79409 | O.M. / D.S.B. A., G.R. en n.v. A.B.
Gent, 26 april 1993, 6e K.

T.Milieurecht, november-december 1994, V.3, (6), 423-426

nvdr: Het decreet 02.07.1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (Afvalstoffendecreet) wordt op 01.06.2012 opgeheven en vervangen door het decreet 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) (zie doc. nr. 260990). Opgelet: de sectorale uitvoeringsplannen op basis van het Afvalstoffendecreet behouden hun geldigheid. De beroepen die voor de inwerkingtreding van dit decreet overeenkomstig art. 50, par. 15, van het Afvalstoffendecreet tegen een ambtelijke aanslag of navordering werden ingesteld, zullen verder worden behandeld overeenkomstig de procedure voorzien in het afvalstoffendecreet.

Het begrip giftig afval zoals bepaald in art. 1 van Wet 22.07.1974 op het giftig afval valt niet samen met hetzelfde begrip in het afvalstoffendecreet, noch met hetzelfde begrip in de reglementering op de arbeidsbescherming. Een produkt is giftig afval als het giftig karakter ervan vaststaat ingevolge art. 2 van KB 09.02.1976. Het feit dat een restprodukt nuttige aanwendingsmogelijkheden en een economische waarde heeft belet niet dat het giftig afval zou zijn. De overheidsregeling inzake giftig afval die aan betrokkene een overgangsperiode van 2 jaar verleent en krachtens welke uiteindelijk slechts na 10 jaar een eerste controle wordt uitgevoerd kan niet volledig onverwacht worden beschouwd. De regeling kan evenmin als exorbitant worden beschouwd als ze door de betrokkene jarenlang zonder bezwaren aanvaard werd. De reglementering schendt aldus niet de beginselen van behoorlijk bestuur. Noodtoestand onderstelt een beredeneerde keuze tussen het naleven van de wet of het plegen van een misdrijf om een rechtsgoed van duidelijk lagere orde op te offeren voor een hogere waarde. Het sluiten van een fabriek met werkloosheid van 150 man tot gevolg of het mogelijk afbreken en heropbouwen ervan is niet met zekerheid een minder kwaad dan zeer zware en pertinente vervuiling van het oppervlaktewater. Er kan aldus geen sprake zijn van noodtoestand. Bovendien is niet aangetoond dat sluiting van het bedrijf het enig mogelijk alternatief was.

nvdr: Voor het Vlaamse Gewest: De wet 22.07.1974 werd grotendeels opgeheven door het decreet 20.04.1994 tot wijziging het decreet 02.07.1981 betreffende het beheer van afvalstoffen (zie doc. nr. 68067). Alleen de art. 1 en 7 van die wet bleven nog behouden. Deze bepalingen worden nu ook op 01.06.2012 opgeheven door het decreet 23.12.2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen [ Materialendecreet ] (zie doc. nr. 260990).

 link