254261 | 09.04.2004 BWRO art. 175, 176, 176/1, 177, 177/1, 178, 178/1, 178/2 en 179 - Vergunning en attesten - Indiening en behandeling van de vergunningsaanvragen en beroepen - Vergunningen afgeleverd door de gemachtigde ambtenaar
Volledige tekst

BS 2019-06-28, V. 189, (144), 66316, (zie doc. nr. 329414)

art. 176

De vergunningsaanvraag alsmede een volledig dossier overeenkomstig artikel 124, worden bij aangetekende brief aan de gemachtigde ambtenaar toegezonden of ter attentie van de gemachtigde ambtenaar afgegeven bij zijn administratie. In het laatste geval wordt hiervoor onmiddellijk een afgiftebewijs afgeleverd.

Wanneer de aanvraag niet van rechtswege is onderworpen aan een milieueffectstudie zoals bedoeld in het Wetboek, gaat de gemachtigde ambtenaar vooraleer hij het ontvangstbewijs voor de vergunningsaanvraag aflevert, volgens de modaliteiten voorzien in artikel 61 van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, na of het project, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen en projecten, significante gevolgen kan hebben voor een natuurreservaat, een bosreservaat of een Natura 2000-gebied. In dat geval verzoekt hij de aanvrager een passende beoordeling uit te voeren. Hiertoe kan hij het advies van het Brussels Instituut voor Milieubeheer vragen.

Binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de aanvraag zendt de gemachtigde ambtenaar aan de aanvrager bij ter post aangetekende brief een ontvangstbewijs, indien zijn dossier volledig is. Is dat niet het geval, dan stelt hij hem op dezelfde wijze in kennis dat zijn dossier niet volledig is met vermelding van de ontbrekende documenten of inlichtingen; de gemachtigde ambtenaar levert het ontvangstbewijs af binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van deze documenten of inlichtingen.

Indien de aanvrager binnen zes maanden na ontvangst van de kennisgeving dat het dossier niet volledig is, geen enkel van de ontbrekende documenten of inlichtingen indient, vervalt de vergunningsaanvraag. Indien de aanvrager een deel van deze documenten meedeelt, zijn het derde lid en dit lid opnieuw van toepassing.

In de hypothese dat het dossier moet worden onderworpen aan een openbaar onderzoek overeenkomstig artikel 188/8, stuurt de gemachtigde ambtenaar de uitnodiging tot organisatie van het openbaar onderzoek naar het (de) betrokken college(s) van burgemeester en schepenen tegelijk met de verzending van het ontvangstbewijs van het volledige dossier.
 

 

art. 176/1

In het geval van een gemengd project, met name een project dat op het ogenblik van zijn indiening zowel een milieuvergunning met betrekking tot de installatie van klasse 1 A of 1 B als een stedenbouwkundige vergunning vereist:
  1. moeten de aanvragen om stedenbouwkundig attest of om stedenbouwkundige vergunning en om milieu-attest of milieuvergunning gelijktijdig bij de gemachtigde ambtenaar worden ingediend, hetzij in de vorm van een milieuattest en stedenbouwkundig attest, hetzij in de vorm van een milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning; na ontvangst van de aanvragen, stuurt de gemachtigde ambtenaar de aanvraag om een milieuattest of om een milieuvergunning door naar het Brussels Instituut voor Milieubeheer ;
  2. is het dossier van de aanvraag om stedenbouwkundig attest of om stedenbouwkundige vergunning onvolledig bij gebrek aan indiening van de overeenkomstige aanvraag om milieu-attest of milieuvergunning,vereist door de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  3. elk van de in artikel 177, par. 2 bedoelde besturen en instanties die worden geraadpleegd in het kader van de beide aanvragen, brengt een gezamenlijk advies uit over de beide aanvragen;
  4. de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning of stedenbouwkundig attest en milieuvergunning of milieu-attest worden gezamenlijk onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking zodra deze vereiste van toepassing is op minstens een van de beide aanvragen;
  5. de aanvragen om stedenbouwkundig attest of om milieuvergunning en milieu- attest of milieuvergunning maken, in voorkomend geval, het voorwerp uit van een advies van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, van één effectenverslag of van één voorbereidende nota op de effectenstudie en één effectenstudie;
  6. de bevoegde overheden gaan, krachtens dit Wetboek en de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, tegelijkertijd over tot het onderzoek van de aanvragen om stedenbouwkundig attest of stedenbouwkundige vergunning en milieu-attest of -vergunning; de Regering regelt de modaliteiten van deze samenwerking.
  7. de termijn voor de aflevering van de vergunning of van het stedenbouwkundig attest, begint pas te lopen vanaf de datum van afgifte van het laatste ontvangstbewijs van het volledige dossier of de datum waarop dat ontvangstbewijs afgegeven had moeten zijn krachtens de vigerende regels van dit Wetboek of van de ordonnantie van 5 juni 1997 houdende de milieuvergunningen;
  8. (opgeheven)
  9. wanneer de afleveringstermijn van de milieuvergunning wordt opgeschort in toepassing van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, wordt de afleveringstermijn van de stedenbouwkundige vergunning automatisch opgeschort gedurende dezelfde periode;
  10. de aanvragen tot verlenging van de uitvoeringstermijn van de stedenbouwkundige vergunning en van de milieuvergunning, worden ingediend bij de gemachtigde ambtenaar.


Een afschrift van alle administratieve stukken of documenten die door de gemachtigde ambtenaar naar de aanvrager worden verstuurd, wordt tegelijkertijd door hem verzonden naar het Brusselse Instituut voor Milieubeheer dat bevoegd is om de milieuattesten en milieuvergunningen af te geven.
 

 

 

art. 177
 
§ 1 Op hetzelfde moment dat het bewijs van ontvangst van het volledige dossier wordt verzonden, stuurt de gemachtigde ambtenaar een adviesaanvraag naar de besturen en de instellingen waarvan het advies vereist is met toepassing van het Wetboek of de toepassingsbesluiten ervan en hij voegt er een kopie van het aanvraagdossier bij.
 
 
§ 2 Onder voorbehoud van par. 4 moeten de volgende besturen en instellingen worden geraadpleegd in de volgende hypothesen:
  1. de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp in alle gevallen;
  2. de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, indien de aanvraag betrekking heeft op handelingen en werken betreffende de beschermde delen van een goed dat op de bewaarlijst ingeschreven is of beschermd is, of waarvoor de inschrijvings- of beschermingsprocedure geopend is ; dit advies is in zoverre eensluidend voor de gemachtigd ambtenaar;
  3. Brussel Mobiliteit, indien de aanvraag handelingen en werken aan wegen en openbare ruimten betreft zoals bedoeld in artikel 189/1. Het advies gaat over de overeenstemming van de aanvraag met het gewestelijke en het gemeentelijke mobiliteitsplan;
  4. het Brussels Instituut voor Milieubeheer, indien de aanvraag:
    • a) betrekking heeft op een onroerend goed dat gelegen is in een gebied waar inrichtingen gevestigd kunnen worden die een hoog risico vormen voor personen, goederen of het leefmilieu in de zin van het samenwerkingsakkoord van 16 februari 2016 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, of nabij een dergelijke inrichting, of betrekking heeft op een dergelijke inrichting;
    • b) werd onderworpen aan een passende beoordeling van de effecten ervan in overeenstemming met de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud;
    • c) betrekking heeft op handelingen en werken waarvoor uit het milieueffectenstudie of -rapport blijkt dat ze een invloed kunnen hebben op de ecologische en/of hydraulische kwaliteit van een onbevaarbare waterloop en/of een gewestelijke vijver in de zin van de ordonnantie van 16.05.2019 houdende het beheer en de bescherming van onbevaarbare waterlopen en vijvers.
  5. het college van burgemeester en schepenen. In afwijking van par. 1, als de aanvraag is onderworpen aan een openbaar onderzoek, brengt het college van burgemeester en schepenen op eigen initiatief zijn advies uit na de afsluiting van dit onderzoek.


Indien de aanvraag aan een effectenstudie onderworpen werd en het project werd gewijzigd om rekening te houden met de aanbevelingen van deze studie, dan vraagt de gemachtigde ambtenaar een nieuw advies aan de besturen en de instellingen die voor de oorspronkelijke aanvraag werden geraadpleegd.
 
 
§ 3 Indien, onder voorbehoud van de veronderstellingen bedoeld in het tweede lid, het geraadpleegde bestuur of instelling niet binnen de dertig dagen na ontvangst van de adviesaanvraag zijn advies naar de gemachtigde ambtenaar heeft verzonden of, in de hypothese bedoeld in par. 2, 5°, indien het college van burgemeester en schepenen niet binnen vijfenveertig dagen na afsluiting van het openbaar onderzoek zijn advies naar de gemachtigde ambtenaar heeft verzonden, dan wordt de procedure voortgezet zonder dat enig advies dat na die termijn werd uitgebracht, in aanmerking moet worden genomen.

In afwijking van het eerste lid:
  • a) kan de vergunning niet worden uitgereikt zonder het advies van de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. In dit verband:
    • bepaalt de Regering in welke gevallen, vanwege de graad van complexiteit van het project op het vlak van brandpreventie, de termijn waarbinnen het advies moet worden verzonden, zestig dagen bedraagt;
    • wordt de procedure, wanneer het advies niet wordt verzonden binnen de toepasselijke termijn, voortgezet en wordt de termijn waarbinnen de vergunnende overheid zich moet uitspreken over de aanvraag, verlengd met het aantal dagen vertraging die de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp heeft opgelopen bij het verzenden van zijn advies;
  • b) kunnen de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en Brussel Mobiliteit, elk voor wat hen betreft, binnen de in het eerste lid bedoelde termijn beslissen om een aanvullende studie te laten uitvoeren. In dat geval wordt hun een bijkomende termijn van zestig dagen gegeven om hun advies op te sturen. Indien deze termijn niet wordt gerespecteerd, wordt de procedure voortgezet zonder dat een laattijdig uitgebracht advies nog in aanmerking moet worden genomen.

 
 
§ 4 De Regering kan, nadat ze het advies van de betrokken besturen en instellingen heeft verzameld, de lijst van handelingen en werken openbaar maken die wegens hun geringe omvang, of omdat ze niet relevant zijn voor de in beschouwing genomen handelingen en werken, volledig of gedeeltelijk vrijgesteld worden van het met toepassing van dit artikel vereiste advies.
 
 
§ 5 De Regering kan de lijst vaststellen van de handelingen en werken die zijn vrijgesteld van de in artikel 188/7 bedoelde speciale regelen van openbaarmaking vanwege hun geringe omvang of omdat het geheel of een deel van deze regelen niet relevant is voor de beschouwde handelingen en werken.
 

 

 

art. 177/1
 
§ 1 Voorafgaand aan de beslissing van de gemachtigde ambtenaar, kan de aanvrager zijn vergunningsaanvraag wijzigen.

Wanneer de vergunningsaanvraag echter onderworpen is aan de speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in artikel 188/7, mag de aanvraag niet worden gewijzigd tussen de ontvangst van het ontvangstbewijs bedoeld in artikel 176, derde lid, en het einde van de speciale maatregelen van openbaarmaking of de vervaldag van hun realisatietermijn bedoeld in artikel 188/8 of 188/9.
 
 
§ 2 De aanvrager verwittigt de gemachtigde ambtenaar bij aangetekende brief van zijn voornemen om zijn vergunningsaanvraag te wijzigen. De in artikel 178 voorziene termijn wordt opgeschort vanaf de datum van verzending van de aangetekende brief.
 
 
§ 3 Binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de kennisgeving aan de gemachtigde ambtenaar, worden de wijzigingen ingediend door de aanvrager.

Na deze termijn vervalt de vergunningsaanvraag.
 
 
§ 4 Binnen dertig dagen na ontvangst van de gewijzigde aanvraag, gaat de gemachtigde ambtenaar na of het dossier volledig is en of de gewijzigde aanvraag opnieuw moet worden onderworpen aan onderzoekshandelingen, gelet op de voorwaarden bedoeld in par. 5, en stuurt hij de aanvrager bij aangetekende brief een ontvangstbewijs als het dossier volledig is. In het andere geval deelt hij hem op dezelfde wijze mee dat zijn dossier niet volledig is, met vermelding van de ontbrekende documenten of inlichtingen; de gemachtigde ambtenaar levert het ontvangstbewijs af binnen dertig dagen na de ontvangst van deze documenten of inlichtingen.

Indien de aanvrager binnen zes maanden na de kennisgeving van het feit dat het dossier onvolledig is, geen enkel van de ontbrekende documenten of inlichtingen aflevert, dan vervalt de vergunningsaanvraag. Indien de aanvrager een deel van deze documenten meedeelt, zijn de bepalingen van deze paragraaf opnieuw van toepassing.

Indien er geen ontvangstbewijs of geen kennisgeving van het onvolledige karakter van het dossier wordt afgeleverd binnen de in het eerste lid bedoelde termijnen, wordt de in par. 2 bedoelde schorsing opgeheven en begint de termijn waarbinnen de gemachtigde ambtenaar zijn beslissing ter kennis moet brengen overeenkomstig artikel 178, opnieuw te lopen op de dag volgend op de vervaldag van de in dit lid bedoelde termijn.
 
 
§ 5 Wanneer de door de aanvrager aangebrachte wijzigingen geen invloed hebben op het voorwerp van het project, van bijkomstig belang zijn en bedoeld zijn tegemoet te komen aan de bezwaren die het oorspronkelijk project opriep, of wanneer ze de afwijkingen van het oorspronkelijk project bedoeld in artikel 126, par. 11 uit de aanvraag willen schrappen, dan neemt de gemachtigde ambtenaar een beslissing over de gewijzigde aanvraag, zonder dat deze opnieuw moet worden onderworpen aan de reeds uitgevoerde onderzoekshandelingen.

De in § 2 bedoelde opschorting wordt opgeheven op de datum van verzending van het ontvangstbewijs van het volledige dossier bedoeld in par. 4, en de termijn waarbinnen de gemachtigde ambtenaar zijn beslissing moet betekenen overeenkomstig artikel 178, gaat opnieuw in.
 
 
§ 6 Wanneer de door de aanvrager aangebrachte wijzigingen niet beantwoorden aan de in par. 5 bedoelde voorwaarden, dan wordt de gewijzigde aanvraag opnieuw onderworpen aan onderzoekshandelingen die de gemachtigde ambtenaar zelf bepaalt.

In dat geval vervalt de in par. 2 bedoelde schorsing en gaat, in afwijking van artikel 178, de termijn waarin de gemachtigde ambtenaar zijn beslissing openbaar moet maken, pas in vanaf de verzending van het ontvangstbewijs zoals bedoeld in par. 4, eerste lid.
 

 

art. 178
 
§ 1 De beslissing van de gemachtigde ambtenaar tot verlening of weigering van de vergunning wordt gelijktijdig aan de aanvrager en aan de gemeente bij een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht.
 
 
§ 2 Onder voorbehoud van de in artikel 176/1 bedoelde procedures betreffende de gemengde projecten, geschiedt deze kennisgeving binnen volgende termijnen te rekenen vanaf de datum van de verzending van het ontvangstbewijs voorzien in artikel 176, derde lid, of bij ontstentenis vanaf het verstrijken van de termijn voor verzending die is voorzien in deze bepaling:
  1. vijfenzeventig dagen indien de aanvraag de speciale regelen van openbaarmaking bedoeld in artikel 188/7 niet vereist;
  2. honderdzestig dagen indien de aanvraag dergelijke regelen vereist.
  3. vierhonderdvijftig dagen indien de aanvraag moet worden onderworpen aan een effectenstudie. Een uitzondering op dit beginsel geldt wanneer:
    • a) de aanvrager onderworpen is aan de verplichting om de regelgeving op de overheidsopdrachten te respecteren om de opdrachthouder te kiezen; deze termijn wordt gerekend vanaf de datum waarop het begeleidingscomité of de Regering de keuze van de opdrachthouder goedkeurt of, indien de Regering geen uitspraak doet binnen de in artikel 175/6 gestelde termijn, vanaf de vervaldag van deze termijn;
    • b) het begeleidingscomité of de Regering vanwege uitzonderlijke omstandigheden een realisatieduur van de studie vaststelt van meer dan zes maanden, wordt de onder dit streepje bedoelde termijn verlengd met evenveel dagen of maanden als het begeleidingscomité of de Regering heeft toegestaan als bijkomende termijn voor de studie.


De gemachtigde ambtenaar kan beslissen om deze termijn van dertig dagen te verlengen, mits kennisgeving van deze beslissing aan de aanvrager binnen de overeenkomstig het eerste lid berekende termijn:
  1. wanneer deze termijn verstrijkt tijdens de zomervakantie;
  2. wanneer volgens de bepalingen van het Wetboek de speciale regelen van openbaarmaking moeten worden uitgesteld vanwege de zomervakantie.

 
 
§ 3 (opgeheven)
 
 
§ 4 Wanneer de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen of Brussel Mobiliteit heeft besloten om de in artikel 177, par. 3, tweede lid bedoelde bijkomende studie te laten uitvoeren, worden de termijnen bedoeld in par. 2 verlengd met zestig dagen.
 
 
§ 5 De Regering kan de nadere regels voor de uitvoering van dit artikel vaststellen.
 

 

art. 178/1

Bij ontstentenis van de kennisgeving van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar binnen de in artikel 178 gestelde termijnen, wordt de vergunning geacht geweigerd te zijn.
 

 

 

art. 178/2
 
§ 1 In afwijking van de artikelen 178 en 178/1 en onder voorbehoud van de volgende paragrafen, betekent de gemachtigde ambtenaar, wanneer hij automatisch conform artikel 156/1 met het dossier belast wordt, gelijktijdig aan de aanvrager en aan het college van burgemeester en schepenen zijn beslissing over de toekenning of de weigering van de vergunning binnen vijfenveertig dagen te rekenen vanaf de datum van aanhangigmaking.

Bij ontstentenis van de kennisgeving van de beslissing van de gemachtigde ambtenaar binnen deze termijn, wordt de vergunning geacht geweigerd te zijn.
 
 
§ 2 Indien de gemachtigde ambtenaar vaststelt dat het college van burgemeester en schepenen:
  • niettegenstaande dat verplicht is, de aanvraag niet ter advies voorgelegd heeft aan besturen en instanties, vraagt hij zelf deze adviezen en brengt hij het college en de aanvrager hiervan op de hoogte.
  • de aanvraag niet aan de vereiste speciale regelen van openbaarmaking onderworpen heeft, verzoekt hij het college deze maatregelen binnen de tien dagen na zijn vraag te nemen.


  •  
  • Indien de gemachtigde ambtenaar overgaat tot de ene en/of andere maatregel, bedoeld in het eerste lid, wordt de termijn van vijfenveertig dagen voorzien in par. 1, met dertig dagen verlengd.

    Aanvullend bij het tweede lid, indien de gemachtigde ambtenaar overgaat tot de maatregel, bedoeld in het eerste lid, 2°, en het onderzoek van de speciale regelen van openbaarmaking tijdens de schoolvakantie valt, wordt de termijn die in par. 1 voorzien wordt, bovendien verlengd met:
    • tien dagen voor de paas- of kerstvakantie;
    • vijfenveertig dagen voor de zomervakantie.

 
 
§ 3 Aanvullend bij de algemene bepalingen die op alle procedures van toepassing zijn, zijn van toepassing in de procedure die in dit artikel bedoeld wordt:
  1. artikel 177/1, onder voorbehoud van de verwijzingen die erin gemaakt worden naar artikel 178, die hier vervangen worden door verwijzingen naar dit artikel;
  2. artikel 188.



  3.  

 

 

art. 179
(opgeheven)

 

Voor de volledige tekst klik hier