235241 | 12.12.2008 BVR tot uitvoering van titel XVI van het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid [ Milieuhandhavingsbesluit ]
Vlaams Min. van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, CREVITS Hilde

BS 2009-02-10, (1e uitg.)

Dit besluit organiseert het milieuhandhavingsbeleid en bevat bepalingen over het toezicht, de bestuurlijke maatregelen, de bestuurlijke geldboeten en de veiligheidsmaatregelen voor negen belangrijke milieuhygiënewetten en -decreten. De lijst van milieu-inbreuken, vermeld in art. 16.1.2, 1°, f), en art. 16.4.27, lid. 3, van het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid wordt in de bijlage van dit besluit gevoegd.

nvdr: Het BVR 05.12.2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA) wordt op 01.06.2012 opgeheven en vervangen door het BVR 17.02.2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) (zie doc. nr. 265350).

De afdeling, bevoegd voor bestuurlijke handhaving, wordt aangewezen als gewestelijke entiteit, bevoegd voor het opleggen van de alternatieve bestuurlijke geldboete of de exclusieve bestuurlijke geldboete, vermeld in art. 16.1.2, 4°, van het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.

De vaste secretaris van de Raad bezorgt het goedgekeurde milieuhandhavingsprogramma en het milieuhandhavingsrapport elektronisch aan betrokken overheden.

De provinciale toezichthouders, gemeentelijke toezichthouders, toezichthouders van intergemeentelijke verenigingen en toezichthouders van politiezones moeten beschikken over een bekwaamheidsbewijs. Om dat bewijs te verkrijgen, moeten toezichthouders opleidingen volgen.

Binnen 1 jaar na 20.02.2009 moet elke gemeente beroep kunnen doen op minstens één toezichthouder, hetzij een gemeentelijke toezichthouder, hetzij een toezichthouder van een intergemeentelijke vereniging, hetzij een toezichthouder van een politiezone.
Binnen 2 jaar na 20.02.2009 moet een gemeente met meer dan 300 inrichtingen van klasse 2 overeenkomstig titel I van het Vlarem of meer dan dertigduizend inwoners indien het aantal inrichtingen onvoldoende gekend is minstens een beroep kunnen doen op twee toezichthouders, hetzij gemeentelijke toezichthouders, hetzij toezichthouders van intergemeentelijke verenigingen, hetzij toezichthouders van politiezones.
Binnen 2 jaar na 20.02.2009 moet elke intergemeentelijke vereniging die toezichthouders aanwijst, minstens 2 toezichthouders aanwijzen per begonnen schijf van 5 gemeenten die voor het volledige pakket van toezichttaken een beroep doen op de toezichthouders van de intergemeentelijke vereniging.
Binnen 2 jaar na 20.02.2009 moet elke politiezone die uit meer dan één gemeente bestaat en die toezichthouders aanwijst, minstens twee toezichthouders aanwijzen per begonnen schijf van 5 gemeenten die voor het volledige pakket van toezichttaken beroep doen op deze toezichthouders van een politiezone.

Het college van burgemeester en schepenen, het bevoegde orgaan van de intergemeentelijke vereniging en het bevoegde orgaan van de politiezone stellen de waarnemende lokale toezichthouders aan.

De provinciale en de gemeentelijke toezichthouders, de toezichthouders van intergemeentelijke verenigingen en de toezichthouders van politiezones verkrijgen vanwege de afdeling, bevoegd voor erkenningen hun legitimatiebewijs samen met het bekwaamheidsbewijs. Dat legitimatiebewijs wordt opgemaakt naar het model van het legitimatiebewijs van de gewestelijke toezichthouders.

De burgemeester of zijn plaatsvervanger is bevoegd voor het opleggen van bestuurlijke maatregelen als:

  • 1° er een overtreding is van art. 2 van de wet Oppervlaktewateren;
  • 2° er een overtreding is van art. 12 van het Afvalstoffendecreet;
  • 3° een vergunningsplichtige inrichting zonder vergunning wordt geëxploiteerd;
  • 4° een inrichting van klasse 2 wordt geëxploiteerd in strijd met de vergunningsvoorwaarden;
  • 5° een inrichting van klasse 3 wordt geëxploiteerd in strijd met de algemene of sectorale milieuvoorwaarden of in strijd met de pakketten milieuvoorwaarden;
  • 6° er een overtreding is van art. 62 van het Bodemdecreet.

Dit besluit bepaalt de procedure tot het opleggen van bestuurlijke maatregelen en tot het instellen van het beroep tegen het besluit houdende bestuurlijke maatregelen.

Een bureau van het Milieuhandhavingscollege wordt opgericht bij het Vlaams Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie. Het beheert de werkingsmiddelen die de Vlaamse Regering ter beschikking stelt van het Milieuhandhavingscollege. Het Departement betaalt de kosten voor de normale materiële uitrusting van het permanent secretariaat van het Milieuhandhavingscollege uit zijn algemene werkingsmiddelen.

Een kopie van het besluit houdende de veiligheidsmaatregelen of van de schriftelijke bevestiging van de mondeling genomen veiligheidsmaatregelen wordt onmiddellijk bezorgd aan het college van burgemeester en schepenen, de deputatie en de relevante gewestelijke overheden, die belast zijn met de handhaving van de milieuwetgeving, vermeld in art.16.1.1, lid. 1, van het decreet 05.04.1995. In voorkomend geval kan eveneens een kopie worden bezorgd aan andere relevante overheden.

De volgende besluiten worden gewijzigd:

  • KB 02.04.1974 houdende de voorwaarden en de modaliteiten voor de erkenning van de laboratoria en lichamen die, in het kader van de bestrijding van de geluidshinder, belast zijn met het beproeven van en de controle op apparaten en inrichtingen;
  • BVR 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (het hoofdstuk XV wordt opgeheven);
  • BVR 14.12.2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering;
  • BVR 05.12.2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;
  • BVR 08.12. 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven;
  • BVR 08.12. 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater.

Het decreet van 21.12.2007 tot aanvulling van het decreet van 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen tredt in werking op 01.05.2009.

nvdr: Art. 69, 70 en 72 van dit besluit opgeheven door het BVR 04.09.2009 houdende de rechtspositieregeling van de leden van het Milieuhandhavingscollege (B.S. van 22.10.2009, 2e uitgave).

nvdr: BVE 06.02.1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I) is op 23.02.2017 opgeheven door het Omgevingsvergunningsbesluit (zie doc. nr. 284014).

 

 link link link link