Download PDF-formaat
 

9 september 2005: Besluit Vlaamse regering betreffende de

geografische indeling en organisatie

Laatste aanpassing: 21/03/2008



 

HOOFDSTUK I Definities

 

 

ART. 1.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1°de CIW: de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid, bedoeld in artikel 25, § 1 van het decreet;

2° het decreet: het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

3° de minister: de Vlaamse minister, die overeenkomstig artikel 5 belast is met de coördinatie en de organisatie van de planning van het integraal waterbeleid;

4° de VMM: de Vlaamse Milieumaatschappij;

5° het waterbeheerplan: het stroomgebiedbeheerplan, het bekkenbeheerplan of het deelbekkenbeheerplan, bedoeld in artikelen 33, 39 en 47 van het decreet;

 

HOOFDSTUK II De geografische indeling van watersystemen

 

1.1.1.1 Afdeling I De stroomgebieden en de stroomgebiedsdistricten

 

 

ART. 2.

De grenzen van de stroomgebieden, bedoeld in artikel 18 van het decreet en van de stroomgebiedsdistricten, bedoeld in artikel 19 van het decreet, zijn aangeduid op de kaart die als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.

1.1.1.2 Afdeling II De bekkens

 

 

ART. 3.

De grenzen van de bekkens, bedoeld in artikel 20, § 1, van het decreet, zijn aangeduid op de kaart die als bijlage II bij dit besluit is gevoegd.

 

1.1.1.3 Afdeling III De deelbekkens

 

 

ART. 4.

De grenzen van de deelbekkens, bedoeld in artikel 21, § 1, van het decreet, zijn aangeduid op de kaart die als bijlage III bij dit besluit is gevoegd.

 

HOOFDSTUK III De organisatie van het integraal waterbeleid

 

1.1.1.4 Afdeling I Het Vlaamse Gewest

 

 

ART. 5.

De Vlaamse minister bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid is belast met de coördinatie en de organisatie van de planning van het integraal waterbeleid.

 

 

ART. 6.

De CIW heeft tot taak:

 

1° het voorbereiden van de waterbeleidsnota en van de herziening ervan;

 

2° het voorbereiden op het niveau van het Vlaamse Gewest van de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen en van de herziening ervan;

 

3° het organiseren van het openbaar onderzoek met betrekking tot de documenten, bedoeld in artikel 37, § 1, van het decreet;

 

4° het voorbereiden van de methodologie van en van de richtlijnen voor de waterbeheerplannen met inbegrip van een inschatting van de kosten en baten;

 

5° het voorbereiden van de richtlijnen en nadere regels, bedoeld in artikel 8, § 5, van het decreet;

 

6° het afstemmen op de waterbeleidsnota en het onderling afstemmen van de waterbeheerplannen met het oog op de uniformiteit ten aanzien van de rechtsonderhorigen;

 

7° het inventariseren van de strijdigheden tussen de bindende bepalingen van een hiërarchisch bovengeschikt waterbeheerplan met een hiërarchisch lagergeschikt waterbeheerplan;

 

8° het ondersteunen en opvolgen van de werking van de bekkenstructuren;

 

9° het voorbereiden van de aan de Europese Commissie aan te leveren informatie overeenkomstig de Kaderrichtlijn Water;

 

10° het verzamelen en verspreiden van watersysteemkennis.

 

 

ART. 7.

§ 1. De CIW bestaat uit leden van de bij het integraal waterbeleid betrokken entiteiten en wordt voorgezeten door het hoofd van de VMM.

 

De CIW wordt als volgt samengesteld:

1° het hoofd van de VMM;

2° twee leden van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie;

3° twee leden van het beleidsdomein Openbare Werken;

4° een lid van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening;

5° een lid, voorgedragen door de v.z.w. Samenwerking Vlaams Water;

6° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Provincies;

7° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;

8° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen.

9° een lid van het beleidsdomein Landbouw en het beleidsdomein Economie worden met raadgevende stem uitgenodigd.

 

§ 2. De functioneel bevoegde ministers wijzen de leden van de CIW en hun plaatsvervangers aan.

 

§ 3. Op uitnodiging van de CIW nemen de vertegenwoordigers van andere beleidsdomeinen zonder stemrecht deel aan de vergaderingen.

 

§ 4. De CIW kan, binnen de perken van haar begroting, bij de uitvoering van haar opdracht worden bijgestaan door de wetenschappelijke instellingen van de Vlaamse overheden en door externe deskundigen.

 

 

ART. 8.

§ 1. De vorm, waarin de informatie op basis van artikel 35, § 2, van het decreet aan de CIW moet worden bezorgd, wordt door het secretariaat van de CIW vastgesteld na overleg met de informatieverstrekkers.

 

De informatie, bedoeld in artikel 35, § 2, van het decreet, wordt gratis ter beschikking gesteld. Op verzoek van de informatieverstrekker kunnen eventuele reproductiekosten vergoed worden tegen kostprijs.

 

De termijn waarbinnen de gevraagde informatie ter beschikking moet worden gesteld, wordt bij de vraag tot het leveren van de informatie bepaald, afhankelijk van de complexiteit en urgentie van de vraag.

 

 

ART. 9.

De CIW kan voor haar werking een huishoudelijk reglement goedkeuren.

 

 

ART. 10.

De werkingskosten van de CIW vallen ten laste van de begroting van de VMM.

 

1.1.1.5 Afdeling II Het bekkenniveau

 

1.1.1.5.1 Onderafdeling I Werking van het bekkenbestuur

 

 

ART. 11.

Het bekkenbestuur wordt door de voorzitter opgeroepen. Het bekkenbestuur vergadert minstens tweemaal per jaar. Behalve in dringende gevallen, wordt het bekkenbestuur ten minste tien werkdagen vooraf opgeroepen.

 

Het bekkenbestuur moet in ieder geval binnen een termijn van tien werkdagen worden opgeroepen, op het verzoek van een van de volgende personen:

 

1° de minister;

 

2° de Vlaamse minister, bevoegd voor Openbare Werken;

 

3° de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening.

 

De bekkencoördinator, bedoeld in artikel 15, kan deelnemen aan de vergaderingen van het bekkenbestuur. Hij is niet stemgerechtigd.

Aanvullend bij de samenstelling van het bekkenbestuur zoals vastgelegd in artikel 27, § 1, van het decreet betreffende het integraal waterbeleid wordt ook een vertegenwoordiger van het beleidsdomein Landbouw en van het beleidsdomein Economie met raadgevende stem uitgenodigd.

 

 

ART. 12.

Het is de leden van het bekkenbestuur verboden aanwezig te zijn bij de beraadslagingen en beslissingen over zaken, waarbij zij, hetzij persoonlijk, hetzij als gelastigde voor of na hun aanwijzing, een rechtstreeks belang hebben, of waarbij hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.

 

 

ART. 13.

Het bekkenbestuur keurt voor haar werking en voor de organisatie van het bekkensecretariaat een huishoudelijk reglement goed. De CIW kan hiervoor een modelreglement opstellen.

 

 

ART. 14.

De werkingskosten van het bekkenbestuur vallen ten laste van de begroting van de deelnemende gewestelijke besturen, volgens een in het huishoudelijk reglement vastgestelde verdeelsleutel. De CIW kan hiervoor richtlijnen uitwerken in het modelreglement.

 

1.1.1.5.2 Onderafdeling II Samenstelling en werking van het bekkensecretariaat

 

 

ART. 15.

§ 1. De minister wijst op voordracht van de CIW per bekken een bekkencoördinator aan. De bekkencoördinator behoort tot het beleidsdomein Leefmilieu of tot het beleidsdomein Openbare Werken

 

§ 2. De dagelijkse leiding van het bekkensecretariaat ligt bij de bekkencoördinator die zijn taak uitoefent overeenkomstig het in artikel 13 bedoelde huishoudelijk reglement de richtlijnen van het bekkenbestuur en van het CIW-secretariaat.

 

 

ART. 16.

§ 1. Het bekkensecretariaat wordt minstens samengesteld uit de volgende vertegenwoordigers:

 

1° de bekkencoördinator;

 

2° één of meerdere planningsverantwoordelijken.

 

Per provincie wordt één vertegenwoordiger van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening voorzien.

 

Daarenboven kunnen de provincies waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van het bekken een lid voordragen.

 

 

ART. 17.

De vorm waarin de informatie die op basis van artikel 41, § 2, van het decreet aan het bekkensecretariaat moet worden bezorgd, wordt door het bekkensecretariaat vastgesteld na overleg met de informatieverstrekkers.

 

De informatie, bedoeld in artikel 41, § 2, van het decreet, wordt gratis ter beschikking gesteld. Op verzoek van de informatieverstrekker kunnen eventuele reproductiekosten vergoed worden tegen kostprijs.

 

De termijn binnen dewelke de gevraagde informatie ter beschikking moet worden gesteld, wordt bij de vraag tot het leveren van de informatie bepaald, afhankelijk van de complexiteit en urgentie van de vraag.

 

 

ART. 18.

De werkingskosten van het bekkensecretariaat vallen ten laste van de begroting van de VMM.

 

De personeelskosten van de leden van het bekkensecretariaat blijven ten laste van het bestuur dat ze heeft voorgedragen.

1.1.1.5.3 Onderafdeling III Samenstelling en werking van de bekkenraad

 

 

ART. 19.

§ 1. De bekkenraad wordt voorgezeten door de bekkencoördinator. Het secretariaat wordt waargenomen door het bekkensecretariaat.

 

De voorzitter en de secretaris zijn niet stemgerechtigd.

 

§ 2. De bekkenraad wordt ten minste als volgt samengesteld:

 

1° twee leden als vertegenwoordigers van de sector landbouw, voorgedragen door de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad;

 

2° drie leden als vertegenwoordigers van de sector natuur, bos, milieu en landschap, voorgedragen door de milieu- en natuurorganisaties vertegenwoordigd in de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen;

 

3° een lid als vertegenwoordiger van de sector industrie en handel, voorgedragen door de werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;

 

4° een lid als vertegenwoordiger van de sectoren ontginningen en energie, voorgedragen door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;

 

5° een lid als vertegenwoordiger van de sector visserij, voorgedragen door de Provinciale Visserijcommissie van de provincie of de Provinciale Visserijcommissies als op het beheersingsgebied van het bekken diverse provincies zijn gelegen;

 

6° een lid als vertegenwoordiger van de sector toerisme en recreatie, voorgedragen door Toerisme Vlaanderen;

 

7° een lid als vertegenwoordiger van de sector wonen, voorgedragen door de Vlaamse Woonraad;

 

8° een lid van de transport- en vervoersector, voorgedragen door Promotie Binnenvaart Vlaanderen.

 

Het bekkenbestuur kan deze samenstelling aanvullen.

 

De vergaderingen van de bekkenraad zijn openbaar.

 

 

ART. 20.

De bekkenraad kan voor zijn werking een huishoudelijk reglement goedkeuren.

 

1.1.1.6 Afdeling III Het deelbekkenniveau

 

 

ART. 21.

Het Vlaamse Gewest wordt in de waterschappen vertegenwoordigd door een door de minister aangewezen lid. In de waterschappen op het beheersingsgebied waarvan een waterweg is gelegen, kan de functioneel bevoegde minister, vanuit het beleidsdomein Openbare Werken een tweede lid aanwijzen.

ART. 22.

De vorm waarin de informatie die op basis van artikel 45, § 2, van het decreet aan het waterschap moet worden bezorgd, wordt door het secretariaat van het waterschap vastgesteld na overleg met de informatieverstrekkers.

 

De informatie, bedoeld in artikel 45, § 2, van het decreet, wordt gratis ter beschikking gesteld. Op verzoek van de informatieverstrekker kunnen eventuele reproductiekosten vergoed worden tegen kostprijs.

 

De termijn binnen dewelke de gevraagde informatie ter beschikking moet worden gesteld, wordt bij de vraag tot het leveren van de informatie bepaald, afhankelijk van de complexiteit en urgentie van de vraag.

 

HOOFDSTUK IV Voorbereiding en opvolging van het integraal waterbeleid

 

 

ART. 23.

Bij het vaststellen van de waterbeheerplannen vermeldt de Vlaamse Regering in het algemeen wat ze omtrent de overeenkomstig artikel 37, § 2, § 3 en § 4, artikel 47, § 4 en § 6, en artikel 46, § 4, van het decreet ingediende opmerkingen en adviezen heeft overwogen.

 

HOOFDSTUK V Slotbepalingen

 

 

ART. 24.

Zolang de Vlaamse Woonraad niet operationeel is, wordt de vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 19, § 2, 7°, aangewezen in gezamenlijk overleg tussen de v.z.w. Het Algemeen Eigenaarssyndicaat en de v.z.w. Vlaams Overleg Bewonersbelangen.

 

 

ART. 25.

De Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur is belast met de uitvoering van dit besluit.