25436 | 03.09.1991 V. nr. 262 (Vl. R.): Milieuvergunningen - Meldingsplicht overname
Gemeenschapsmin. van Leefmilieu, Natuurbehoud en Landinrichting, KELCHTERMANS Theo
VAN NEVEL Antoon

V. en A., Vl.R., 16.10.1991,1991-92, (1), 14-15

De bepalingen van art. 4, par. 1 van het decreet van 28.06.1985 betreffende de milieuvergunning bepalen dat niemand zonder voorafgaande en schriftelijke vergunning van de bevoegde overheid een als hinderlijk ingedeelde inrichting die behoort tot de eerste of de tweede klasse mag exploiteren. Het art. 19.2 van hetzelfde decreet voorziet in een vereenvoudigde procedure tot het verkrijgen van de in toepassing van voormeld art. 4, par. 1 vereiste vergunning in geval een inrichting door een andere exploitant wordt overgenomen Deze bepalingen doen evenwel geen afbreuk aan de bepalingen van onder meer art. 14, par. 1 enerzijds en art. 22, laatste lid van hetzelfde decreet anderzijds. Ingevolge deze beide laatste artikelen is de Vlaamse Executieve onder meer gemachigd: - verdere regels vast te stellen in verband met het verlenen en weigeren van de vergunning; - nadere regels vast te stellen in verband met de verplichtingen van de exploitant. Ten slotte vallen de in toepassing van de voor 01.09.1991 vergunde inrichtingen overeenkomstig artikel 45 van hetzelfde decreet voortaan onder toepassing van de VLAREM-reglementering. Steunend op de voormelde decretale bepalingen voorziet art. 42 van titel I van het VLAREM inderdaad een vergunningsregeling die - met inachtname van de bepalingen van art. 19 van het decreet - aan de exploitant van een vergunde inrichting bepaalde verplichtingen oplegt bij bedoelde overname van de inrichting. Deze meldingsverplichting geldt evenzeer voor overnamen van inrichtingen die vergund zijn overeenkomstig de oude ARAB-reglementering.