213271 | 11.06.2006 V. nr. 466 (Vl. P.): Watertoets - Uitvoeringsbesluiten
HOEBEKE Anne Marie
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, PEETERS Kris

V. en A., Vl.P., juli -augustus 2006,2005-2006, (10), 549-553

De manier waarop vandaag in dossiers van ruimtelijke ordening wordt omgegaan met de watertoets, wordt beschreven in dit antwoord.

Watertoets bij stedenbouwkundige vergunningen:
De vergunningverlener is verantwoordelijk voor de uitvoering van de watertoets. Hij kan dat ofwel doen op basis van een eigen analyse van de te verwachten effecten op het watersysteem, ofwel door advies te vragen aan bevoegde instanties. Gezien de kennis over het watersysteem niet steeds aanwezig is bij de vergunningverleners (in hoofdzaak gemeenten), is het belangrijk dat zij spoedig weten aan wie zij advies kunnen vragen. Gezien deze beperkte knowhow heeft mijn administratie in afwachting van de goedkeuring van het besluit reeds bij het van kracht worden van het Decreet Integraal Waterbeleid de nodige richtlijnen voor de toepassing van de watertoets bij stedenbouwkundige vergunningen ter beschikking gesteld via de website www.ruimtelijkeordening.be.

De watertoets bij ruimtelijke uitvoeringsplannen op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau en bijzondere plannen van aanleg (kortweg: ruimtelijke uitvoeringsplannen)
In het kader van ruimtelijke uitvoeringsplannen kan gesteld worden dat de situatie ten opzichte van het watersysteem quasi steeds complex zijn. Het is dan ook evident dat er steeds advies gevraagd wordt inzake de watertoets binnen de procedure voor de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het gepaste moment voor een (formeel) advies hierover is de plenaire vergadering, waarop alle adviesverlenende instanties worden uitgenodigd.

De watertoets bij ruimtelijke structuurplannen
Bij de opmaak van ruimtelijke structuurplannen stelt zich een andere probleem. Vermits ruimtelijke structuurplannen veeleer een strategische visie op de ruimtelijke ontwikkeling vastleggen die enkel een bindende kracht hebben voor de betrokken overheid en de lagere overheden, resulteren deze plannen niet, zonder de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen, in verordenende voorschriften die gevolgen kunnen hebben op de waterhuishouding. Uit de parlementaire discussie inzake het Decreet Integraal Waterbeleid blijkt alvast dat het niet de bedoeling van de decreetgever was om de watertoets (formeel) uit te voeren op een ruimtelijk structuurplan.

In het huidige voorontwerp van uitvoeringsbesluit watertoets zijn geen andere maatregelen voorzien om een absoluut bouw- of exploitatieverbod helemaal te vermijden.