228574 | 24.04.2008 Ordonnantie betr. de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen
Lid van het Verenigd College (Brussels Gewest), bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, VANHENGEL Guy

BS 2008-07-24

Niemand mag een voorziening die speciaal bestemd is voor de huisvesting of de opvang van bejaarden in gebruik nemen, exploiteren, bouwen, uitbreiden, ombouwen, vervangen of van bestemming veranderen noch hulp of zorg aanbieden in een voorziening of in een ermee verbonden voorziening, zowel gratis of tegen betaling, tenzij dat in overeenstemming met deze ordonnantie is en met de besluiten en beslissingen die krachtens deze ordonnantie zijn uitgevaardigd.

Het Verenigd College kan, na advies van de afdeling, de programmering van de voorzieningen voor bejaarden teneinde:

  • de evolutie van het aanbod inzake opvang, huisvesting of verzorging van de bejaarden te beheersen, rekening houdend met de evolutie van de behoeften van de Brusselse bevolking;
  • de protocolakkoorden gesloten tussen de federale overheid en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende het te voeren ouderenzorgbeleid, naar behoren uit te voeren.
De programmering is gebaseerd op objectieve criteria die onder meer verband houden met de specialisatie van de voorzieningen, hun opvang- of huisvestingscapaciteit en hun uitrusting, de kwaliteit van hun onderhouds-, hulp- en verzorgingspersoneel en hun goed administratief en financieel beheer. Die criteria kunnen onder meer de coördinatie bevorderen van de voorzieningen en de activiteiten, de geografische nabijheid inzake aanbod en vraag naar opvang en huisvesting, de diversificatie van het aanbod volgens de diversiteit van de vraag en de continuïteit van de opvang, van de huisvesting of van de verzorging in functie van de evolutie van de behoeften van de bejaarde.

Het is verboden een nieuwe voorziening te bouwen, of een van die bestaande voorzieningen uit te breiden, te verbouwen, te vervangen of de bestemming ervan te wijzigen zonder de toestemming van het Verenigd College indien de geplande werken betrekking hebben op een voorziening die valt onder een categorie van voorzieningen waarvoor het Verenigd College een programmering heeft vastgesteld krachtens de voormelde bepalingen. Deze toestemming, die betekent dat het project in de programmering past, wordt 'vergunning voor de werken' genoemd.

Om te worden erkend door het Verenigd College, moet de voorziening in voorkomend geval voldoen aan de door de bevoegde federale overheid opgelegde normen alsook aan de normen die het Verenigd College, na advies van de afdeling, kan opleggen voor iedere categorie van voorzieningen bedoeld in artikel. Die normen hebben betrekking op:

  • 1° de opname en de opvang van de bejaarde personen;
  • 2° het respect voor de bejaarde, zijn grondwettelijke en wettelijke rechten en vrijheden, rekening houdend met zijn gezondheid en zijn recht op een menswaardig leven, ook op seksueel en affectief vlak, met name het verbod voor de voorziening of de personeelsleden om het beheer van het geld en van de goederen van de bejaarde persoon of van zijn vertegenwoordiger of hun inbewaargeving te eisen of te aanvaarden, zijn recht om zich vrij te verplaatsen en slechts de bezoekers van zijn keuze te ontvangen, zijn recht om vrij over zijn bezittingen te beschikken, zonder afbreuk te doen aan de beperkingen van die rechten en vrijheden door of krachtens de wet, het decreet of de ordonnantie;
  • 3° het leefproject alsook de wijzen van participatie en voorlichting van de bejaarde personen of van hun vertegenwoordiger;
  • 4° het onderzoek en de behandeling van de klachten van de bejaarde personen of van hun vertegenwoordiger;
  • 5° de voeding, de hygiëne en de zorgverstrekking;
  • 6° het aantal, de kwalificatie, het opleidingsplan, de moraliteit en de minimale aanwezigheidsvereisten voor het personeel en de directie en, voor wat die laatste betreft, de vereiste ervaringsvoorwaarden;
  • 7° behalve in het geval van sommige residentiele gebouwen, de architectonische en veiligheidsnormen die specifiek gelden voor de voorzieningen;
  • 8° behalve in het geval van sommige residentiele gebouwen, bedoelde voorzieningen, de overeenkomst voor opvang of huisvesting. Het Verenigd College bepaalt de inhoud ervan.
  • 9° het huishoudelijk reglement;
  • 10° de boekhouding, wat betreft de individuele rekening die wordt opgesteld voor elke gehuisveste of opgevangen persoon, de maandelijkse factuur en het recht voor de bejaarde of zijn vertegenwoordiger om de opgestelde rekening te raadplegen, met naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen die op de beheerders van toepassing zijn wat de boekhouding betreft;
  • 11° in het geval van sommige residentiele gebouwen, de overeenkomst gesloten tussen de vereniging van de mede-eigenaars of haar gemachtigde, en de kandidaatdienstverlener;
  • 12° de verzekeringscontracten die door de beheerder gesloten moeten worden.
Binnen de grenzen van de begrotingskredieten, kan het Verenigd College aan de erkende centra voor dagverzorging, de centra voor dagopvang en de centra voor nachtopvang een werkingssubsidie verlenen. Het Verenigd College stelt, na advies van de afdeling, de wijze van toekenning van de subsidie vast, alsook het bedrag van de financiële bijdrage van de opgevangen bejaarden.

Enkel de publiekrechtelijke rechtspersonen en de rechtspersonen bedoeld bij de wet 27.06.1921 waarbij aan verenigingen zonder winstoogmerk en aan instellingen van openbaar nut de rechtspersoonlijkheid wordt verleend, die beheerder zijn van een instelling voor bejaarden, kunnen een investeringssubsidie of een alternatieve vorm van investeringssubsidie krijgen. De subsidies worden toegekend binnen de perken van de begrotingskredieten, onder de voorwaarden en volgens de regels die door en krachtens deze ordonnantie zijn vastgesteld.

Blijven van toepassing tot ze afgeschaft worden door de uitvoeringsbesluiten van deze ordonnantie, de volgende reglementeringen:

  • 1° het KB 02.05.1972 tot vaststelling van de criteria voor het uitwerken van een nationaal programma van rustoorden voor bejaarden (zie doc. nr. 120092);
  • 2° het KB 02.05.1972 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het verlenen van toelagen voor het bouwen of het verbouwen van rustoorden voor bejaarden (zie doc. nr. 119925).
    nvdr: Dit besluit werd op 01.06.2009 opgeheven door het BVCGG 07.05.2009 tot bepaling van de regels betreffende de verschillende vormen van financiële tegemoetkoming van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in de bouw, de uitbreiding, de verbouwing of de uitrusting van gebouwen bestemd voor de uitoefening van de activiteiten van de voorzieningen bedoeld in de ordonnantie van 24.04.2008 betreffende de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen (zie doc. nr. 238863).
  • 3° het BVCG 07.10.1993. tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning, de weigering en de intrekking van de erkenning en de sluiting van de voorzieningen die bejaarden huisvesten (zie doc. nr. 61907).
    nvdr: Dit besluit werd op 22.06.2009 opgeheven door het BVCGG 04.06.2009 tot vaststelling van de procedures voor de programmering en de erkenning van de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen die tot de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie behoren (zie doc. nr. 239037).
  • 4° het BVCG 14.03.1996. tot vaststelling van de normen waaraan de voorzieningen die bejaarden huisvesten moeten voldoen (zie doc. nr. 97028).
    nvdr: Dit besluit werd op 01.01.2010 opgeheven door het BVCGG 03.12.2009 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de voorzieningen voor opvang of huisvesting van bejaarde personen moeten voldoen alsmede tot nadere omschrijving van de groepering en de fusie en de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen (zie doc. nr. 243263), met uitzondering van art. 45 en 68 alsmede, voor wat betreft de voorzieningen die vóór 01.01.2010 werden uitgebaat, de art. 109 tot 111.
Worden opgeheven:
  • 1° de wet 22.03.1971 tot subsidiëring van de bouw van rustoorden voor bejaarden (zie doc. nr. 120084);
  • 2° de ordonnantie 20.02.1992 betreffende voorzieningen die bejaarden huisvesten;
  • 3° de ordonnantie 13.05.2004 betreffende de serviceresidenties en woningencomplexen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die beheerst worden door het regime van de gedwongen mede-eigendom en die diensten aan bejaarde personen aanbieden (zie doc. nr. 195316);
  • 4° het besluit van de Regent van 02.07.1949 betreffende de staatstussenkomst inzake toelagen voor het uitvoeren van werken door de provincies, gemeenten, verenigingen van gemeenten, commissies van openbare onderstand, kerkfabrieken en verenigingen van polders of van wateringen;
  • 5° het KB 05.11.1976 tot vaststelling van de regels die de onontbeerlijkheid van de brandbeveiligingswerken in de rustoorden voor bejaarden bepalen (zie doc. nr. 119997).