275992 | 19.07.2013 Dec. wijz. dec. 20.12.1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water en wijz. dec. 24.05.2002 betr. water bestemd voor menselijke aanwending, wat de minimumlevering van water betreft en de bescherming van abonnees tegen afsluiting van de drinkwatertoevoer
Vlaams Min. van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, SCHAUVLIEGE Joke

BS 2013-08-23

Het decreet 20.12.1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water (het zogenaamde LAC-decreet) bevat nog een reeks bepalingen die inhoudelijk meer aansluiten bij het Drinkwaterdecreet. Deze bepalingen worden daarom uit het LAC-decreet geschrapt en in gewijzigde, verbeterde vorm in het Drinkwaterdecreet overgenomen. Het gaat onder meer over de regeling inzake afsluiting van de watertoevoer. In het LAC-decreet blijft de regeling van de werking van de lokale adviescommissie behouden aangezien deze zowel op water als op energie van toepassing is.

De overgehevelde bepalingen betreffen het recht op een minimale en ononderbroken levering van water voor huishoudelijk gebruik, het wettelijke kader voor de opvolging van wanbetalingen, de redenen voor een afsluiting van de watertoevoer en het bepalen van de procedure die moet worden doorlopen om tot een effectieve afsluiting te kunnen overgaan.

In het decreet wordt de huidige grond voor afsluiting 'een onmiddellijke bedreiging van de volksgezondheid' verduidelijkt, waarbij het reeds bestaande wettelijke kader in uitvoering van de Europese Drinkwaterrichtlijn inzake de kwaliteit van drinkwater in rekening wordt genomen. Zo wordt een aantal bijkomende bepalingen opgenomen over de verantwoordelijkheden van de abonnee en de gevolgen van het weigeren van controles of een keuring van de binneninstallatie of het weigeren van herstelmaatregelen te treffen om bepaalde risico's voor de openbare watervoorziening weg te nemen.

De vervanging van het begrip 'klaarblijkelijke onwil' wordt afgestemd op de voor energie reeds uitgewerkte regelgeving.

Een afsluiting blijft in alle gevallen een zeer ingrijpende maatregel. Wanneer op grond van het decreet blijkt dat een afsluiting toegestaan wordt, is het van belang dat de klant maximaal beschermd wordt en dat de afsluiting op een sociaal aanvaardbare wijze verloopt. In dit decreet wordt daarom verankerd dat de waterleverancier in geval van afsluiting specifieke, door de Vlaamse Regering vastgelegde procedures moet respecteren.

Verder is een beperkte aanpassing van de definitie van het begrip 'water bestemd voor menselijke consumptie' nodig om de toepassingen waarvoor hemelwater als alternatief voor water bestemd voor menselijk consumptie kan worden gebruikt, te verduidelijken.

Het opschrift van het decreet 20.12.1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water wordt vervangen door wat volgt: 'decreet 20.12.1996 tot regeling van de rol van de lokale adviescommissie in het kader van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water'. Verder worden de art. 2 en 7 van dit decreet gewijzigd en worden de art. 3 tot en met 6 opgeheven.

De art. 2, 5, 65, 7, 8, 16 en 17 van het Drinkwaterdecreet worden eveneens gewijzigd.