244536 | 08.01.2010 Omz. LNE/2009/02 - Goed onderhoud van openbare rioleringen en collectoren
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

BS 2010-02-03, (2e uitg.)

De beheerder van een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater heeft conform art. 2.3.6.3, par. 3, van Titel II van het VLAREM de beleidstaak om de daarbij behorende riolering, pompstations en randvoorzieningen overeenkomstig de beste beschikbare technieken te onderhouden zodat een nadelige invloed op het oppervlaktewater zoveel mogelijk wordt beperkt. Deze omzendbrief bepaalt welke krachtlijnen gehanteerd dienen te worden.

De volgende punten komen aan bod:

  • Inleiding;
  • Juridische uitgangspunten: Art. 2.3.6.3, par. 3, Vlarem II bepaalt dat 'de in par. 1. bedoelde opvangsystemen moeten worden ontworpen, gebouwd, aangepast en onderhouden overeenkomstig de beste beschikbare technieken, met name ten aanzien van:
    1. volume en eigenschappen van het stedelijk afvalwater;
    2. voorkoming van lekkages;
    3. beperking van verontreiniging van de ontvangende wateren door overstorting van hemelwater'.
  • Noodzaak aan een goed onderhoud van de openbare riolering/collectoren: de in het stedelijk afvalwater voorkomende verontreinigingen zetten zich in de openbare riolering onder andere af in de vorm van rioolslib. Bij de aanwezigheid van grote hoeveelheden rioolslib wordt niet alleen de afvoercapaciteit van het rioolstelsel beperkt maar zal bij hevige regenval ook rioolslib, via overstorten, met het hemelwater in het oppervlaktewater worden geloosd. Dit kan een aanmerkelijke verontreiniging veroorzaken. Derhalve moet zoveel mogelijk worden voorkomen dat rioolslib via overstortingen in het oppervlaktewater wordt geloosd via een gericht beheer en onderhoud van het rioolstelsel.
  • Technische voorschriften inzake reinigen van de openbare rioleringen/collectoren en bijhorende straatkolken/pompstations: Het reinigen van riolen en pompstations omvat het verwijderen van alle slib, zand, vetten, afzettingen en alle andere bestanddelen die in riolen en pompstations aanwezig zijn en het afvoeren van bovenvermelde materialen en bestanddelen naar hetzij een vergunde stortplaats, hetzij een erkend verwerkingsbedrijf.
    Het verwijderen van uitgeharde mortel- en betonresten, van ingegroeide wortels en andere abnormale calamiteiten, vallen niet onder de normale reiniging.
  • Afvoer van afvalstoffen: Het reinigen behelst uiteraard ook het afvoeren en het wegbrengen buiten het openbaar domein van de verwijderde materialen zoals zand, modder, slijk, slib, afval en vuil en het verplicht afvoeren en het laten verwerken in een daartoe vergunde afvalstoffenverwerkingsinrichting. De aannemer zal de nodige documenten voorleggen waaruit blijkt dat de afvalstoffen werkelijk naar de vergunde afvalstoffenverwerkingsinrichting zijn afgevoerd.
".

nvdr: De omzendbrief 31.07.1996 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen en individuele voorbehandelingsinstallaties werd opgeheven door het MB 20.08.2012 tot vaststelling van de code van goede praktijk voor het ontwerp en de aanleg van rioleringssystemen (zie doc. nr. 268426).