170620 | 25.01.2001 V. nr. 63 (Vl. P.): Scholen - Werkingskosten - Afvalwaterheffing
VAN DEN EYNDE Marleen
Vlaams Min. van Onderwijs en Vorming, VANDERPOORTEN Marleen

V. en A., Vl. P, 30.03.2001,2000-2001, (10), 1310-1311

Art. 35bis, par. 3 van de wet 26.03.1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, bepaalt dat elke natuurlijke of rechtspersoon die op enig ogenblik in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar op het grondgebied van het Vlaamse gewest water heeft afgenomen van een openbaar waterdistributienet, of op dit grondgebied over een eigen waterwinning heeft beschikt, of op dit grondgebied water heeft geloosd, ongeacht de herkomst van het water, als heffingsplichtig wordt beschouwd.
De toe te passen omzettingscoëfficiënten zijn per sector opgenomen in de bijlage bij de wet. Voor scholen is de sector 55 ('niet hogervermelde bedrijfsactiviteiten') van toepassing. De scholen moeten dus, net als andere waterverbruikers en -vervuilers, een factuur voor afvalwaterverheffing betalen. Inspanningen op het vlak van rationeel waterverbruik kunnen deze kosten reduceren.
Voor dekking van de kosten die verband houden met huur, uitrusting, apparatuur, energie, belasting, enzovoort, worden aan de schoolbesturen jaarlijks werkingsmiddelen toegekend. Voor het gemeenschapsonderwijs gebeurt dit in de vorm van een dotatiesysteem aan de scholengroepen, voor het gesubsidieerd onderwijs in de vorm van werkingssubsidies aan de inrichtende machten. Voorzover er geen afwending is van onderwijsdoeleinden, geldt het principe van de vrij beschikbare aanwending.