139356 | 07.07.1998 Decreet wijz. en tot opheffing van sommige bepalingen van decreten en wetten betr. sommige Vlaamse openbare instellingen en tot opheffing van wettelijke bepalingen inzake prioritaire aanwerving bij de Vlaamse openbare instellingen
Min.-president van de Vlaamse regering, Vlaams min. van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, VAN DEN BRANDE Luc
et al.

BS 1998-10-20

De personeelsformatie en de regeling van de rechtspositie van het personeel van de verschillende Vlaamse openbare instellingen vermeld in de hiernavolgende decreten en wetten worden gewijzigd:

  • - decreet 27.06.1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;
  • - decreet 31.07.1990 betreffende het Onderwijs II;
  • - decreet 29.05.1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin;
  • - decreet 12.12.1990 betreffende het bestuurlijk beleid;
  • - wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
  • - decreet 21.12.1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;
  • - wet 29.05.1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving;
  • - decreet 02.07.1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen;
  • - decreet 23.01.1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen;
  • - wet 17.05.1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en van een 'Office de la Navigation';
  • - decreet 12.07.1990 houdende organisatie van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen;
  • - decreet 28.06.1983 houdende oprichting van de instelling Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;
  • - decreet 20.03.1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling;
  • - decreet 04.05.1994 betreffende de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen;
  • - decreet 23.01.1991 betreffende de oprichting van een Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk Technologisch Onderzoek in de Industrie.
Worden opgeheven wat betreft de aanwerving van het personeel van de openbare instellingen, die ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest:
  • - art. 12 van de wetten 03.08.1919 en 27.05.1947 tot verzekering van de wederopneming der gemobiliseerde Belgen in hun bediening en tot toekenning aan de oorlogsinvaliden, oudstrijders, leden van de weerstand, politieke gevangenen, oorlogsweduwen en -wezen, gedeporteerden, arbeidsweigeraars en andere slachtoffers van de oorlogen 1914-1918 en 1940- 1945 van een prioriteitsrecht voor de toegang tot de openbare betrekkingen, gecoördineerd bij het besluit van de Regent van 19.06.1947, gewijzigd bij de wetten 20.12.1957, 01.12.1969, 12.12.1983 en 22.12.1989, het KB nr. 103 van 20.10.1982 en de KB's 27.06.1962 en 12.04.1965;
  • - de art. 3, 4 en 7 van het KB nr. 4 van 28.01.1953 waarbij verschillende in oorlogstijd geldende wetsbepalingen op de leden van het expeditiekorps van Korea, van toepassing worden verklaard;
  • - art. 6 van de wetten betreffende het personeel in Afrika, gecoördineerd op 21.05.1964, gewijzigd bij de wetten van 02.04.1965 en 22.07.1969 en het KB nr.103 van 20.10.1982;
  • - de wet 26.03.1968 waarbij de aanwerving in openbare dienst wordt vergemakkelijkt van personen die bij de technische operatie met de ontwikkelingslanden diensten hebben gepresteerd, gewijzigd bij de wet 22.08.1975;
  • - het KB nr. 3 van 18.04.1967 ter bevordering van een gemakkelijker werving of in dienstneming, in overheidsdienst, van personen ontslagen wegens gehele of gedeeltelijke sluiting van steenkolenmijnen, gewijzigd bij de wetten 04.06.1970 en 22.07.1993 en het KB 28.07.1969;
  • - art. 33 van de wet 13.07.1976 betreffende de getalsterkte van officieren en de statuten van het personeel van de krijgsmacht.
Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van:
  • 1) de art. 2, par. 1 en 2; 3, par. 3 en 4; 4,2°, wat betreft het daarin bedoeld art. 11, par. 2; 5, par. 2; 6, 4°; 11, par. 2; 12, par. 1, 2°, met uitzondering van wat niveau A betreft; 15, par. 2; 19 en 20, die uitwerking hebben met ingang van 01.01.1995;
  • 2) de art. 3, par. 1 en 2; 6,2°; 9, par. 1,1°; 12, par. 1, 2°, wat niveau A betreft, en par. 2; 13, 1°; 15, par. 1, 2°, en 16, 2°, die uitwerking hebben met ingang van 01.01.1995;
  • 3) art. 13, 3°, en art. 18, die uitwerking hebben met ingang van 01.10.1980.

nvdr: Het decreet 02.07.1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (Afvalstoffendecreet) wordt op 01.06.2012 opgeheven en vervangen door het decreet 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) (zie doc. nr. 260990). Opgelet: de sectorale uitvoeringsplannen op basis van het Afvalstoffendecreet behouden hun geldigheid. De beroepen die voor de inwerkingtreding van dit decreet overeenkomstig art. 50, par. 15, van het Afvalstoffendecreet tegen een ambtelijke aanslag of navordering werden ingesteld, zullen verder worden behandeld overeenkomstig de procedure voorzien in het afvalstoffendecreet.

 

 link link