319823 | 25.01.2018 V. nr. 263 (Vl. P.): Rubberkorrels als instrooimiddel voor kunstgrasvelden - Impact op milieu en gezondheid
MOYAERS Bert
Vlaams Min. van Omgeving, Natuur en Landbouw, SCHAUVLIEGE Joke *

Websitebulletin Vragen en Antwoorden Vlaams Parlement - Zitting 2017-2018|www.vlaamsparlement.be - Pagina gearchiveerd op 20.03.2018

Het gebruik van rubbergranulaat als instrooimateriaal (gerecycleerde autobanden) in kunstgrasvelden is toegelaten onder de voorwaarden opgesomd in onderafdeling 5.3.6 van het VLAREMA. Onderzoeken tonen volgens de minister aan dat de bodem en het grond- en oppervlaktewater niet worden aangetast door kunstgrasveld. Terreinen met kunstgrasvelden zijn bovendien geen risicogronden. Op kunstgrasvelden is dan ook geen periodiek bodemonderzoek of een bodemonderzoek bij overdracht vereist.

Om nadelige effecten op het milieu uit te sluiten legt het VLAREMA voorwaarden op die gelden voor het gebruik van rubbergranulaat van gerecycleerde afvalbanden als instrooimateriaal in kunstgrasvelden. Er wordt onder andere bepaald dat het kunstgrasveld moet worden aangelegd op een onderlaag zodanig dat de uitloging van schadelijke stoffen in de bodem maximaal wordt voorkomen.

Het VLAREMA bevat wel de voorwaarde dat kunstgrasvelden, ingestrooid met rubbergranulaat van gerecycleerde afvalbanden, altijd vrij van rottend plantenafval moeten worden gehouden. Deze voorwaarde is opgenomen om te vermijden dat de pH in het kunstgrassysteem daalt. De bestaande studies verwachten geen gezondheidsrisico door het inademen van stoffen die uit het granulaat verdampen bij hogere temperaturen.

Het aanleggen van een kunstgrasveld met rubbergranulaat wordt namelijk niet beschouwd als een zogenaamde risico-inrichting. Een risico-inrichting is een activiteit die conform de definitie van het Bodemdecreet een verhoogd risico inhoudt op bodemverontreiniging en die voorkomt op een lijst die de Vlaamse Regering vaststelt.