OOSTKUSTPOLDER
Contactpersoon
Caroline Vangampelaere, ontvanger-griffier
Adres
Brugse Steenweg 227, 8000 Brugge
Telefoon
050/33.32.71
waterbeheer@oostkustpolder.be
Website
Er zijn twee soorten maaiwerken, afhankelijk van het moment waarop het maaien plaatsvindt. De zomermaaiwerken starten vanaf 15 juni en zijn van toepassing op de waterlopen die een cruciale rol vervullen in de bevloeiing of afwatering van een waterbekken. Enkel de begroeiing op de bodem van de waterloop gemaaid ; vegetatie op de oevers blijft staan ten voordele van poldervogels en natuur. De gewone (najaars)maaiwerken starten na 15 augustus en omvatten het volledig maaien van alle waterlopen. Zo zijn alle waterlopen plantenvrij vooraleer de winter start. De meeste neerslag valt immers tijdens de wintermaanden en de waterlopen dienen voorbereid te zijn om de komende neerslag op te vangen, tijdelijk te bergen en af te voeren. Waar nuttig en praktisch haalbaar wordt gedifferentieerd gemaaid waarbij onder meer taluds alternerend aan de beurt komen. Zo blijft er hier en daar meerjarig riet staan waar vogels beschutting en voedsel vinden.
Als waterbeheerder is de polder van oudsher eigenaar van verscheidene historische zeedijken. Het gaat om de Romboutswervedijk en Krinkeldijk in Damme en de Burkeldijk, Greveningedijk en Dikke Dijk in Knokke-Heist. Iedere dijk wordt jaarlijks tweemaal gemaaid. Een eerste maaibeurt vindt plaats na 15 juni en omvat één maaibreedte van de dijk. Dit wordt zo gedaan met het oog op het voeren van een botanisch beheer om een variëteit aan bloemsoorten en kruiden te doen ontstaan. Vanaf 15 september vindt de tweede maaibeurt plaats en wordt de volledige dijk gemaaid. Het maaisel wordt steeds afgevoerd. Het periodiek onderhoud van de bomen en knotwilgen langs deze dijken valt hier ook onder. Eind januari 2019 werden heel wat knotwilgen langs de Krinkeldijk geknot.
De Oostkustpolder heeft heel wat bomen onder haar beheer. Het gaat vooral om bomenrijen bestaande uit populieren, meestal Marilandica’s, die door hun omvang en positionering vaak het landschap markeren. Gezien de aanzienlijke leeftijd van de bomen langs de Krinkeldijk en de Romboutswervedijk heeft het polderbestuur beslist tot de opmaak van een VTA-rapport (Visual Tree Assessment rapport) door een erkend boomtechnieker (European Tree Technician). Concreet houdt dit in dat elke boom door een specialist bestudeerd zal worden. Op basis van deze waarnemingen krijgt elke boom een ‘paspoort’ met daarin een beschrijving van zijn toestand. De bedoeling is om aan de hand hiervan de bomen het gepaste beheer te geven. Voor de opmaak van zo’n rapport werden in het kader van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking verschillende erkende boomtechniekers aangeschreven. Daar de Krinkeldijk beschermd is als monument werd een onderzoekspremie aangevraagd bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Ook het stuk Romboutswervedijk gelegen tussen de Dammesteenweg en het baantje richting de Damse Vaart ligt in beschermd gebied. De onderzoekspremie ten bedrage van 80% op het uitvoeringsbedrag excl. btw werd toegekend op 22 november 2018. Begin april 2019 start de opmaak van het VTA-rapport.
Waar mogelijk worden maaiwerken uitgevoerd in eigen beheer, met name door de sluismeester. Zo worden de toegangen tot en de zones rond de stuwen op regelmatige basis gemaaid. De polder beschikt ook nog over enkele picknickplaatsen, infoborden en overwelvingen die zij zelf onderhoudt.
In het kader van een overeenkomst met het AGSO Knokke-Heist verzorgt de Oostkustpolder het onderhoud van de buurtwegsloten en aanhorigheden in de gemeente.
De vroegste inpolderingen van de Zwinschorren zijn te dateren omstreeks de eerste helft van de 11° eeuw . Deze landwinning is nauw te relateren aan de strijd die de stad Brugge leverde om een vaarweg naar zee te behouden. Enerzijds was er de vraag naar “nieuw land” ten behoeve van landbouw en veeteelt, waardoor de natuurlijke vaargeul van het Zwin steeds verder in het gedrang kwam. Anderzijds was er de hoge economische welvaart in de Brugse regio die een snel transport over water van en naar de grote Europese centra vereiste. Deze belangen waren vaak tegenstrijdig.
De inpoldering van de Zwinstreek is in verscheidene fasen verlopen en omvat een tijdspanne van ongeveer 850 jaar. In 1872 is de laatste dijk aangelegd, de zgn. “Internationale Dijk” (deels op Belgisch, deels op Nederlands grondgebied). Het buitendijkse (schorren)gebied is nu nog zo’n 70 ha groot en is vooral bekend als het natuurreservaat “Het Zwin”, vermaard om zijn belangrijke flora en avifauna.
Waar de afwatering sinds eeuwen naar het Zwin gebeurde, is om overwegend politieke redenen, deze afwatering rond 1845 grondig gereorganiseerd. De afsluiting van de waterafvoer van de regio, die historisch over Nederlands grondgebied naar de Westerschelde en de Noordzee verliep, was een gevolg van de boedelscheiding in 1830 tussen België en Nederland. Het Leopoldkanaal is dan de centrale afvoerweg geworden die het Belgische water over het eigen grondgebied rechtstreeks naar de Noordzee afleidde.
Bij besluit van de Vlaamse regering van 3 december 2010 werd de samenvoeging van de Zwinpolder, de Nieuwe Hazegraspolder, de Damse Polder en de Polder Sint-Trudoledeken tot een nieuwe polder met als naam Oostkustpolder goedgekeurd. (BS 24/12/2010)
Deze nieuwe polder is sinds 1 januari 2012 operationeel
De werken voor de uitbreiding van het Zwin als natuurlijk intergetijdengebied zijn zo goed als afgerond. De geul werd verbreed en verdiept, de nieuwe komberging werd gegraven en een nieuwe dijk werd opgeworpen. Op de nieuwe dijk werden fiets- en wandelpaden aangelegd voorzien van verschillende uitkijk- en rustpunten.
De nieuwe zoete gracht die ten zuiden van het Zwinuitbreidingsgebied loopt en in verbinding staat met de Zeedijkader werd reeds in 2017 gegraven. Doordat de grond daar zand is, begonnen de taluds in te kalven. Om verdere verzakkingen te vermijden, werd de bovenste helft van de taluds bekleed met teelaarde.
Op de overgang van de zoete naar zoute gracht ten zuiden van het zwinuitbreidingsgebied werd een nieuwe kantelstuw geplaatst. Via deze stuw zal het waterpeil in de Zeedijkader en zoete gracht op een hoger peil gehouden worden dan het peil in de zoute gracht om zoveel mogelijk een zoete tegendruk te creëren voor de zoute kwel vanuit het Zwin.
Op de bestaande dijk langs de Kanaalweg werd beplanting aangebracht zodat het er zal uitzien als een duingebied. Het duin op dijk wordt gerealiseerd met zand van de Internationale dijk. Op deze duin wordt een fietspad aangelegd dat aansluit op het bestaande fietspad op de dijk ter hoogte van camping Zwinhoeve. Er komt hier ook een drinkpoel voor vee. Op de nieuwe dijk is de fundering van de fiets- en wandelpaden deze zomer afgewerkt. De maanden daarop werd de toplaag aangelegd. De dijk werd verder ingericht zodat schapen er zullen kunnen grazen.
De grenspaal op de scheiding tussen België en Nederland werd teruggeplaatst op 30 november 2018. Dit gebeurde in het bijzijn van de commissaris van de Koning van de Provincie Zeeland, Han Polman, en de gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen, Carl Decaluwé, en de andere leden van de Internationale Zwincommissie. Dit was vooral een symbolisch moment dat de laatste fase van de uitbreidingswerken inluidde.
De doorbraak van de Internationale dijk vond plaats op 4 februari 2019 in het bijzijn van onder andere Vlaams minister J. Schauvliege, de gouverneur van West-Vlaanderen, de commissaris van de koning van Nederland, de pers en alle betrokken partijen. De doorbraak werd uitgevoerd bij laagtij. De dijk was reeds verlaagd. De bovenste kleilaag werd eerder verwijderd en gebruikt voor het bekleden van de nieuwe Zwindijk. Het resterende gedeelte hield het zeewater nog tegen, mede dankzij de gunstige weersomstandigheden.
Het stroomgebied van het Leopoldkanaal bedraagt ongeveer 40.000 hektaren. Aan Belgische zijde wateren er een 8-tal polders op af. Ook een klein gedeelte van het Nederlandse Waterschap Zeeuws-Vlaanderen behoort tot dit stroomgebied. Het Leopoldkanaal zelf is ongeveer 40 km lang en heeft twee uitwateringspunten : enerzijds een louter gravitair lozingspunt te Zeebrugge rechtstreeks op de Noordzee, anderzijds een gravitaire lozing te Terneuzen (Ndl.) op de Westerschelde, deze laatste ondersteund door een vijzelgemaal dat zich een 20-tal km stroomopwaarts bevindt te Boekhoute (B.)
Het ambtsgebied van de Oostkustpolder beslaat een oppervlakte van ca.20.930 hectaren en strekt zich uit over (delen van) de gemeenten Brugge,Knokke-Heist, Damme, Oostkamp, Beernem en Maldegem. Het totale waterlopennet onder beheer van het polderbestuur bedraagt ruim 550 kilometer.
Het gebied van de Oostkustpolder wordt als volgt begrensd: