56514 | 12.03.1993 V. nr. 260 (BHR): De aan de gemeenten verleende subsidies
DROUART André
Staatssecret. toegevoegd aan de Min. belast met Huisvesting, Leefmilieu, Natuurbehoud en Waterbeleid van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, VAN EYLL Didier

V. en A., BHR, 24.05.1993,1992-93, (30), 3066-3068

Inzake het beschermd erfgoed, kent de Executieve van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest een subsidie toe voor de restauratie, het onderhoud en het behoud van gemeentelijke goederen in naleving van de voorwaarden die in de wet 07.08.1931 op het behoud van monumenten en landschappen vastgelegd werden. Het financiële aandeel van het gewest is vastgesteld op 60 % van het globale bedrag van de gesubsidieerde werken krachtens het regentsbesluit 02.07.1949. Dit besluit regelt het aandeel van de Staat inzake subsidies voor de uitvoering van werken door de provincies, gemeenten, gemeentelijke verenigingen, openbare bijstandscommissies, kerkfabrieken en verenigingen van de polders. Dit besluit regelt het geval van de kerken; het is een bevoegdheid van de Gewestelijke Minister belast met het Erfgoed en van de Minister van Justitie. Art. 2, par. II van dit besluit is ingetrokken door het KB 22.02.1974 dat het aandeel van de Staat regelt inzake subsidies voor de uitvoering van culturele en sportieve infrastructuurwerken door de provincies, gemeenten, agglomeraties, federaties en verenigingen van gemeenten en de Cultuurcommissies van de Brusselse Agglomeratie. Dit betreft elk burgerlijk goed in eigendom van de gemeente (onveranderde subsidieverhouding van 60 %).