22.12.2006, worden van kracht in de focusgebieden.
Verder wijzigt dit besluit de kaart van de focusgebieden nitraat voor het jaar 2014. De bijlage bij het BVR 10.02.2012 tot bepaling van de nitraatresidudrempelwaarde, vermeld in art. 14, par. 1, tweede lid van het Mestdecreet van 22.12.2006 wordt bijgevolg aangepast.

B.S., 23.01.2014, V.184, (23), 5659+bijlagen 5660


MB wijz. MB 24.01.2011 tot uitvoering van BVR 17.12.2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest, wat betreft de wijziging van de limitatieve technologieënlijst
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit past de limitatieve technologieënlijst aan in het MB 24.01.2011 tot uitvoering van het MB 17.12.2010 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaamse Gewest omdat het, voor de competitiviteit van de ondernemingen in het Vlaamse Gewest in het algemeen, en voor hun ecologische voetafdruk in het bijzonder, noodzakelijk is om te voorzien in adequate steunmaatregelen die steun mogelijk maken voor nieuwe technologieën.

B.S., 11.02.2014,1e uitgave, V.184, (44), 11928-11929+bijlagen 11930-12044


Gedelegeerde Verordening (EU) tot wijz. gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 1059/2010, (EU) nr. 1060/2010, (EU) nr. 1061/2010, (EU) nr. 1062/2010, (EU) nr. 626/2011, (EU) nr. 392/2012, (EU) nr. 874/2012, (EU) nr. 665/2013, (EU) nr. 811/2013 en (EU) nr. 812/2013 van de Commissie wat de etikettering van energiegerelateerde producten op internet betreft
Europese Commissie

Dit document bevat de lijst van de verordeningen die de eisen bepalen voor de etikettering van en het verstrekken van aanvullende productinformatie over elektrische huishoudelijke afwasmachines en voor aansluiting op het elektriciteitsnet bestemde elektrische huishoudelijke afwasmachines die ook op batterijen kunnen werken, over huishoudelijke koelapparaten, huishoudelijke wasmachines, huishoudelijke droogtrommels, televisies, elektrische lampen, verlichtingsarmaturen, ruimteverwarmings- en waterverwarmingstoestellen. De laatste verordening wijzigt de gedelegeerde verordeningen EU) nr. 1059/2010, (EU) nr. 1060/2010, (EU) nr. 1061/2010, (EU) nr. 1062/2010, (EU) nr. 626/2011, (EU) nr. 392/2012, (EU) nr. 874/2012, (EU) nr. 665/2013, (EU) nr. 811/2013 en (EU) nr. 812/2013, wat de etikettering van energiegerelateerde producten op internet betreft.

zie samenvatting


Verordening (EU) nr. (...) wijz. (bijlage) verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach)
Europese Commissie

Dit document bevat de lijst van de verordeningen die de bijlagen van de verordening (EG) 1907/2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen wijzigen.

Publ.E.U., 19.08.2014, L244/6-8+bijlage 9


Bericht in toepassing van het art. 13, par. 1, 12°, van het samenwerkingsakkoord van 04.11.2008 betr. de preventie en het beheer van verpakkingsafval
Interregionale Verpakkingscommissie

Krachtens art. 13, par. 1, 12°, van het samenwerkingsakkoord van 04.11.2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval moeten de erkende organismen bijdragen tot de financiering van het beleid van de Gewesten inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval indien de terugnameplicht betrekking heeft op verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong. Voor 2014 wordt het geïndexeerde bedrag van deze bijdrage bepaald op 0,55 EUR per inwoner en per jaar.

B.S., 13.02.2014, V.184, (47), 12611


MB houdende de vaststelling van het Compendium voor Monsterneming, meting en Analyse [...]
Vlaamse overheid - Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE)

Het Compendium voor de monsterneming, meting en analyse in het kader van bodembescherming (BOC) wordt goedgekeurd.

B.S., 06.08.2014, V.184, (217), 57468


BVR houdende de opheffing van de polder (...)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De opheffing van inactieve polders draagt bij tot de administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies en zorgt voor een betere dienstverlening voor de burgers. Het laatste besluit heft de polder van Stabroek op.

B.S., 20.05.2014, V.184, (149), 40133


KB houdende toekenning van een bedrag 1250000 EUR aan het 'Fonds ter reductie van de globale energiekost'
Min. van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, GEENS Koen *
Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, Staatssecretaris voor de Regie der gebouwen, toegevoegd aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, en Staatssecretaris voor voor Duurzame Ontwikkeling, toegevoegd aan de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, VERHERSTRAETEN Servais *

Voor het boekjaar 2014 wordt een bedrag van 576000 EUR toegekend aan het 'Fonds ter reductie van de globale energiekost' om de financiële kosten verbonden aan de leningen of obligaties uitgegeven door het Fonds te compenseren. Een bedrag van 1250000 EUR wordt eveneens toegekend aan het fonds. De aanwending van dit bedrag zal gebeuren overeenkomstig aan de art. 10 en 16, par. 2 van de bijlage aan het KB 06.07.2009 tot vaststelling van het beheerscontract van het Fonds ter reductie van de globale energiekost.

B.S., 03.04.2014, V.184, (100), 28690-28691; B.S., 03.04.2014, V.184, (100), 28691-28692


15.07.2014 Omz. nr. 67 - Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) - Over het verkrijgen van steun voor investeringen in de agrovoedingssector: oproep 2014
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Bedrijven die de verwerking en afzet van land- en tuinbouwproducten tot voorwerp hebben, kunnen Europese en/of Vlaamse steun genieten voor hun investeringen. De steunverlening aan investeringen van agrovoedingsbedrijven voor verwerking en afzet wordt georganiseerd via oproepen. Deze omzendbrief regelt de voorwaarden en modaliteiten van de oproep 2014. De oproep is gericht naar de slachthuizen.

B.S., 01.09.2014, V.184, (239), 65229-65231+bijlage 65232-65235


BVR tot vaststelling van de heffingscoëfficiënt inzake de grindwinning voor 2014
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit bepaalt de heffingscoëfficiënt die jaarlijks wordt aangepast in het kader van de afbouw van de grindwinning.
De heffingscoëfficiënt voor het jaar 2014 bedraagt 1,6122.

B.S., 29.01.2014,2e uitgave, V.184, (30), 8162


n.v. Vanhout / Gemeente Opwijk
Brussel, 26 juli 2013

Een gemeente schrijft een wedstrijdbestek uit en sluit hierop met de geselecteerde aannemer een onderhandse overeenkomst waarbij een opstalrecht op de gronden wordt bedongen, verbonden aan het realiseren van koopwoningen en -appartementen. Het is niet zo dat elk normaal voorzichtig en zorgvuldig gemeentebestuur zich diende te realiseren dat er 25 jaar vroeger op de site een school was gevestigd die mogelijks een bodemverontreiniging had kunnen veroorzaken en dat het diende over te gaan tot het voeren van een onderzoek naar deze activiteiten, minstens dat het bij hot afleggen van de verklaring enig voorbehoud met betrekking tot hypothetische bodemverontreiniging had moeten uitdrukken. Het is niet uitgesloten dat de gemeente zich hiervan helemaal niet bewust was en dat zij te goeder trouw de bewuste verklaring aflegde wanneer zij de onderhandse overeenkomst afsloot.


x en y / Deputatie van de provincieraad van Oost-Vlaanderen
R.v.Vergunningsbetwistingen, 19 februari 2013, 4e K., nr. A/2013/0078

De provincieraad keurt de aanvraag van een gemeente voor het verharden van een buurtweg in functie van een fietsroutenetwerk goed. In het kader hiervan wordt ook een tractorsluis geplaatst om sluipverkeer tegen te gaan, waardoor doorgaand gemotoriseerd verkeer (behalve landbouwvoertuigen) niet langer mogelijk is. Dit wil hoegenaamd niet zeggen dat de buurtweg wordt afgeschaft, het gaat enkel om een verharding van de weg en de aanleg van een tractorsluis.


A. I. n.v. / B.V.D. n.v. en C. n.v.
Hasselt, 7 november 2013

Een hoeveelheid mazout, opgeslagen in een tank, lekt op de grond doordat er geen groene dop aanwezig was, er geen overvulbeveiliging was aangesloten en er geen inkuiping was voorzien. De aangestelde van de leverancier van mazout had bij het leveren deze gebreken duidelijk kunnen vaststellen. In die omstandigheden had hij de nodige voorzichtigheid dienen aan de dag te leggen en had hij slechts deze tank mogen vullen, terwijl hij steeds toezicht hield op de levering, zodat hij onmiddellijk kon ingrijpen indien het fout zou lopen. Een dergelijk toezicht was evenwel niet aanwezig waardoor er niet onmiddellijk kon worden ingegrepen en waardoor de kelder gevuld werd met mazout. Daarom is de leverancier aansprakelijk.


Praktische handleiding duurzame grootkeuken bestemd voor grootkeukens en restaurants van collectiviteiten
COLLARD Jeanne
CLOSSON Catherine
PONCELET Damien

Deze publicatie biedt aan grootkeukens een handleiding bij het evolueren naar een duurzame grootkeuken. De handleiding richt zich tot alle actoren betrokken bij een grootkeuken en biedt hen principes om duurzame voeding te integreren in de dagelijkse manier van werken van grootkeukens.

Brussel; Leefmilieu Brussel, 2013,412 p.

www.ibgebim.be - Geraadpleegd op 18.06.2014


DENAYER Toon en crts / Vlaamse Gewest en deputatie van de provincie Vlaams-Brabant
R.v.St., 14 november 2013, 7e K., nr. 225484

De Vlaamse overheid verleent een milieuvergunning voor het exploiteren en veranderen van een zandgroeve. De overheid moet een milieuvergunningsaanvraag ook op haar stedenbouwkundige verenigbaarheid beoordelen. Het besluit bevat echter geen concrete toets van de inrichting aan de goede ruimtelijke ordening. De beslissing bevat namelijk enkel louter feitelijke en beschrijvende vaststellingen. De overige overwegingen uit het besluit betreffen de milieuhygiënische aanvaardbaarheid van de inrichting. Deze kunnen niet worden beschouwd als een stedenbouwkundige motivering. Het besluit is dan ook genomen met schending van de formele motiveringsplicht en wordt om deze reden vernietigd.


JACOPS Luc / Deputatie van de provincie Antwerpen
R.v.St., 28 november 2013, 12e K., nr. 225624

Met betrekking tot de voorwaarde dat de inrichting hoofdzakelijk vergund moet zijn, wordt in het bestreden besluit gesteld dat blijkt dat slechts een deel van de winkelruimte stedenbouwkundig vergund is. Bij de stedenbouwkundige toetsing van een milieuvergunningsaanvraag dient in principe uitgegaan te worden van de volledige inrichting die in de regel bestaat uit onlosmakelijke onderdelen. In voorliggende zaak valt niet in te zien hoe enkel voor het gedeelte van de winkelruimte dat stedenbouwkundig vergund is, een milieuvergunning verleend kan worden. Die ruimte vormt in werkelijkheid immers één ondeelbaar geheel. Aangezien in de bestreden beslissing uitdrukkelijk wordt aangegeven dat de bestaande winkelruimte slechts gedeeltelijk werd vergund, is niet voldaan aan art. 5.6.7, par. 1, VCRO.


v.z.w. Flight 90 / Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant
R.v.St., 14 november 2013, 7e K., nr. 225477

De houder van een milieuvergunning voor de exploitatie van een dansgelegenheid vraagt een verruiming van de exploitatiemogelijkheden aan. Deze wordt geweigerd. Deze beslissing is gemotiveerd door in algemene bewoordingen te verwijzen naar 'zwerfvuil', een 'verhoogde uitstoot (van) uitlaatgassen van autovoertuigen' en een 'verhoogde geluidshinder door wachtende voertuigen'. Die hinder wordt niet nader geconcretiseerd en levert dus geen deugdelijke verantwoording voor de beslissing.


VAN DYCK Marie-José / Deputatie van de provincie Antwerpen
R.v.St., 12 december 2013, 12e K., nr. 225785

Met het bestreden besluit wordt een inrichting voor het bewerken van marmer, natuur- of kunststeen, gelegen in woongebied, vergund. De inrichting wordt niet bestaanbaar met het woongebied om de enkele reden dat in de bijzondere vergunningsvoorwaarden wordt opgelegd dat het laden en lossen moet gebeuren 'weg gericht' van de woning van de omwonende of, ruimer, door andere bijkomende voorwaarden op te leggen die het intrinsiek hinderlijk karakter van de inrichting niet wezenlijk beïnvloeden. De inrichting is niet bestaanbaar met de bestemming woongebied en verenigbaar met de onmiddellijke omgeving. Het besluit wordt vernietigd.


BELET Piet / Stad Borgloon en deputatie van de provincieraad van Limburg
R.v.St., 10 december 2013, 10e K., nr. 225771

Een gemeente stelt een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op. In de toelichtingsnota en het goedkeuringsbesluit staat dat gepaste maatregelen noodzakelijk zijn om te garanderen dat het regenwater dat op privaat domein valt de mogelijkheden krijgt om ter plaatse gebufferd te worden. Desondanks stelt het besluit dat er in de stedenbouwkundige voorschriften geen randvoorwaarden en technische voorschriften werden opgenomen inzake een duurzaam waterbeheer en dat hieraan de nodige en vereiste aandacht besteed dient te worden in het kader van de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen. Aldus blijkt dat de plannende overheid eraan heeft verzaakt de vereiste gepaste maatregelen op te leggen en hoofdzakelijk zich ertoe heeft beperkt de waterproblematiek door te schuiven naar de vergunningverlenende overheid. Daarom wordt de beslissing vernietigd.


05.09.2013 V. nr. 561 (K.): Btw-picht voor particulieren met zonnepanelen
WOUTERS Veerle
Min. van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, GEENS Koen *

Indien de betrokkene geen andere activiteit verricht waarvoor hij belastingplichtige is, handelt hij niet in de uitoefening van een economische activiteit. Hij wordt voor de verkoop van de groene stroomcertificaten niet als belastingplichtige in de zin van art. 4 van het Btw-Wetboek aangemerkt. De verkoop is dan ook niet aan de btw onderworpen.

V. en A., K., 25.04.2014,2013-2014, (158), 236-239


Gemeente Kalmthout / n.v. Van Wellen-Thys
Antwerpen, 5 september 2013, 17e K.

De gemeente heeft de aanvraag afgewezen voor een stedenbouwkundige vergunning voor het oprichten van 11 woningen, het slopen van een berging en het rooien van hoogstammig groen, maar de aanvrager heeft bij de deputatie de vergunning verkregen. De gemeente dient een verzoek in bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen tot nietigverklaring van deze vergunning. Aangezien de procedure voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen niet opschortend werkt, maakt de mogelijkheid deze vergunning uit te voeren, volgens de gemeente een ernstige dreiging van een inbreuk op de wetgeving inzake het leefmilieu uit. Het hof besluit dat er geen bewijs voorligt van een kennelijke inbreuk dan wel een ernstige dreiging van een inbreuk op de leefmilieuwetgeving.


DONAL Brady / Environmental Protection Agency
Hof van Justitie EG, 3 oktober 2013, 4e K., nr. C-113/12

Drijfmest die wordt geproduceerd in een intensieve varkenshouderij en wordt opgeslagen in afwachting van de levering ervan aan landbouwers om door hen als meststof op hun gronden te worden gebruikt, is geen 'afvalstof' in de zin van deze bepaling, maar een bijproduct indien de producent voornemens is deze drijfmest in een later stadium, in voor hem gunstige economische omstandigheden, op de markt te brengen (art. 1, sub a, eerste alinea, van richtlijn 75/442/EEG van 15.07.1975 betreffende afvalstoffen moet aldus worden uitgelegd dat). Dit mits het hergebruik niet slechts mogelijk, maar zeker is, het geen voorafgaande bewerking vereist en het plaatsvindt als voortzetting van het productieproces. Het staat aan de nationale rechterlijke instanties om, rekening houdend met alle relevante omstandigheden van de hun voorgelegde situaties, na te gaan of aan deze criteria is voldaan.


Gemeente Denderleeuw / Vlaamse Gewest
R.v.St., 10 oktober 2013, 7e K., nr.225045

De overheid verleent een milieuvergunning voor de exploitatie van vier windturbines. Hoewel een vergunning wordt verleend voor windturbines met een maximaal vermogen van 3 MW, is in de geluidsstudie uitgegaan van windturbines met een vermogen van 2,3 MW. Evenwel wordt bij bijzondere exploitatievoorwaarde uitdrukkelijk opgelegd dat de windturbines een maximaal individueel brongeluid mogen produceren van 103,4 dB(A), dit is een waarde die lager ligt dan deze gehanteerd in de geluidsstudie. Deze voorwaarde dient door de exploitant hoe dan ook te worden nageleefd, zelfs indien finaal zou worden geopteerd voor windturbines met een hoger vermogen dan 2,3 MW. De beoordeling van de geluidshinder door de overheid is dan ook niet onjuist of kennelijk onredelijk.


TOMBAL Chantal en crts / Gemeente Meeuwen-Gruitrode en deputatie van de provincieraad van Limburg
R.v.St., 24 oktober 2013, 10e K., nr. 225240

Op 26.01.2006 beslist de gemeenteraad tot de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP). Op 29.05.2008 vindt omtrent het voorontwerp GRUP de plenaire vergadering plaats. Op 26.03.2009 stelt de gemeenteraad het ontwerp GRUP, bestaande uit de bestaande, feitelijke en juridische toestand, het grafische plan, de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en een onteigeningsplan voorlopig vast. Zelfs nog daargelaten de vraag of de SEA-richtlijn (milieubeoordeling) het Vlaamse Gewest toelaat een overgangsmaatregel uit te werken voor plannen waarvoor de eerste formele voorbereidende handeling dateert van 29.05.2008, kan deze overgangsmaatregel niet wettigen dat er meer dan 24 maanden verstreken tussen de laatstgenoemde datum en het nemen van de bestreden besluiten.


Shell Nederland Verkoopmaatschappij b.v.

Belgian Shell n.v.
Hof van Justitie EG, 12 december 2013, 1e K., nr. C-241/12
Hof van Justitie EG, 12 december 2013, 1e K., nr. C-242/12

Bij het laden in een tankschip wordt een partij diesel onbedoeld vermengd met een andere stof. Dit mengsel valt niet onder het begrip 'afvalstof' in de zin van de Europese verordening nr. 259/93. Hiervoor is wel vereist dat het zeker is dat de gemengde stof terug op de markt gebracht zal worden. Dit heeft als gevolg dat bij de overbrenging van deze stof van België naar Nederland, de Nederlandse autoriteiten hiervan niet op de hoogte gebracht moesten worden.


Ragn-Sells AS / Sillamäe Linnavalitsus
Hof van Justitie EG, 12 december 2013, 5e K., nr. C-292/12

De verordening 1013/2006 en art. 16 van richtlijn 2008/98/EG staan een lokaal lichaam toe om de met inzameling van afval op zijn grondgebied belaste onderneming ertoe te verplichten, het gemengd stedelijk afvoer, ingezameld bij particuliere huishoudens en bij andere producenten, te vervoeren naar de meest nabijgelegen, daartoe geschikte installatie die is gelegen in dezelfde lidstaat als dit lichaam.


v.z.w. Comité voor een leefbaar Louise-Marie en v.z.w. Milieufront Omer Wattez / Vlaamse Gewest
R.v.St., 10 oktober 2013, 7e K., nr. 225043

De Vlaamse overheid verleent een milieuvergunning voor het uitbaten een stortplaats. Deze beslissing verwijst naar het deels gunstige, deels ongunstige advies van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM). Een beoordeling van het door OVAM aangevoerde bezwaar of van de argumentatie van de eigenares van een deel van het terrein ontbreekt in de beslissing, zodat noch de argumentatie van OVAM, noch die van de beroepsindiener aan bod komen. Uit de beslissing valt bijgevolg niet op te maken welke de beweegredenen zijn van de overheid om de stortplaats categorie 2 alsnog te gunnen, terwijl dit advies op duidelijke wijze heeft gewezen op een reeds voldoende capaciteit van dergelijke stortplaatsen in Vlaanderen. De beslissing wordt dan ook vernietigd.


b.v.b.a. Turbo Service Belgium / Vlaamse Gewest
R.v.St., 31 oktober 2013, 7e K., nr. 225294
R.v.St., 31 oktober 2013, 7e K., nr. 225295

Een garage vraagt de hernieuwing van een milieuvergunning voor het verder exploiteren van een inrichting voor opslag, sortering en bewerking van schroot. Zij dient tegelijkertijd een aanvraag in voor een inrichting voor opslag, sortering en bewerking van schroot op een grond vlakbij de bestaande inrichting. De vergunning worden verleend. Deze inrichtingen vormen echter een milieutechnische eenheid. De beoordeling van het nadeel dat ze kunnen berokkenen aan mens of milieu moet gebeuren vanuit de hinder die de inrichtingen in hun totaliteit teweegbrengen. De overheid heeft echter enkel de hinder van elke inrichting op zichzelf beoordeeld. Daarom wordt het besluit tot verlening van de vergunningen vernietigd.


Gemeente Ranst / Vlaamse Gewest
R.v.St., 17 oktober 2013, 7e K., nr. 225123

Een bvba vraagt een milieuvergunning voor de exploitatie van een pluimveehouderij met stalplaatsen voor legkippen. Na de sluiting van het openbaar onderzoek schakelde de exploitant over van het aanvankelijk voorziene stalsysteem 3.5 naar het stalsysteem 3.4, zijnde een 'verrijkte kooi met geforceerde mestdroging', waarbij de mest wordt belucht met 0,7 m³ lucht per dier per uur en wordt afgedraaid per vijf dagen. De overschakeling naar dit nieuwe stalsysteem wordt door de milieuvergunning opgelegd als bijzondere exploitatievoorwaarde. Aldus is op onwettige wijze, na afloop van het openbaar onderzoek, een wijziging aangebracht aan het voorwerp van de aanvraag.


n.v. Blue Star Chemicals / Vlaamse Gewest
R.v.St., 28 februari 2013, 7e K., nr. 222677

De rechtsgevolgen van een aanmaning tot sanering verdwijnen niet als de aangemaande (de exploitant van een enzymenfabriek) laat weten af te zien van zijn voornemen tot overdracht. Evenwel houden die rechtsgevolgen enkel in dat de overdracht niet kan plaatsvinden vooraleer de overdrager aan bepaalde verplichtingen heeft voldaan, en bijgevolg niet dat de overdrager hoe dan ook tot bodemsanering moet overgaan. De redenering dat elke beslissing van OVAM die een verplichting inhoudt die past binnen de definitie van bodemsanering, als aanmaning moet worden beschouwd, gaat niet op.


b.v.b.a. Bielen and Co / Vlaanse Gewest
R.v.St., 22 november 2012, 7e K., nr. 221462

Aan de exploitant van een metaalverwerkingsbedrijf wordt een saneringsplicht opgelegd. De beslissing bepaalt dat hij gezien wordt als de saneringsplichtige omdat de verontreiniging minstens deels tot stand is gekomen op het perceel waarvan hij de exploitant is. Het besluit steunt op de vaststellingen van de bodemsaneringsdeskundigen en op de onderzoeksresultaten van de bodemonderzoeken. De gedane onderzoeksverrichtingen over het bronperceel van de verontreiniging zijn voldoende duidelijk. Het besluit vermeldt uitdrukkelijk de redenen op grond waarvan het is genomen en waaruit kan worden afgeleid waarom de tegenargumenten niet worden bijgetreden. Die motieven zijn duidelijk en afdoende.


07.11.2013 V. nr. 576 (K.): KB 01.12.1975 - Wijziging - Decreet 05.06.2008
SENECAUT Manuella
Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en Staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de Eerste Minister, WATHELET Melchior

De in art. 3 van het KB 01.12.1975 bevoegde personen worden aangeduid door de Koning, op basis van art. 62 van de wet 16.03.1968 betreffende de politie over het wegverkeer, om specifiek toe te zien op de naleving van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer evenals hun uitvoeringsbesluiten.

V. en A., K., 24.03.2014,2013-2014, (153), 335-337


a.s.b.l. Terre Wallonne / Région wallonne
Cons. Etat, 13 juin 2013, 13e Ch., n° 223882

La réglementation litigieuse (réglant le montant des amendes transactionnelles en ce qui concerne les bâtiments à usage agricole) s'applique en cas de régularisation de situations infractionnelles de bâtiments à usage agricole à la législation sur l'urbanisme en Région wallonne. Toutefois, ce sont ces situations infractionnelles elles-mêmes qui, éventuellement polluantes, portent atteinte à l'objet social de l'association environnement (à savoir, défendre les sols et la flore sauvage) mais pas la réglementation contestée.


21.02.2014 BVR houdende vaststelling van de regels inzake het lozen van bedrijfsafvalwater op een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit legt de regels vast over het lozen van bedrijfsafvalwater op een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het bevat eveneens bepalingen in verband met saneringscontracten voor permanente lozingen, tijdelijke lozingen, bronbemalingen en noodlozingen.

B.S., 09.04.2014,2e uitgave, V.184, (107), 30488-30493


20.12.2013 Omz. De aanwending van de gemeentelijke saneringsbijdrage en de gemeentelijke saneringsvergoeding - Ref. LNE 2013/2
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Deze omzendbrief heeft tot doel om de aanwending van de saneringsbijdrage- en vergoeding en de eruit voortvloeiende verplichtingen van de gemeenten in herinnering te brengen en nader toe te lichten.

B.S., 03.04.2014, V.184, (100), 28931-28932


Questions: Environnement - L'accueil des cirques sur le territoire communal: quelles règles à faire valoir en matière de bien-être animal?
RANSY Arnaud

Les communes peuvent jouer un rôle dans la correcte application de la réglementation sur le bien-être des animaux de cirque (AR du 02.09.2005) en s'assurant, lors de l'évaluation des demandes des cirques et lors de l'octroi des emplacements, que les conditions qui y sont prescrites pourront être rencontrées dans chaque cas d'espèce.

Mouv.Comm., janvier 2014, V.95, (884), 61


11.12.2013 V. nr. 143 (Vl. P.): Isolatiepremie - Verenigingen van mede-eigenaars
TAELDEMAN Valerie
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Verenigingen van mede-eigenaars kunnen al sinds 2012 de premies van de netbeheerders aanvragen voor wat investeringen in de gemeenschappelijke delen betreft, waaronder meestal dakisolatiewerken en muurisolatiewerken vallen. De recente uitbreiding heeft betrekking op gezamenlijke investeringen in private delen waarbij wel een gemeenschappelijke factuur wordt opgemaakt.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014


12.12.2013 V. nr. 173 (Vl. P.): OVAM - Ambtshalve bodemsaneringen
EERLINGEN Tine
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Via de bepalingen van art. 11 (nieuwe bodemverontreiniging), 19 en 23 (historische bodemverontreiniging) van het Bodemdecreet wordt de saneringsplichtige op een terrein aangewezen om het beschrijvend bodemonderzoek en/of de bodemsanering uit te voeren. De eerste saneringsplichtigen op het terrein zijn de exploitant of gebruiker. Pas wanneer deze partijen zijn vrijgesteld van de saneringsplicht of er geen exploitant of gebruiker aanwezig is, komt de saneringsplicht bij de eigenaar.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 10.03.2014


Commission européenne / République de Chypre
Cour Just. Comm. Eur., 18 juillet 2013, 6e Ch., n° C-412/12

En ne procédant pas à la désaffectation de toutes les décharges d'élimination incontrôlée des déchets qui sont exploités sur son territoire ou en ne se conformant pas aux exigences de la directive n° 1999/31/CE, la république de Chypre n'a pas respecté les obligations qui lui incombent en vertu de l'art. 14 de cette directive.


Guide pratique du bureau écoresponsable
21 solutions

Ce guide formule des recommandations visant à prendre en considération les impacts environnementaux dans l'organisation quotidienne d'un bureau. Il est illustré par des exemples concrets et des pistes d'actions notamment dans les domaines suivants: communication, achats et approvisionnement, consommations énergétiques, équipement et matériel informatique, gestion des déchets.

Bruxelles:21 solutions, 2013,129 p.

www.21solutions.eu - Consultation le 14.03.2014


06.09.2013 V. nr. 1193 (K.): Sporen van asbest in telefooncellen
SEMINARA Franco
Vice-Eerste Min en Min. van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, ONKELINX Laurette *

Het is verboden om producten die asbest bevatten te verkopen, in te voeren, te koop of te huur aan te bieden, te verhuren, weg te geven of zelfs te bezitten met het oog op de verkoop ervan, maar het is niet verboden om dergelijke producten verder te gebruiken tot het einde van hun levenscyclus. Belgacom is dus niet onderworpen aan enige verplichting inzake asbestverwijdering in de telefooncellen zolang het die zelf uitbaat.

V. en A., K., 17.02.2014,2013-2014, (148), 248-249


OM / C.R., I.L. en O.F.S. b.v.b.a.
Corr. Gent, 21 mei 2013

De uitbater van een zaal verhuurt deze aan iemand die er danslessen organiseert. Hierdoor valt het onder de lijst van hinderlijke inrichtingen klasse 2 en is dus milieuvergunningsplichtig (art. 32.1 van bijlage I VLAREM). Het gaat namelijk om een lokaal dat een dansgelegenheid omvat en waarvan de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke ruimte 100 m2 of meer bedraagt. De indeling als hinderlijke inrichting klasse 2 is er omwille van de (geluids)hinder die gepaard kan gaan met een dansgelegenheid. Het maakt wat betreft de hinder geen verschil uit of de muziek gespeeld wordt om te dansen tijdens een les dan wel als een optreden of ontspanning.


05.12.2013 Richtlijn 2013/59/EURATOM tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom
Raad van de Europese Unie

Bij deze richtlijn worden uniforme basisveiligheidsnormen vastgesteld ter bescherming van de gezondheid van personen die beroepsmatige, medische blootstelling en blootstelling van de bevolking ondergaan tegen de gevaren van ioniserende straling.

Publ.E.U., 17.01.2014, L13/1-38+bijlagen 39-73


Het vernieuwde decreet integraal waterbeleid: Sneller en beter ?
CARETTE Ann
DE SMEDT Peter

In dit artikel bespreken de auteurs de wijzigingen aan het integraal waterbeleid die het decreet 19.07.2013 heeft ingevoerd. Er wordt uitleg gegeven over de gewijzigde structuren, de planlast en de instrumenten.

T.Milieurecht, februari 2014, V.22, (6), 4576-602


Une phytolicence pour l'entretien des surfaces engazonnées
SEIXAS Paulo

Cet article traite de la phytolicence, un certificat délivré par le gouvernement fédéral qui sera notamment obligatoire à partir du 25.11.2015 pour les personnes qui achètent, stockent ou utilisent des produits phytopharmaceutiques à usage professionnel dans le cadre de leurs activités professionnelles. Par conséquent, ce certificat devra être obtenu par les personnes chargées de l'entretien de terrains sportifs engazonnés susceptibles d'appliquer de tels produits sur ceux-ci.

AES Mag., hiver 2013/2014, (115), 30


DENDAS Marleen en crts / Vlaams Gewest
R.v.St., 10 september 2013, 7e K., nr. 224588

De overheid verleent een stedenbouwkundige vergunning aan een bedrijf gespecialiseerd in afbraakwerken, grondwerken en transport. Er worden een aantal voorwaarden opgelegd ter voorkoming van stof- en geluidshinder, bodem- en grondwaterverontreiniging alsook maatregelen in verband met de natuur. De beslissing besteedt enkel aandacht aan de maatregelen die moeten worden genomen om de hinder tot een aanvaardbaar niveau te beperken en aan de natuurtoets. Deze milieuhygiënische beoordeling is niet inwisselbaar voor een toets aan de stedenbouwkundige voorschriften. Het ontbreken van een onderzoek naar de planologische verenigbaarheid maakt de beslissing ongeldig.


Inzameling en ruil van silobanden
Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (OVAM)

De OVAM en Recytyre hebben in samenspraak met de Boerenbond en ABS op 03.10.2012 een overeenkomst afgesloten voor het inzamelen en verwerken van overtollige silobanden bij landbouwers. De OVAM en Recytyre trekken daarvoor elk 1050000 EUR uit voor de periode van november 2012 tot eind 2015. Op de website worden een formulier 'Aanvraag voor het inzamelen en/of ruilen van silobanden' en een folder 'Inzameling en ruil van silobanden' ter beschikking gesteld.

Mechelen:OVAM, 2013,2 p.

www.ovam.be - Geraadpleegd op 25.02.2014


19.07.2013 V. nr. 1170 (K.): Gebruik van ruitensproeiervloeistof
BROTCORNE Christian
Vice-Eerste Min en Min. van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, ONKELINX Laurette *

Net als alle detergenten zijn de ruitensproeiervloeistoffen onderworpen aan een geheel van wetgevingen, voornamelijk Europese, die erop gericht zijn de veiligheid voor de gebruiker te waarborgen en de volksgezondheid en het milieu te beschermen. Er worden blootstellingsscenario's uitgewerkt om de ganse bevolking te beschermen, ook die van de zones met een grote bevolkingsdichtheid.

V. en A., K., 03.02.2014,2013-2014, (146), 37-38


07.11.2013 V. nr. 94 (Vl. P.): Erkenningsaanvraag Fost Plus - Inzameling restplastic
PEETERS Lydia
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Art. 8 van de huidige erkenning van Fost Plus voorziet dat de gemeenten en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden bijkomende stromen verpakkingsafval kunnen inzamelen en recycleren en dat zij hiervoor een vergoeding krijgen van Fost Plus.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 27.01.2014


08.11.2013 V. nr. 96 (Vl. P.): Gescheiden riolering - Stand van zaken
VEREECK Lode
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Vlaanderen legt geen doelstelling op inzake de heraanleg van de bestaande riolering en de omvorming naar een gescheiden stelsel. De omvorming van de bestaande gemengde stelsels naar een gescheiden stelsel volgt het tempo van de vervangingsinvesteringen. Gemiddeld wordt de levensduur van een riool geschat op 75 jaar. Deze termijn wordt in een aantal gevallen ingekort indien er zich opportuniteiten voordoen vanuit andere beleidsdomeinen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 27.01.2014


13.11.2013 V. nr. 166 (Vl. P.): Resolutie inzake incontinentie - Uitvoering
FRANSSEN Cindy
Vlaams Min. van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, VANDEURZEN Jo

Er zijn reeds diverse initiatieven en maatregelen genomen om uitvoering te geven aan de resolutie betreffende incontinentie. De minister geeft een opsomming van de diverse acties die via reeds bestaande kanalen ondernomen werden. In plaats van een aparte aanpak te ontwikkelen werd gekozen om de uitvoering te integreren en op te volgen via bestaande structuren.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 27.01.2014


13.11.2013 V. nr. 102 (Vl. P.): Jachtopeningsbesluit - Verwilderde katten
BRUSSEEL Ann
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De voorwaarden voor het vangen van verwilderde katten zullen in het Jachtvoorwaardenbesluit, dat nu ter bespreking voorligt in de Vlaamse Regering, nog verder worden verfijnd, met als doel enerzijds de huiskatten en niet-verwilderde zwerfkatten beter te beschermen en anderzijds de globale regeling diervriendelijk te maken.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 27.01.2014


21.11.2013 V. nr. 121 (Vl. P.): Dossierkosten milieuvergunningsaanvraag - Aanrekening door gemeente
DE MEYER Jos
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Krachtens art. 19bis van het Milieuvergunningendecreet moet elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een milieuvergunningsaanvraag of een beroep tegen een beslissing over een milieuvergunningsaanvraag indient, een dossiertaks betalen waarvan de opbrengst ten goede komt van het Fonds voor preventie en sanering inzake leefmilieu. Het bedrag van de taks is afhankelijk van de klasse-indeling van de bedrijfsactiviteiten in VLAREM.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 27.01.2014


21.11.2013 V. nr. 113 (Vl. P.): Energieloketten - Stand van zaken
TAELDEMAN Valerie
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

De Vlaamse Regering lanceert regelmatig een oproep om lokale overheden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden te laten deelnemen aan lokale woonbeleidsinitiatieven. Eén van de acties die in dit kader wordt uitgebouwd, is de uitbating van een lokaal woonloket waar allerlei informatiemateriaal in verband met wonen aan de burger ter beschikking wordt gesteld.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 27.01.2014


20.12.2013 Dec. houdende wijz. het Energiedecreet 08.05.2009, wat betreft de aansprakelijkheid van netbeheerders
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Het decreet voegt een aantal bijzondere aansprakelijkheidsregelingen voor netbeheerders toe in het geval van storingen of onvoorziene onderbrekingen in de levering van gas en elektriciteit. In het decreet worden eveneensenkele vergoedingsplichten ingevoerd.

B.S., 31.01.2014,2e uitgave, V.184, (33), 8787-8788


Study on evaluating and improving the article 6.3 permit procedure for Natura 2000 sites
SUNDSETH Kerstin
ROTH Petr

This study reviews information on the perceived nature, extent and significance of the problems and burden attributed to the permitting procedure under Art. 6.3 of the Habitats Directive of 21.05.1992, which contains a permit procedure for projects that could affect a Natura 2000 site. The study also formulates recommendations on how economic development can be better reconciled with the effective implementation of EU nature legislation, and in particular how the implementation of Art. 6.3 might be improved, in light of good practice experiences across the EU.

Brussels:Ecosystems LTD (Belgium), 2013,104 p.

http://ec.europa.eu - Consulté le 30.01.2014

http://ec.europa.eu - Geraadpleegd op 30.01.2014


29.11.2013 BVR wijz. Energiebesluit van 19.11.2010, wat betreft de energieprestaties van gebouwen
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya *

Na evaluatie van de energieprestatie (EPB)-regelgeving worden een aantal wijzigingen doorgevoerd. Het gaat om een aanscherpingspad voor de EPB-eisen voor de volgende jaren, een aanpassing van de berekeningsmethodiek en van de aard van het werk en indeling van het gebouw, het vastleggen van de systeemeisen, en de modaliteiten van de erkenningsregeling voor verslaggevers. Op deze manier wordt het Energiebesluit gewijzigd.

B.S., 28.01.2014, V.184, (28), 6943-6951+bijlagen 6952-6972


Gemeente Maasmechelen / Vlaams Gewest

Gemeente Hechtel-Eksel / Vlaams Gewest

Gemeente Wellen / Vlaams Gewest
R.v.St., 11 juli 2013, 12e K., nr. 224334
R.v.St., 11 juli 2013, 12e K., nr. 224335
R.v.St., 11 juli 2013, 12e K., nr. 224336

Dit document groepeert 3 arresten van de Raad van State waarin telkens een gemeente zonder succes opkomt tegen de beslissing van de Vlaamse Regering waarbij werd besloten om in het kader van het fiscaal pact met de lokale besturen geen subsidie toe te kennen aan de betrokken gemeente. Het stond de gemeenten vrij om al dan niet toe te treden en zich al dan niet te schikken naar de gevraagde engagementen. In deze arresten voldoen de belastingreglementen niet aan het opgelegde principe van 'de vervuiler betaalt', waardoor ze niet in aanmerking komen voor de subsidie.


28.10.2013 V. nr. 69 (Vl. P.): Fuifzalen - Sluitingsuur
MAHASSINE Chokry
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het sluitingsuur werd in 1995 in art. 5.32.2.2, par. 2, eerste lid, van titel II van het VLAREM opgenomen voor lokalen met een dansgelegenheid. Het doel is de onmiddellijke buurt een minimale periode van rust te geven.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


30.10.2013 V. nr. 74 (Vl. P.): OVAM - Terugvordering kosten ambtshalve sanering
VEREECK Lode
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De huidige regelgeving is opgebouwd rond het principe 'de vervuiler betaalt': in eerste instantie wordt een saneringsplichtige aangeduid die verplicht wordt de sanering of verwijdering te bekostigen. Indien deze wordt vrijgesteld of in gebreke blijft, zal de OVAM de sanering of verwijdering ambtshalve uitvoeren. Zowel de saneringsplichtige als de OVAM kunnen nadien hun kosten verhalen op de saneringsaansprakelijke. Voor nieuwe bodemverontreiniging geldt een objectieve aansprakelijkheid, voor historische geldt de klassieke foutaansprakelijkheid uit het Burgerlijk Wetboek.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


21.09.2013 V. nr. 52 (Vl. P.): Windturbines - Geluidsnormen
VEREECK Lode
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De handhaving voor geluidsnormen (van windturbines) gebeurt conform titel XVI van het DABM en het bijhorende besluit van 12.12.2008 tot uitvoering van titel XVI van het DABM (het Milieuhandhavingsbesluit). Voorafgaand aan de handhaving worden vaststellingen gedaan, hetzij via eigenhandige metingen, hetzij door een gecontracteerde milieudeskundige erkend in de discipline geluid en trillingen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


25.10.2013 V. nr. 66 (Vl. P.): Drinkwatermaatschappijen - Inningspercentage saneringsbijdragen
VEREECK Lode
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Op bovengemeentelijk niveau hebben de watermaatschappijen recht op een inningspercentage op de aangerekende bijdragen (en vergoedingen). Dit inningspercentage dient ter compensatie van de kosten en het debiteurenrisico gekoppeld aan de aanrekening van de saneringsbijdragen als onderdeel van de integrale waterfactuur. In uitvoering van art. 6, par. 5, van het BVR 25.02.2005 houdende de toekenning van de algemene werkingstoelage aan de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk wordt dit inningspercentage vastgelegd door de Vlaamse minister van Leefmilieu, na advies van de Economisch Toezichthouder en de Inspectie van Financiën en na goedkeuring van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


23.10.2013 V. nr. 58 (Vl. P.): Verwijdering asbesthoudende materialen - Ondersteuning
EERLINGEN Tine
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Indien er asbesthoudende afvalstoffen in of op de bodem worden vastgesteld en er aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een bodemverontreiniging met asbest, kan dit aan de OVAM gemeld worden als nieuwe vaststelling van een bodemverontreiniging. Conform het Bodemdecreet zal de saneringsplichtige aangemaand worden om een bodemonderzoek uit te voeren om de omvang en het risico te bepalen en zo de saneringsnoodzaak te evalueren. Er bestaan geen specifieke subsidiërende mechanismen om openbare besturen of vzw's te ondersteunen voor de verwijdering van asbest.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


15.10.2013 V. nr. 39 (Vl. P.): Milieuvergunning windturbines - Slagschaduw
VEREECK Lode
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De vraagsteller peilt naar de handhaving van de normen inzake slagschaduw van windmolens. De handhaving is afhankelijk van de klasse van de ingedeelde windturbine waarbij klasse 1-windturbines (> 5000 kW) door de gewestelijke toezichthouders (afdeling Milieu-inspectie) worden gehandhaafd en klasse 2 en 3-windturbines (<-5000kW) in eerste instantie door lokale toezichthouders.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


07.10.2013 V. nr. 29 (Vl. P.): Algemeen waterverkoopreglement - Begrip 'wooneenheid'
DILLEN Marijke
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Art. 1, 20°, van het algemeen waterverkoopreglement (BVR 08.04.2011) omschrijft 'wooneenheid' als 'elke eenheid in een woongebouw die ontworpen of aangepast is om afzonderlijk te worden gebruikt en die minstens over de volgende woonvoorzieningen beschikt: een woonruimte in combinatie met een toilet, een douche of bad en een keuken of kitchenette'. Dit betekent dat een wooneenheid een gebouw of een onderdeel van een gebouw is. Het gaat bijgevolg om een vaste constructie die beschikt over de vereiste woonvoorzieningen.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


10.10.2013 V. nr. 34 (Vl. P.): Natuurvergunningen - Handhavingsbeleid
PEETERS Lydia
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Als een van de maatregelen ter bevordering van het natuurbehoud heeft in art. 13, par. 4 en 5, van het decreet Natuurbehoud in bepaalde welomschreven gebieden het wijzigen van de vegetatie afhankelijk gemaakt van het verkrijgen van een vergunning. De Vlaamse Regering heeft deze natuurvergunningsplicht nader uitgewerkt in een besluit van 23.06.1998.

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2013-2014

www.vlaamsparlement.be


13.12.2013 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 04.06.2004 betr. de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector
Min.-President van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, PEETERS Kris

Dit besluit wijzigt diverse bepalingen van het besluit 04.06.2004, rond de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector. Het betreft voornamelijk de delegatie van bevoegdheid binnen het departement Landbouw en Visserij.

B.S., 21.01.2014,2e uitgave, V.184, (21), 5101-5102


22.11.2013 Dec. wijz. titel XVI van het dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Het decreet verruimt het toezicht op en de handhaving van de milieuregelgeving. Er wordt een nieuw instrument ingevoerd: de bestuurlijke dwangsom die samen met bestuurlijke maatregelen kan worden opgelegd als de bestuurlijke maatregelen niet of niet tijdig worden uitgevoerd. De raadgevingen ter voorkoming, de aanmaningen ter beëindiging, ter ongedaanmaking van de gevolgen of ter voorkoming van herhaling en de bestuurlijke maatregelen worden niet langer gekoppeld aan de milieu-inbreuken en de milieumisdrijven, maar aan de schending van een milieuvoorschrift. De bestuurlijke handhaving wordt uitgebreid tot de opdrachtgever van degene die een milieuvoorschrift heeft geschonden en tot de opdrachtgever van degene die een milieu-inbreuk of een milieumisdrijf heeft gepleegd.

B.S., 21.01.2014,2e uitgave, V.184, (21), 5092-5096


x / Vlaamse Gewest
MHHC, 16 juli 2013, MHHC-13/64

Een bedrijf krijgt een alternatieve bestuurlijke geldboete opgelegd wegens ettelijke schendingen van exploitatievoorwaarden en de afvalstoffenwetgeving bij het exploiteren van een klasse 2-inrichting voor het opslaan en sorteren van oude materialen en autowrakken. Luidens art. 16.4.4 DABM moet de gewestelijke entiteit er bij het opleggen van een bestuurlijke geldboete voor zorgen dat er geen kennelijke wanverhouding bestaat tussen de feiten die aan de bestuurlijke geldboete ten grondslag liggen en de boeten die op grond van die feiten worden opgelegd.


13.12.2013 BVR houdende de toekenning van een subsidie aan de Vlaamse gemeenten voor acties in het kader van Maatregelpakket 13 'Inhoudelijke steun aan lokale overheden door de Vlaamse overheid' van het Vlaamse Milieubeleidsplan 2011-2015
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Aan de Vlaamse gemeenten wordt een subsidie toegekend voor het uitvoeren van acties in het kader van Maatregelpakket 13 'Inhoudelijke steun aan lokale overheden door de Vlaamse overheid' van het Vlaamse Milieubeleidsplan 2011-2015. Meer specifiek gaat het om acties die kaderen in het lokale waterbeleid, zoals het herwaarderen van grachten, het bevorderen van infiltratie, het herinrichten van een waterloop, het onderhouden van rioleringen.

B.S., 17.01.2014,2e uitgave, V.184, (16), 3837+bijlage 3838-3844


20.11.2013 Besluit nr. 1386/2013/EU inzake een nieuw algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de periode tot en met 2020 'Goed leven, binnen de grenzen van onze planeet'
Europees Parlement
Raad van de Europese Unie

Er wordt een algemeen actieprogramma van de Unie op het gebied van het milieu voor de periode tot en met 31.12.2020 (het zevende milieuactieprogramma of het 7e MAP) vastgesteld.

Publ.E.U., 28.12.2013, L354/171-175+bijlage 176-200


30.09.2013 MB wijz. MB 11.06.2008 betr. het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20.09.2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De huidige beheersovereenkomsten zijn gesloten in het kader van de Verordening (EG) nr. 1698/2005 20.09.2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Voor de periode 2014 - 2020 wordt een nieuw Programma voor Plattelandsontwikkeling Vlaanderen opgemaakt. De nieuwe beheersovereenkomsten kunnen pas vanaf 01.01.2015 door landbouwers gesloten worden in toepassing van de nieuwe Plattelandsverordening. Voor de beheersovereenkomsten die eindigen op 31.12.2013 kunnen geen nieuwe beheersovereenkomsten gesloten worden met startdatum 01.01.2014. Dit besluit bevat de overgangsregeling die de verlenging van een lopende beheersovereenkomst met een jaar mogelijk maakt.

B.S., 16.01.2014,2e uitgave, V.184, (14), 3026-3027


De aanvechtbaarheid van een planologisch attest
RENTMEESTERS Erika

In dit artikel, een noot bij arrest nr. 219148 van de Raad van State, onderzoekt de auteur de aanvechtbaarheid van een planologisch attest. Zij stelt dat het evident is dat een positief planologisch attest onmiddellijk onderworpen kan worden aan de beoordeling van de Raad van State, en dat men niet eerst een stedenbouwkundige vergunning moet aanvragen. Hierbij loopt men immers het risico dat zowel de vergunning als het onderliggende attest alsnog vernietigd wordt.

T.Milieurecht, december 2013, V.22, (5), 518-520


Natura 2000 in het Waalse Gewest: de stedenbouwkundige, milieurechtelijke en fiscale implicaties
SCHELSTRAETE Bastiaan
DE CLERCK Tom

Dit artikel geeft een beeld van de implementatie van het Natura 2000-netwerk in het Waals gewest. Hierbij worden de stedenbouwkundige, milieurechtelijke en fiscale gevolgen ervan op zowel de regelgeving als de eigenaars/gebruikers van Natura 2000-gebieden besproken.

T.Milieurecht, december 2013, V.22, (5), 472-502


Toetsing van de concrete totstandkoming van wetgevende normen door het Grondwettelijk Hof
KEYAERTS David

Dit artikel werd geschreven als noot naar aanleiding van het arrest nr. 144/2012 van het Grondwettelijk Hof. Het arrest was gericht tegen een Waals decreet dat grote infrastructuurwerken 'vergunde', een techniek die overheden steeds vaker gebruiken omdat grote projecten anders vaak niet of met vertraging doorgaan. Enkele artikelen van dit Waalse decreet worden gewijzigd, maar de auteur vraagt zich af of dit arrest een pyrrusoverwinning is of een echte doorbraak in de uitbreiding van de rechtsbescherming. Hij roept op tot een meer coherente proceduregerichte screening.

T.B.P., 2013, V.24, (10), 607-618


06.12.2013 BVR wijz. diverse bepalingen van het BVR 16.09.1997 betr. de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water en van diverse bepalingen van het BVR 08.04.2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement
Vlaams Min. van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, VANDEURZEN Jo
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijzigt twee besluiten in verband met de levering van elektriciteit, gas en water. Het afsluiten van de wateraansluiting van huishoudelijke abonnees wordt geregeld. Er worden aan de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk verplichtingen opgelegd inzake sociale openbare diensten voor beschermde klanten.

B.S., 10.01.2014, V.184, (8), 1036-1042


18.12.2013 MB wijz. MB 13.01.2006 betr. de vorm en inhoud van de startverklaring, MB 02.04.2007 betr. de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw en het MB 15.09.2009 betr. de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

Dit besluit wijzigt enkele bepalingen betreffende de startverklaring en de EPB-aangifte betreffende gebouwen. Voor de opmaak en het indienen van de elektronische versie van de EPB-aangifte wordt door de verslaggever de meest recente versie van de 'EPB-Software 3 Gewesten' gebruikt die ter beschikking wordt gesteld door het Vlaams Energieagentschap op de publieke website www.energiesparen.be.

B.S., 06.01.2014, V.184, (3), 241-242+bijlagen 243-313


17.12.2013 Besluit 1359/2013/EU wijz. Richtlijn 2003/87/EG ter verduidelijking van de bepalingen inzake de tijdstippen van de veilingen van broeikasgasemissierechten
Europees Parlement

De Commissie is, om de ordelijke werking van de markt te waarborgen, in uitzonderlijke omstandigheden krachtens art. 10, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG bevoegd om het tijdschema van de veilingen te wijzigen. Art. 10 van de Richtlijn 2003/87/EG bepaalt de jaarlijks geveilde hoeveelheden emissierechten.

Publ.EU, 19.12.2013, L343/1


LEGRAND Hendrik / Vlaamse Gewest
R.v.St., 20 december 2013, 10e K., nr. 225927

Waarom met betrekking tot het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de voorkeur wordt gegeven aan model 5 en de gunstigere beoordeling van model 3 voor de aspecten landbouw, grondinname, versnipperingsgraad van de percelen, natuur, landschap, erfgoedwaarden, archeologie, bodem, water, leefbaarheid, en kostprijs, alsook de globaal gunstigere beoordeling voor model 3 terzijde wordt geschoven, blijkt nergens uit. De beslissing houdende vaststelling van het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt geschorst.


VINCK Vicky et crts / Stad Antwerpen en provincie Antwerpen
R.v.St., 20 december 2013, 10e K., nr. 225926

Een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wijkt af van het ruimtelijk structuurplan (RSP) van de stad en van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Het betrokken gebied is namelijk een park, en de twee laatste plannen stellen het behoud van stadsparken voorop, terwijl het gemeentelijk RUP een substantieel deel van het stadspark afneemt om daarop een appartementsgebouw op te richten. Er is geen enkele rechtvaardiging voor deze afwijking en de tenuitvoerlegging van het gemeentelijk RUP wordt dan ook geschorst.


v.z.w. Aktiegroep Leefmilieu Kempen / Vlaamse Gewest
R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr. 223862

De vernietiging bij arrest nr. 210985 van 03.02.2011 van de milieuvergunning heeft niet meegebracht dat het Vlaamse gewest geen nieuwe definitieve vergunning kon verlenen zonder art. 18, par. 1, 1e lid, van het milieuvergunningsdecreet te schenden. De in bedoelde bepaling vermelde maximale vergunningstermijn voor proefvergunningen, kan niet gelezen worden als een op straffe van verval voorgeschreven beslissingstermijn in het kader van de definitieve beoordeling van milieuvergunningsaanvragen die in graad van beroep in eerste instantie hebben geleid tot een vergunning op proef. De debatten worden heropend.


b.v.b.a. Dedoncker P G / Vlaamse Gewest
R.v.St., 20 juni 2013, 7e K., nr. 223975

De kaalkap van het lot had enkel betrekking op de verkochte populieren en wilgen, doch heeft de betrokken exploitant ook andere boomsoorten geveld, waardoor zij voorbehouden bomen heeft gekapt. Het kappen heeft enkel betrekking op de bomen die het voorwerp waren van de openbare verkoping. Dit is ook de bedoeling van het Bosdecreet, namelijk het behoud van bos, en van de verkoopsvoorwaarden. De schorsing van de erkenning van de betrokken exploitant van hout wordt dus behouden.


OMBELETS Ghislain / Vlaamse Gewest
R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr. 223857

De exploitant van een afvalverbrandingsoven verkrijgt een milieuvergunning. Het concept van de vergunde verbrandingsinstallatie wijkt totaal af van de aanvraag die het voorwerp was van het openbaar onderzoek. De in extremis doorgevoerde wijziging is zelfs zo essentieel dat er in feite sprake is van een volledig nieuwe vergunningsaanvraag. De beslissing tot toekenning van de milieuvergunning wordt daarom vernietigd.


VAN DEN BRANDEN Monique, DENYS Liliane en LIBERTON Elisabeth / Vlaamse Gewest
R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224143

Het Vlaamse Gewest verleent de uitbater van een sport- en evenementencomplex toestemming om af te wijken van een aantal milieuvoorwaarden van Vlarem II bij de uitvoering van verbouwingswerken gericht op de verbetering van de evacuatiemogelijkheden van de inrichting. De minister koppelt een voorwaarde aan het verlenen van deze afwijking: er wordt een maximaal aantal toeschouwers opgelegd, in functie van de werkelijke evacuatiemogelijkheden van het gebouw. De afwijking en de voorwaarde zijn dermate nauw met elkaar verbonden dat ze tezamen in een individueel afwijkingsbesluit kunnen worden opgelegd.


SIMONS Roger / Vlaamse Gewest
R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224149

De betrokkene is eigenaar van een aantal percelen gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Op deze eigendom heeft de betrokkene verschillende hagen, knotbomen en hoogstam fruitbomen omgeduwd en er worden bestuurlijke maatregelen opgelegd. De betrokkene acht de taalwetgeving geschonden die volgens hem inhoudt dat het bestreden besluit ook in het Nederlands moest worden gesteld. Die kritiek mist evenwel feitelijke grondslag. Uit de gegevens van de zaak blijkt immers dat het bestreden besluit zowel in het Nederlands als in het Frans werd gesteld.


b.v.b.a. Fre-Kar / Vlaamse Gewest
R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224146

De Vlaamse overheid beslist in beroep dat de vroegere exploitant van een garage niet voldoet aan de voorwaarden om te worden vrijgesteld van saneringsplicht en bijgevolg moet overgaan tot het uitvoeren van een beschrijvend bodemonderzoek. De verslechtering van de bestaande toestand heeft zich wel voorgedaan nadat de betrokkene het terrein had verlaten, maar er wordt niet bewezen dat tijdens de exploitatie door hem geen bijkomende bodemverontreiniging heeft plaatsgevonden. Alleszins blijkt dat er sprake is van verontreiniging opgetreden nadat de exploitatie een aanvang had genomen, zodat niet wordt aangetoond dat de vereisten voor vrijstelling van saneringsplicht zijn vervuld.


b.v.b.a. Dixies / Deputatie van de provincie Antwerpen
R.v.St., 4 juli 2013, 7e K., nr. 224248

De beslissing om een vergunning voor een dancing te weigeren is gestoeld op exact dezelfde motieven als deze die de gemeente er toe bracht om de gevraagde vergunning in eerste aanleg te weigeren. Het zijn nochtans deze motieven die het voorwerp zijn van een omstandige, gedetailleerde en concrete kritiek van de exploitant. Het manifest verzuim om de opgeworpen beroepsargumenten op basis van een eigen feitencontrole en oordeelsvorming te beantwoorden, is niet verenigbaar met de elementaire vereisten van het legaliteits- en opportuniteitsonderzoek waartoe de deputatie in het kader van de administratieve beroepsprocedure gehouden is.


De prejudiciële vragen betr. art. 33bis, par. 2, 5°, tweede lid, van het decreet van het Vlaamse Gewest 23.01.1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
Grondwettelijk Hof, 19 december 2013, arrest nr. 171/2013

Een superheffing wordt geheven ten laste van elke producent die, onder meer, meer dierlijke mest heeft geproduceerd dan de nutriëntenhalte. Een oude regel bepaalde dat pluimveehouders een herberekening van de nutriëntenhalte konden aanvragen. De herberekende nutriëntenhalte kan enkel worden aangewend voor die specifieke pluimveesoort waarvoor de herberekening werd aangevraagd. Elke pluimveehouder kon een herberekening aanvragen, maar was hier niet toe verplicht. De eventuele toepassing van de regel volgde dus uitsluitend uit een eigen keuze van de pluimveehouder. De beperking was ook niet absoluut. De regel hield geenszins een verbod in op het omschakelen van subcategorie voor pluimvee. Het gelijkheidsprincipe is daarom ook niet geschonden.

B.S., 26.03.2014, V.184, (90), 23877-23879


n.v. Carhouse / Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen
R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224147

Een milieuvergunningsaanvraag wordt geweigerd omdat volgens de deputatie van de provincie niet voldaan is aan alle voorwaarden van de proefvergunning. Het gaat hier echter om een nietszeggende stijlformule die geen steun vindt in de feiten. Het bedrijf heeft namelijk alle voorwaarden nageleefd, behalve het voorzien van een interventieplan. Dit gebrek wordt gemotiveerd door de argumentatie dat een dergelijk plan geen meerwaarde zou bieden, aangezien op de site slechts één persoon aanwezig is die de inrichting goed kent, de afstand tot de nooduitgangen slechts een paar meter bedraagt, er een groot aantal brandblusapparaten aanwezig is, er geen lift aanwezig is in de inrichting en er slechts één bouwlaag is. De beslissing bevat geen uitleg over waarom deze motivering niet gevolgd kan worden en wordt dan ook vernietigd.


KOSLOWSKI Emmanuel / Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen
R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr. 223858

Een textielreinigingsbedrijf verkrijgt een milieuvergunning. In de gunningsbeslissing wordt gezegd dat het gaat om activiteiten van een werkplaats van ambachtelijke aard. Deze beoordeling is terecht. Een textielreinigingsbedrijf brengt geen nieuwe producten voort omdat de hoofdzakelijke activiteit bestaat uit het reinigen van gebruikt textiel, het opnieuw gebruiksklaar maken en het teruggeven aan de consument. Indien deze specifieke activiteit gevoerd wordt door een kleine of middelgrote onderneming, wat wijst op kleinschaligheid, kan aan deze activiteit een ambachtelijk karakter toegekend worden.


L. / M.
Hof van Justitie EG, 18 april 2013, 4e K., nr. C-463/11

Art. 3, lid 5, juncto art. 3, lid 4, van richtlijn 2001/42/EG moet in die zin worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling als die welke aan de orde is in het hoofdgeding, krachtens welke de schending van een bij de bepalingen tot omzetting van deze richtlijn ingevoerde kwalitatieve voorwaarde waaronder de vaststelling van een bijzonder soort bindend ontwikkelingsplan is vrijgesteld van een milieubeoordeling uit hoofde van die richtlijn, niet van belang is voor de geldigheid van dat plan.


SWEETMAN Peter et crts / An Bord Pleanala
Hof van Justitie EG, 11 april 2013, 3e K., nr. C-258/11

Art. 6, lid 3, van de Habitatrichtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een gebied, de natuurlijke kenmerken van dat gebied aantast indien het in de weg kan staan aan het duurzame behoud van de in deze richtlijn bedoelde bepalende kenmerken van het betrokken gebied.

Bij de beoordeling daarvan moet het voorzorgsbeginsel worden toegepast.


European Commission / Ireland
Hof van Justitie EG, 11 april 2013, 7e K., nr. C-158/12

By not issuing permits in accordance with art. 6 and 8 of Directive 2008/1/EC of 15.01.2008 concerning integrated pollution prevention and control or, as appropriate, by not reconsidering and, where necessary, by not updating permit conditions, in respect of 13 existing pig-rearing and poultry-rearing installations, and by thereby failing to ensure that all existing installations operate in accordance with that directive by not later than 30.10.2007, Ireland has failed to fulfil its obligations under art. 5, par. 1, of that directive.


Salzburger Flughafen GmbH / Umweltsenat
Hof van Justitie EG, 21 maart 2013, 5e K., nr. C-244/12

Een Oostenrijkse wet bepaalt dat als een luchthaven wijzigingen aan zijn infrastructuur wilt aanbrengen, een milieueffectbeoordeling slechts nodig is als de wijziging het aantal vliegbewegingen met ten minste 20000 per jaar kan doen toenemen. De Europese richtlijn 85/337 vereist echter dat de milieueffectbeoordeling gedaan wordt telkens wanneer het project aanzienlijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. De drempelwaarde is hiermee onverenigbaar.


LETH Jutta / Republik Österreich en Land Niederösterreich
Hof van Justitie EG, 14 maart 2013, 4e K., nr. C-420/11

De omstandigheid dat in strijd met de vereisten van richtlijn 85/337 geen milieueffectbeoordeling werd uitgevoerd (in het kader van een project tot uitbreiding van een luchthaven), verleent particulieren in beginsel niet als zodanig recht op vergoeding van zuivere vermogensschade door de waardevermindering van hun onroerende zaken als gevolg van milieueffecten. Het staat evenwel uiteindelijk aan de nationale rechter om na te gaan of is voldaan aan de Unierechtelijke vereisten voor het recht op schadevergoeding, met name het bestaan van een rechtstreeks causaal verband tussen de aangevoerde schending en de geleden schade.


Lapin luonnonsuojelupiiri
Hof van Justitie EG, 7 maart 2013, 2e K., nr. C-358/11

Het Unierecht sluit in beginsel niet uit dat een als gevaarlijk aangemerkte afvalstof niet langer een afvalstof is in de zin van richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen. Dit kan wanneer zij door middel van een behandeling voor nuttige toepassing bruikbaar kan worden gemaakt zonder dat dit gevaar oplevert voor de menselijke gezondheid en nadelige gevolgen heeft voor het milieu. En ook indien niet wordt geconstateerd dat de houder van het betrokken voorwerp zich ervan ontdoet dan wel voornemens of verplicht is zich ervan te ontdoen in de zin van art. 3, punt 1, van die richtlijn, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.


Gids milieucoördinator
BOGAERT G.
et al.

Dit boek bespreekt aan welke verplichtingen in verband met milieuzorg een bedrijf moet voldoen. Zowel de Vlaamse, Belgische, Europese als internationale regels komen hierbij aan bod. De wetgeving wordt gesorteerd per thema, zoals afval en water. Per thema worden er veel gestelde vragen beantwoord, worden er tips gegeven en worden aandachtspunten besproken.

Brugge:Vanden Broele, 2013,720 p.


Les dialogues de la fiscalité - Anno 2013
CECI Emmanuelle
et al.

Cet ouvrage regroupe les actes d'un cycle de séminaires organisés par la Chaire 'PWC' de droit fiscal de l'UCL au cours du premier trimestre de 2013. Lors de ces séminaires, les thèmes suivants furent respectivement étudiés: la fiscalité environnementale, l'abus fiscal à la lumière des premières applications pratiques et, enfin, les réformes fiscales.

Bruxelles:Larcier, 2013,374p.


Milieuwetboek Vlarem II - 2013-2014 (3 delen)
HEYMAN J.
SMOUT L.

De Milieuwetboeken bieden een overzicht van de basisteksten van de grondwet, de federale milieuwetgeving, de samenwerkingsakkoorden en de Vlaamse milieuwetgeving. Het deel Vlarem II biedt de actuele gecoördineerde tekst van Vlarem II, de bijlagen bij Vlarem II en de codes van goede praktijk inzake water. Deze teksten zijn in drie aparte volumes beschikbaar.

Gent:Story-Scienta, 2013,1500 p.


ORLEANS Hilde en crts / Vlaamse Gewest
R.v.St., 3 december 2013, 10e K., nr. 225676

Het in het GRUP voorziene pakket aan natuurmaatregelen, meer bepaald de ontwikkeling van 'robuuste natuur' in de natuurkerngebieden, waarvan de uitvoering zal leiden tot een goede lokale staat van instandhouding voor de relevante Europees te beschermen habitats en soorten binnen de perimeter van het GRUP, kan niet volstaan om te besluiten dat de ingrepen geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de SBZ's (speciale beschermingszones) kunnen veroorzaken, en dit in elk geval omdat de stedenbouwkundige voorschriften van het GRUP niet op verordenende wijze lijken te bepalen dat de realisatie van de natuurkerngebieden in het noordelijk deel van de linkerscheldeoever noodzakelijk de havenontwikkeling moet voorafgaan.


Over het beheer van afvalstoffen of hoe de ene bus de andere niet is
MALFAIT Tom
ANNAERT Werner

In deze bijdrage neemt de auteur de definitie van 'afvalstof' onder de loep. Verder zoomt hij ook in op het onderscheid tussen huishoudelijk afval en bedrijfsafval. Die grens is heel moeilijk aangezien het soms om dezelfde producten kan gaan. Verder wordt ook de ophaling van afval verder bekeken. De auteur plaatst ook een kanttekening in verband met de gemeenten: zij hebben geen monopolie op het inzamelen van huishoudelijk afval.

TOO, 2013, (3), 337-340


Het Vlaams decreet tot invoering van de permanente omgevingsvergunning: te beperkte natuurambities ?
WOLDENDORP Hans

Het ontwerp van decreet betreffende de omgevingsvergunning is gepubliceerd. De auteur bespreekt dit ontwerp en in het bijzonder de conformiteit met de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Verder gaat de auteur de vergelijking aan met Nederland en hun aanpak van de omgevingsvergunning.

TOO, 2013, (3), 290-304


L., C. en Natuurpunt de Torenvalk v.z.w. / Gemeente Wielsbeke en Vlaams Gewest , gemeente Wielsbeke / e.v.a. Waterwegen en zeekanaal en gemeente Wielsbeke / Katoen natie n.v.
Gent, 18 januari 2013, 9e K.

De gemeente is eigenaar van de deels opgevulde Leiearm en een opgespoten terrein. De aankoop geschiedt voor de aanleg van een containerpark, een gemeentelijke opslagplaats en een groenzone voor passieve recreatie. Op het deelgebied tussen de nieuwe Leie en deze meander heeft zich een spontaan bos (het Leiebos) ontwikkeld op de opgehoogde gronden. De milieuorganisatie wil de gemeente horen veroordelen tot het verbod om deze Leiearm verder op te vullen of het Leiebos verder te rooien. Naar het oordeel van het hof heeft de eerste rechter op juiste gronden de vordering van de milieuorganisatie onontvankelijk verklaard. De organisatie heeft geen persoonlijke of eigen schade kunnen aantonen.


SEVENS Annick / Vlaamse Gewest
R.v.St., 27 juni 2013, 7e K., nr. 224145

De betrokkene dient een milieuvergunningsaanvraag in voor de exploitatie van een inrichting waar stroom en warmte zal worden geproduceerd uit biomassa. Uit het ongunstig advies van de afdeling Stedenbouwkundig Beleid blijkt dat de ontsluiting van de bedrijvenzone van decisief belang is om ongunstig te adviseren. In het licht van dit ongunstig advies is de loutere stellingname in de bestreden beslissing dat de weg wel voldoende breed is gezien de geringe verkeersdrukte, geen afdoende motivering.


CAVENS Joanna / Vlaamse Gewest
R.v.St., 13 juni 2013, 7e K., nr. 223861

De exploitant van een varkensbedrijf verkrijgt een stedenbouwkundige vergunning voor het uitvoeren van een aantal werken. Deze werken werden niet volledig conform de vergunning uitgevoerd. De exploitant verkrijgt ook een milieuvergunning om de varkenshouderij verder te exploiteren en te veranderen. Een milieuvergunning wordt niet geschorst en vervalt niet van rechtswege wanneer de bouwwerken niet conform de verleende stedenbouwkundige vergunning worden uitgevoerd. Het niet naleven van de voorwaarden van een stedenbouwkundige vergunning betekent ook niet dat die vergunning zelf uit het rechtsverkeer verdwijnt of geacht moet worden niet meer te bestaan.


VAN BOGAERT Elisabeth, VAN BROECK Hilaire en DE BELIE Paul / Provincie Oost-Vlaanderen en Vlaamse Gewest
R.v.St., 26 juni 2013, 10e K., nr. 224119

In de huidige stand van het geding kan de Raad van State niet de mening delen van de dienst MER, die van oordeel is dat de verwachte daling van de grondwaterstand op een duidelijke manier beschreven en beoordeeld is geworden in het plan-MER en dat voldoende milderende maatregelen werden voorgesteld. Integendeel vestigt het plan-MER er juist zelf uitdrukkelijk de aandacht op dat de inschatting van de effecten van de realisatie van het plangebied op de grondwaterkwantiteit onzeker is en dat er een grondwatermodel zou moeten worden opgesteld om de effecten van verminderde infiltratie en van grondwateronttrekking te beoordelen. De grondwatertoets is onvoldoende zorgvuldig uitgevoerd, wat een grond tot schorsing uitmaakt van het bestreden besluit tot definitieve vaststelling van het PRUP (provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan).


VERMEULEN Gaston en n.v. Immo-Vermeulen / Vlaamse Gewest
R.v.St., 4 juli 2013, 7e K., nr. 224244

De deputatie verleent een vergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een inrichting voor het produceren van veranda's, ramen en deuren. De bevestiging van die vergunning door de Vlaamse minister wordt vernietigd door de Raad van State bij het arrest 214073 van 23.06.2011. De betrokken inrichting wordt echter verder geëxploiteerd. Hiertegen wordt een verzoek tot opleggen van bestuurlijke maatregelen neergelegd. Dit verzoek wordt afgewezen, ook in beroep wordt geen gehoor gegeven. De weigering wordt gemotiveerd op het feit dat de exploitant beschikt over een geldige milieuvergunning, de basismilieuvergunning. Deze loutere vaststelling vormt geen afdoende verantwoording voor de weigering om op te treden tegen een beweerd onvergunde exploitatie.


v.z.w. x / Deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen

H. M. v.z.w. / V. W. en M. b.v.b.a.
R.v.Vergunningsbetwistingen, 19 februari 2013, 3e K., nr. S/2013/0031
Rb. Brugge, 27 juni 2012, Nr. 12/1407/A

De deputatie heeft een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het uitbreiden van een serre en het aanleggen van een waterput. Een milieuvereniging komt hier met succes tegen op. De vereniging wijst op het feit dat het projectgebied gelegen is in een landschappelijk waardevol agrarisch gebied dat volgens haar een unieke landschapswaarde heeft. Het feit dat er wordt verwezen naar een groenscherm is op zich al indicatief dat de geplande werken moeilijk te verenigen zijn met de schoonheidswaarde van het landschap.


n.v. Twin Properties / Deputatie van de provincieraad van Limburg
R.v.St., 21 juni 2010, 10e K., nr. 205506

Het betoog van de eigenaar dat het te ontbossen gebied 'slechts een kleine fractie van het bos' betreft en aldus het kappen van de bomen op die oppervlakte niet tot gevolg zal hebben dat het bos zal 'verdwijnen' doet niet af aan de ontbossing. In het bosdecreet wordt geen minimumoppervlakte gehanteerd opdat er sprake zou zijn van het verdwijnen van het bos. Evenmin blijkt uit het bosdecreet dat slechts sprake is van ontbossing wanneer door de kapping van de aanwezige bomen geraakt wordt aan 'de bestemming van het volledige betrokken gebied als zijnde een bos in de zin van art. 3, par. 1, bosdecreet'. Het besluit tot de weigering om het verbod tot ontbossing op te heffen is voldoende verantwoordt en wordt gehandhaafd.


Vlaams Gewest / Rewa Benelux n.v. en Axa Bank Europe n.v.
Cass., 26 september 2013, 1e K., C110712

Uit de samenhang van art. 54 van de wet 12.07.1973 op het natuurbehoud en art. 1 van het BVR 08.10.1996 tot uitvoering van dit art. 54, volgt dat enkel de waardevermindering die rechtstreeks voortvloeit uit het bouwverbod in beschermd duingebied of in het voor het duingebied belangrijk landbouwgebied in aanmerking komt voor vergoeding.


Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening c.v.b.a. / B.R.
Cass., 14 juni 2013., 1e K., C120097

Aan de saneringsplicht zoals opgelegd in art. 6bis, par. 1, drinkwaterdecreet, waarvoor een bijdrage in de kostprijs kan worden aangerekend lastens de abonnee, kan worden voldaan door het afsluiten van een overeenkomst als voorzien in art. 6bis, par. 3 en 4. Het bestreden vonnis dat, zonder na te gaan of de overeenkomsten bedoeld in art. 6bis, par. 3 en 4, drinkwaterdecreet werden afgesloten, oordeelt dat de Vlaamse maatschappij voor watervoorziening zich niet van haar saneringsplicht heeft gekweten en zodoende geen aanspraak kan maken op saneringskosten, verantwoordt zijn beslissing niet naar recht.


MB houdende de organisatie van een call voor het indienen van steunaanvragen voor nuttige-groenewarmteinstallaties met een bruto thermisch vermogen van meer dan 1 MW, installaties voor de benutting van restwarmte en installaties voor de productie en injectie van biomethaan
Vlaams Min. van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, VAN DEN BOSSCHE Freya

In het kader van het Actieplan Groene Warmte bepaalt dit besluit de organisatie van een call voor de invoering van een steunregeling voor nuttige-groenewarmteinstallaties, installaties voor de benutting van restwarmte en installaties voor de productie en injectie van biomethaan. Bedoeling is onder meer een verhoogde ecologiesteun in te voeren voor nieuwe, groene technologieën.

B.S., 03.06.2014, V.184, (161), 42549-42551


E.V. en crts / Provinciale Ontwikkellingsmaatschappij Antwerpen (Pom Antwerpen)
Cass., 29 maart 2013, 1e K., C100638

De appelrechters oordelen dat een tuinbouwveiling vanuit planologisch oogpunt kan beschouwd worden als een milieubelastende industrie. Ze schenden daarmee art. 8.2.1.2 van het KB 28.12.1972 betreffende de inrichting en toepassing van ontwerpgewestplannen en gewestplannen. Aangezien de appelrechters ten onrechte oordelen dat een tuinbouwveiling een milieubelastende industrie is in de zin van art. 8.2.1.2 van het voornoemde koninklijk besluit, verantwoorden zij hun beslissing dat de onteigening strekte tot realisatie van het gewestplan niet naar recht en schenden zij art. 29 van het Stedenbouwdecreet 1996.


v.z.w. Milieufront Omer Wattez / Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen
R.v.St., 13 september 2012, 7e K., nr. 220586

Een vliegveld is in strijd met de geldende bestemmingsvoorschriften. De uitbater van het vliegveld vraagt een planologisch attest aan om dit te verhelpen. Een positief planologisch attest wordt verleend, en later wordt het vliegveld ook vergund. In de milieuvergunning wordt afgeweken van de bestemmingsvoorschriften. Het planologisch attest werd verleend zonder dat er een evaluatie was gemaakt van de intrinsieke hinder. Hierdoor is niet voldaan aan de verplichting een planologische afweging te maken. De verleende milieuvergunning was voor het afwijken van de bestemmingsvoorschriften gebaseerd op dit onwettig planologisch attest. Bovendien ging Vlareco er onterecht van uit dat de start- en landingsbaan vergund waren, terwijl er al een paar jaar geen milieuvergunning meer voorhanden was. De vergunning is dan ook nietig.


DECORTE Bernard en crts / Deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen en Vlaamse Gewest
R.v.St., 12 november 2013, 10e K., nr. 225449

De toelichtingsnota bij het PRUP vermeldt dat een locatieonderzoek door de dienst Ruimtelijke Planning van de provincie werd uitgevoerd en dat dit onderzoek uitwees dat de locatie als de meest gunstige locatie wordt beschouwd voor de ontwikkeling van bijkomende regionale bedrijvigheid. Voorafgaand aan de milieueffectrapportageprocedure, is de keuze gemaakt om één enkele locatie voor het regionaal bedrijventerrein op volwaardige wijze te onderzoeken. Voorafgaand aan het plan-MER werd een 'screening' uitgevoerd, ter gelegenheid waarvan werd benadrukt dat het eruit resulterende document niet meer dan een 'globale toetsing' bevat. Gelet op deze voorafgaande keuze, blijkt de vereiste volwaardige vergelijking van redelijke alternatieven niet te zijn geschied en is de vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) aangetast door een onwettig plan-MER, het besluit wordt geschorst.


n.v. Iret Development / Vlaamse Gewest
R.v.St., 18 april 2013, 7e K., nr. 223210

In haar oproep inzake het indienen van een aanvraag tot onderhandelingen omtrent de totstandkoming van een brownfieldconvenant, stelt de Vlaamse regering als voorwaarde dat bij de aanvraag het schriftelijk bewijs wordt gevoegd dat de gemeente waarin de onroerende goederen gelegen zijn, wenst mee te werken aan de totstandkoming van het brownfieldproject. Deze schriftelijke toezegging valt niet onder de duidelijke bewoordingen van art. 8, par. 1, 2e lid, van het brownfielddecreet, betreffende het oproepsysteem waar specifieke projectkenmerken in opgenomen kunnen worden. Een meer ruime interpretatie geven aan die bewoordingen druist in tegen de duidelijke tekst. Het besluit waarbij de projectaanvraag voor het verkrijgen van een brownfieldconvenant 'ongegrond en onontvankelijk' wordt verklaard, wordt vernietigd.


JANSSENS Marie en JANSSENS Greet / Vlaamse Gewest
R.v.St., 18 april 2013, 7e K., nr. 223207

Vermits de inrichting een reeds bestaande inrichting is geldt als voorwaarde voor de milieuvergunning dat de inrichting hoofdzakelijk vergund moet zijn (stedenbouwkundig). Art. 5.6.7, par. 1, VCRO maakt immers een duidelijk onderscheid tussen vergunbare en vergunde inrichtingen. De vraag die de vergunningverlenende overheid zich moet stellen, is niet of de inrichting stedenbouwkundig vergunbaar is, maar wel of zij hoofdzakelijk vergund is. In zijn arrest nr. 211645 van 01.03.2011 heeft de Raad van State reeds geoordeeld dat dit niet het geval is. In het bestreden besluit wordt bijgevolg op onwettige wijze toepassing gemaakt van art. 5.6.7, par. 1, VCRO.


x / Vlaamse Gewest
R.v.St., 18 april 2013, 7e K., nr. 223205

Het gewest verleent een afvalverwerkend bedrijf een milieuvergunning. Deze steunt, op stedenbouwkundig vlak, op de principiële verenigbaarheid van de inrichting met de bestemming als nijverheidszone waarin het volgens het BPA is gelegen. Dit BPA is geconcipieerd als een afwijkend BPA ten opzichte van het gewestplan, dat voor de desbetreffende percelen voorzag in een bestemming als agrarisch gebied. De motivering bij dat afwijkend BPA is niet dienend om aan te tonen dat de bestemming landbouwgebied, vastgesteld in het gewestplan, achterhaald is of niet meer verwezenlijkt kan worden. Het BPA heeft louter tot doel een zonevreemd bedrijf op zijn actuele locatie te bestendigen en dit bedrijf uitbreidingsmogelijkheden te bieden. Het betrokken BPA dient dan ook, met toepassing van art. 159 van de Grondwet, buiten toepassing te worden gelaten.


08.11.2013 Verordening (EU) nr. 1123/2013 tot vaststelling van rechten op het gebruik van internationale kredieten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad
Europese Commissie

Het Protocol van Kyoto stelt twee mechanismen vast voor de totstandbrenging van internationale kredieten waarvan partijen gebruik kunnen maken om de eigen emissies te compenseren. De nationale toewijzingsplannen van de lidstaten voorzien in het gebruik door de exploitanten van bepaalde hoeveelheden CER's (Certified Emission Reductions) en ERU's (Emission Reduction Units) om te voldoen aan hun verplichtingen om emissierechten in te leveren voor de periode 2008 tot en met 2012. Deze verordening stelt de toewijzingregels vast voor de periode 2008 tot en met 2020.

Publ.E.U., 09.11.2013, L299/32-33


MERTENS André en Gemeente Oosterzele / Deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen
R.v.St., 21 februari 2013, 7e K., nr. 222570

Er wordt aan een varkensbedrijf een vergunning verleend voor het houden van maximaal 911 varkens. Daarmee wordt het bestaande bedrijf, omvattende 125 varkens, toegelaten uit te breiden tot het zevenvoudige van het voorheen bestaande aantal stalplaatsen. De berekening van de bijkomende geuremissie ten gevolge van de uitbreiding van de inrichting duidt op een belangrijke toename van de geuremissie, zelfs inachtgenomen de geurreducerende maatregelen die genomen worden en het gebruik van de oude stal als quarantainestal. De inschatting van de toename van de geuremissie mist een afdoende feitelijke grondslag. De vergunningsbeslissing wordt daarom vernietigd.


n.v. x / Vlaamse Gewest
MHHC, 21 februari 2013, MHHC-13/11

Een inrichting voor de productie van verven, lakken en vernissen beschikt over een milieuvergunning waarin de emissiegrenswaarden op de lozing van bedrijfsafvalwater zijn opgenomen. Het afvalwater wordt echter voor de lozing behandeld in een fysico-chemische waterzuiveringsinstallatie. Naar aanleiding van een routinemonstername is vastgesteld dat de normen overschreden zijn. De inrichting wordt een alternatieve bestuurlijke geldboete opgelegd. De boete is opgelegd omwille van een eenmalige overschrijding van de emissiegrenswaarden. Het gaat hier om de lozing van gevaarlijke stoffen. Het is niet kennelijk onredelijk dat de gewestelijke entiteit bij de bepaling van de hoogte van de boete rekening houdt met de ernst van de gepleegde feiten.


b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest
MHHC, 7 maart 2013, MHHC-13/17-VK

In deze zaak krijgt een bedrijf een bestuurlijke geldboete opgelegd wegens de schending van milieuvoorwaarden bij de exploitatie van een mobiele breekinstallatie, met name door het overschrijden van de geluidsnorm en door het niet nemen van de nodige maatregelen om geluids- en stofhinder te voorkomen. Het Milieuhandhavingscollege oordeelt dat de gewestelijke entiteit, bij het bepalen van het boetebedrag, niet kennelijk onredelijk heeft geoordeeld.


b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest
MHHC, 9 april 2013, MHHC-13/30-VK

In deze zaak vernietigt het Milieuhandhavingscollege gedeeltelijk de beslissing van de gewestelijke entiteit in zoverre zij een alternatieve bestuurlijke geldboete oplegt wegens het aanvaarden en verwerken, als biogasinstallatie, van dierlijke bijproducten van categorie 1 zonder de vereiste milieuvergunning en erkenning en met schending van toepasselijke exploitatievoorwaarden betreffende de aanvaarding van afvalstoffen. Bij de berekening van de geldboete (en meer bepaald de opdeciemen) werd immers een fout gemaakt.


b.v.b.a. x / Vlaamse Gewest
MHHC, 25 april 2013, MHHC-13/40-VK

Een bedrijf krijgt een administratieve bestuurlijke geldboete wegens het niet-naleven van de lozingsnormen van het bedrijfsafvalwater wat de parameters zuurtegraad, totaal fosfor, chroom en koper betreft. Het Milieuhandhavingscollege beslist om de boete te verlagen, omdat er in het verleden geen processen-verbaal zijn opgemaakt, omdat onterecht de boeteverzwarende omstandigheid 'frequentie' in rekening werd gebracht en tot slot, omdat het bedrijf, nadat zij kennis had gekregen van de resultaten, onverwijld maatregelen heeft getroffen.


LEBRUN Olivier / Ville de Nivelles
Cons. Etat, 23 janvier 2013, 13e Ch., n° 222197, référé

A la suite d'un violent orage, des eaux chargées de boues provenant d'une terre agricole se sont répandues en rue et ont envahi certaines habitations bordant la voirie. Le Conseil d'Etat rejette la demande en suspension de l'exécution de l'arrêté du bourgmestre imposant au propriétaire de ces terres de prendre, dans un délai de 10 jours, toutes les mesures nécessaires pour empêcher les coulées de boue en provenance de ses terres agricoles. A supposer que des conséquences dommageables existent, il n'est pas établi qu'elles ne seraient pas susceptibles d'être réparées adéquatement par l'octroi de dommages et intérêts.


MB betr. de aanwijzing van zwemwateren voor het badseizoen 2014
Vlaams Min. van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, VANDEURZEN Jo
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

Dit besluit wijst de zwemwateren voor het badseizoen 2014 aan.

B.S., 20.08.2014,2e uitgave, V.184, (228), 61126+bijlagen 61126-61130; B.S., 20.08.2014,2e uitgave, V.184, (228), 61136-61137


Aanpassing van de bedragen van de retributies vermeld in de bijlage bij het KB 27.10.2009 tot bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende de bescherming tegen ioniserende straling, zoals gewijzigd bij KB 22.11.2013 - jaar 2014
Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken

De bedragen van de retributies vermeld in de bijlage bij het KB 27.10.2009 tot bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende de bescherming tegen ioniserende straling worden aangepast.

B.S., 07.01.2014,1e uitgave, V.184, (4), 400-407; B.S., 02.04.2014,1e uitgave, V.184, (98), 28572, err.


SWENNEN Ine en crts / Deputatie van de provincieraad van Limburg en stad Bilzen
R.v.St., 5 november 2012, 10e K., nr. 221258

De screeningsnota motiveert uitdrukkelijk dat door de realisatie van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan geen significante verstoring van het meest nabijgelegen habitatrichtlijngebied te verwachten valt. De omwonenden tonen niet aan dat het besluit houdende definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en onteigeningsplan op onjuiste feitelijke gegevens is gesteund of kennelijk onredelijk is.


Beantwoorden van juridische casussen met het oog op de operationalisering van het Archiefdecreet - Onderzoek in opdracht van de Coördinerende Archiefdienst
DE STAERCKE Jürgen

Dit verslag geeft uitleg over wie er bij de verschillende overheidsdiensten (zowel op federaal, gewestelijk als lokaal vlak) verantwoordelijk is voor de archiefzorg.

Brussel:Vlaamse overheid - Entiteit e-governement en ICT-Beheer, 2012,35 p.

www.bestuurszaken.be - Geraadpleegd op 13.02.2014


VREBOS Gustaaf / Vlaamse Gewest
R.v.St., 13 november 2012, 7e K., nr. 221377

De eigenaar van een perceel landbouwgrond gaat over tot ontbossing, zonder hiervoor een stedenbouwkundige vergunning te hebben, terwijl dit verplicht is (art. 4.2.1 VCRO). Hij beweert dat er geen sprake is van een bos. Het feit dat de notariële verkoopakte bepaalt dat het perceel niet als bos wordt beschouwd, bindt de overheid niet. De decretale definitie van een bos moet gevolgd worden. De feitelijke omstandigheden wijzen erop dat het wel degelijk om een bos gaat en dat een vergunning nodig was.


n.v. André Celis, n.v. Asoil en b.v.b.a. Celis-Transcomat / Stad Leuven en het Vlaamse Gewest
R.v.St., 24 september 2012, 10e K., nr. 220707

Een bijzonder plan van aanleg (BPA) wordt goedgekeurd zonder enig onderzoek naar mogelijke aanzienlijke milieueffecten. Een BPA is, net zoals een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), een plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project, onderworpen aan de plicht te onderzoeken of het geen aanzienlijke milieueffecten kan hebben (art. 4.2.3 DABM). De beslissingen tot goedkeuring van het BPA door de gemeenteraad en de minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport worden dan ook vernietigd.


Cittaslow
Cittaslow International

Cittaslow diffuse la philosophie du Slow Food auprès des collectivités locales et des autorités locales, en appliquant les concepts de l'ecogastronomy à la pratique de la vie quotidienne.
Cittaslow verspreidt de filosofie van Slow Food aan lokale gemeenschappen en aan de regering van de steden, en brengt de principes van ecogastronomy in de praktijk van het dagelijks leven.

www.cittaslow.org - Consultation le 23.06.2014

www.cittaslow.org - Geraadpleegd op 23.06.2014


SEGHERS Antoon en crts / Deputatie van de provincieraad van Antwerpen en Vlaamse Gewest
R.v.St., 28 maart 2011, 10e K., nr. 212265
R.v.St., 10 september 2012, 10e K., nr. 220541

Bij het vaststellen van het bestreden provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan diende een plan-MER (milieu effect rapport) te worden opgemaakt aangezien het bestreden uitvoeringsplan het kader vormt voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor één van de in bijlagen I en II bij de Europese richtlijn 85/337/EG genoemde projecten.


BVR houdende opheffing van watering (...) en (...) polders (...)
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

De opheffing van inactieve wateringen en polders draagt bij tot administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies, en tot een betere dienstverlening voor de burgers. Het laatste besluit heft de watering de Moerbeekvallei op.

B.S., 20.08.2014,2e uitgave, V.184, (228), 61114-61115


n.v. Bosal Emission Control Systems / Vlaamse Gewest
R.v.St., 13 oktober 2011, 7e K., nr. 215741

Er wordt een milieuvergunning verleend voor de aanleg van een windturbinepark. In de vergunningsbeslissing wordt zorgvuldig stil gestaan bij de diverse hinderaspecten. Er wordt gerefereerd naar geluidssimulaties en naar het afwegingskader van de omzendbrief EME/2006/01-RO/2006/02, en de normen van deze omzendbrief worden opgelegd als bijzondere milieuvoorwaarde. De ingediende bezwaren worden weergegeven en beantwoord. De eigenaar van een nabijgelegen bedrijf klaagt dat hij een welbepaalde economische activiteit niet meer zal kunnen uitoefenen, of toch niet in goede omstandigheden. Het gaat hier om een economische en technische kwestie, die niet in de afweging betrokken moet worden. De eigenaars van nabijgelegen inrichtingen lopen niet méér risico's en ondervinden niet méér hinder dan in het desbetreffende industriegebied moet worden getolereerd.


Deze mail wordt U gratis aangeboden door de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen. Indien U deze niet langer meer wenst te ontvangen, stuur dan een mailtje naar: mail@vvpw.be