108416 | 03.12.1996 Omz. betr. de toepassing van de administratieve boetes bij het inkohieren van de heffing op de waterverontreiniging (art. 35quaterdecies)
Vlaams min. van Leefmilieu en Tewerkstelling, KELCHTERMANS Theo

BS 1997-01-11

Deze omzendbrief betreft de toepassing van de administratieve boetes bij het inkohieren van de heffing op de waterverontreiniging (art. 35quaterdecies). Krachtens art. 35quaterdecies van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en art. 9, par. 1, van het BVR 16.02.1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, kunnen de ambtenaren van de dienst Heffingen van de VMM onder andere administratieve boetes opleggen van maximaal 200 % van de heffing die verschuldigd is op het niet aangegeven of niet-gemelde gedeelte. Krachtens art. 35septiesdecies, par. 1, van diezelfde wet dient dit mutatis mutandis geïnterpreteerd te worden zoals bij de rijksinkomstenbelastingen.
De richtlijnen voor belastingverhogingen worden in deze omzendbrief uiteengezet evenals de richtlijnen van de mutatis mutandis toepassing ervan.

nvdr: het BVE 16.02.1993 wordt opgeheven door het BVR 28.06.2002 tot uitvoering van het Hoofdstuk IIIbis van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en Hfdst. IVbis van het decreet 24.01.1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer (zie doc. nr. 178545).

 

 link