108366 | n.v. Alcoat / Vlaamse gewest
R.v.St., 6 juni 1996, nr. 59909

T.Milieurecht, november-december 1996, V.5, (6), 466-467

De lopende lozingsvergunning werd op 03.04.1985 verleend. Van de overname van deze vergunning werd akte genomen door de bestendige deputatie. Art. 32sexies van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, ingevoerd bij art. 41, par. 1, van het decreet 28.06.1985 betreffende de milieuvergunning, bepaalt dat de lozingsvergunning verleend wordt 'overeenkomstig de bepalingen van het decreet 28.06.1985... en zijn uitvoeringsbesluiten'. Het lozen van ander afvalwater dan normaal huisafvalwater dat bepaalde gevaarlijke stoffen bevat, is opgenomen door de bijlage 1 bij het Vlarem I in de klasse 1.
Dergelijke inrichtingen worden krachtens art. 9, par. 2, 1e lid van het decreet 28.06.1985 in eerste aanleg door de bestendige deputatie vergund. Uit de samenlezing van voormelde bepalingen moet worden besloten dat de bestreden lozingsvoorwaarden niet in eerste aanleg door de eerste minister konden worden opgelegd.