Wie heeft stemrecht op de Algemene Vergadering? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de totale oppervlakte van de Polder of van de Watering. Feit is dat het materieel onmogelijk is alle ingelanden deel te laten uitmaken van de Algemene Vergadering; verschillende Polders en Wateringen vandaag hebben vele duizenden ingelanden, de grootste zelfs meer dan 18.000.
In Polders of Wateringen met een totale oppervlakte van minder dan 100 hectaren behoort het stemrecht aan die ingelanden die minstens een halve hectare in eigendom hebben. Gaat het om een Polder of Watering met een globale oppervlakte begrepen tussen de 100 en de 500 hectaren, dan komt stemrecht toe aan de ingelanden met ten minste 1 hectare in eigendom. De schaal gaat zo degressief verder. Polders of Wateringen tussen 500 en 1.000 ba: stemrecht voor ingelanden met minstens 2 ha eigendom; tussen 1.000 en 5.000 ha: 3 ha; tussen 5.000 en 10.000 ha: 4 ha; meer dan 10.000 ha: 5 ha. Ingelanden zijn diegenen die een zakelijk recht uitoefenen op gronden binnen het Polder of Wateringgebied.
Wat betreft het aantal stemgerechtigde leden blijken Polders en Wateringen wellicht de meest democratische besturen van ons land te zijn. Daar waar bij de gemeentebesturen de gemeenteraad doorgaans uit enkele tientallen leden bestaat, telt de Algemene Vergadering van Polders en Wateringen dikwijls enige honderden leden. Bovendien is voor de eigenaars van kleinere oppervlakten, welke op zichzelf geen stemrecht hebben, de mogelijkheid voorzien om, middels "samenvoeging", een gemeenschappelijke mandataris als stemgerechtigde naar de Algemene Vergadering af te vaardigen.
Naast de stemgerechtigde ingelanden - in waterschapsjargon ook grootgelanden genoemd -hebben ook nog zitting in de Algemene Vergadering, doch enkel met raadgevende stem: de Provinciegouverneur, de burgemeesters van de gemeenten waarover de Polder of de Watering zich uitstrekt, alsook ambtenaren van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en van het Ministerie van Openbare Werken. De Algemene Vergadering wordt voorgezeten door de "Dijkgraaf", wat de Polders betreft, door de "Voorzitter" wat de Wateringen aangaat. Een Ontvanger-griffier, die in de Polders en de Wateringen tegelijk de taak van secretaris en van ontvanger uitoefent, stelt de notulen van de bijeenkomsten van de Algemene Vergaderingen op.
Uit wat voorafgaat blijkt duidelijk dat de wetgever van 1956 en 1957 de autonomie van de Polders en van de Wateringen verder heeft willen inperken, wat alleen al blijkt uit de samenstelling van de Algemene Vergadering. Enerzijds krijgt de Provinciegouverneur (of zijn afgevaardigde), die in principe een loutere voogdijtaak heeft, nu rechtstreeks gezag op de polder- en wateringbelangen door zijn deelname aan de Algemene Vergadering. Anderzijds hebben de gemeentebesturen nu ook een directe zeggingschap gekregen in het beleid van Polders en Wateringen, terwijl hun tussenkomsten in hoofdzaak financieel van aard zijn. Het kan echter niet ontkend worden dat de openbare besturen, met name de provincies en de gemeenten, die door de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, aangezet worden financieel bij te dragen in de uitgaven van Polders en Wateringen voor het onderhoud van de waterlopen van tweede en derde categorie, betrokken zijn bij het waterbeheer. In de traditie van de Belgische administratief-rechtelijke organisatie is het nochtans hoogst ongewoon dat derde besturen rechtstreeks zitting hebben in het beleidsorgaan van een in wezen onafhankelijk openbaar bestuur.
Tot de voornaamste bevoegdheden van de Algemene Vergadering behoren: het goedkeuren van de jaarlijkse rekeningen, begrotingen en begrotingswijzigingen;
- het vaststellen van de aanslagvoet van de polder- of wateringbelasting;
- de principiële goedkeuring van verpachtingen en verkopingen van de goederen van de Polder of de Watering;
- het vaststellen van een huishoudelijk reglement en van een bijzonder politiereglement;
- het vaststellen van het jaarlijks programma van uit te voeren werken aan het waterlopenstelsel.
De Algemene Vergadering komt jaarlijks in gewone vergadering bijeen. Buitengewone bijeenkomsten kunnen worden belegd naargelang de noodwendigheden, bijvoorbeeld voor begrotingswijzigingen of andere beslissingen die geen uitstel dulden.