328857 | 26.04.2019 Dec. houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw - Wijz. dec. 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (art. 56-62)
Vlaams Min. van Omgeving, Natuur en Landbouw, VAN DEN HEUVEL Koen *

BS 2019-06-19, V. 189, (136), 62147

Het toepassingsgebied van Titel XVI (Handhaving) van het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) uitgebreid wordt tot de wet onbevaarbare waterlopen en zijn uitvoeringsbesluiten. In het DABM wordt bovendien de verplichting geschrapt tot het ter kennis brengen aan de bevoegde afdeling van de aanstelling van de milieucoördinator.

Voor de niet-erkende milieucoördinatoren die werknemer zijn van de exploitant en die om geen instemming hoeven te verzoeken voor meervoudige aanstelling als milieucoördinator lijkt het ter beschikking houden van het aanstellingsdossier op de exploitatiezetel voldoende te zijn of kan de exploitant om info verzocht worden. De voorwaarde dat de aanstelling ter kennis moet worden gebracht aan de bevoegde afdeling wordt dan ook geschrapt.

Binnen het Vlaams Gewest worden voor het toepassingsgebied van de plan-m.e.r.-plicht zowel de provincies als de gemeenten door de decreetgever als bestuursinstanties op lokaal niveau beschouwd  zodat zowel de provincies als de gemeenten toepassing kunnen maken van art. 4.2.3, par. 2 en par. 3 DABM. Echter, in de definities in het DABM (art. 4.1.1, par. 1, 4°) wordt het lokale niveau wel onderscheiden van het regionaal of provinciaal niveau. Het begrip 'lokaal' wordt in de definities vervangen door 'gemeentelijk'.

Het toepassingsgebied van 'Titel XVI. Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen” DABM wordt uitgebreid tot de wet onbevaarbare waterlopen en zijn uitvoeringsbesluiten.

In het decreet 05.04.1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid worden de art. 3.2.1, 3.2.3. 4.1.1, 4.2.3, 5.1.1, 10.3.3 en 16.1.1 gewijzigd.

 

 link