WESTKUSTPOLDER
Contactpersoon
Marlies Herreman, ontvanger-griffier
Adres
Dorp 29, 8690 Alveringem
Telefoon
058/31.46.53
info@westkustpolder.be
Website
Na het binnenhalen van de oogst, dus wanneer de erfdienstbare strook naast de waterloop is vrijgekomen, voert Westkustpolder elk jaar het nodige onderhoud uit aan de waterlopen.
Tijdens het onderhoudsseizoen worden belangrijke afvoeraders van oppervlaktewater gemaaid. Grassen, riet en kruiden worden uit de waterlopen verwijderd om een goede waterdoorstroming te garanderen. In 2019 zal de polder 600 km waterlopen maaien. Daarbovenop worden nog eens 45 km grondig geruimd waar slibafzetting de waterdoorstroming in de waterlopen belemmert.
Om een inschatting te maken van de noodzaak tot onderhoud valt de polder terug op een jarenlange ervaring en op de expertise van het polderpersoneel, dat dagelijks de toestand van de waterlopen in de gaten houdt. Daarnaast rekent de polder erop dat waterproblemen zo snel mogelijk worden gemeld via het meldpunt op https://www.westkustpolder.com.
Alle werkzaamheden gebeuren in samenwerking met de gebruikers van het land dat doorkruist wordt door de waterlopen. De polder hecht veel belang aan een goede communicatie. Iedereen wordt daarom uitgenodigd om de website van de polder www.westkustpolder.com te raadplegen voor informatie of vragen. Je vindt er de onderhoudskaart van 2019, de geleidbaarheidsmetingen van het voorbije seizoen, droogtemaatregelen,...
In De Moeren op een boogscheut van De Panne en Veurne : een uittip die jong en oud kan bekoren.
De Sint-Karelsmolen is een pareltje van waterbouwkundig erfgoed.
Na een grondige restauratie is de laatste vijzelmolen van België terug maalvaardig.
Mits reservatie kan de molen bezocht worden: De gids van de polder neemt je mee in de geschiedenis van polders, moerduivels, overstromingen, rampspoed en nog veel meer...en als je geluk hebt en de weersomstandigheden laten het toe, kan je de molen in werking zien.
Om veiligheidsredenen is de molensite niet vrij toegankelijk.
Reserveren kan per mail op carine@westkustpolder.be
De Westkustpolder ligt in het uiterste noordwesten van Vlaanderen en behoort tot het IJzerbekken. Ze grenst in het noorden aan de kuststreek van De Panne tot Nieuwpoort. De IJzer vormt de natuurlijke afbakening in het oosten/zuidoosten. Het hoogste deel van de polder wordt gevormd door het plateau van Izenberge. De rand van het plateau is meteen ook de grens met de Zuidijzerpolder. De rijksgrens met Frankrijk begrenst de polder in het westen.
De Westkustpolder beheert een oppervlakte van 28500 hectare.
Het gebied kan in een 4-tal hydrografische stukken worden opgedeeld:
- Het Langeleed (ten noorden van het kanaal Duinkerke-Nieuwpoort) wordt in grote mate gevoed door duinenwater. De waterloop stroomt deels af naar de voorhaven van Nieuwpoort via de Oude Veurnevaart en het Kattesas en deels naar het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke waarin het ter hoogte van Adinkerke in open verbinding uitmondt.
- Het bekken van de Grote Beverdijkvaart/Koolhofvaart/Venepevaart watert af naar de achterhaven van Nieuwpoort via het complex van de Ganzepoot. Dit uitgestrekte gebied van ruim 17.000 ha dat water van het zuiden van de polder helemaal naar Nieuwpoort moet afvoeren is het meest gevoelig voor wateroverlast. Het water moet immers tot 40 km afleggen en doorstroomt verschillende laagvlaktes zoals het bekken van de Vlavaart.
- Ten westen van het plateau van Izenberge en in de buitenmoeren wordt het water via de Bergenvaart afgevoerd naar Frankrijk.
- De Moeren is een droogmakerij en ontwatert via de Ringsloot naar Frankrijk.
95% van de Westkustpolder ligt tussen 0 en 5 mTAW. De maaiveldhoogte in De Moeren ligt tussen 0 en 1 mTAW en is daarmee het laagst gelegen gebied van België.
Het vloedpeil van de Noordzee aan onze kust is gemiddeld 5,5 mTAW, dus 2 x daags hoger dan de polder.
Rond 2000 v. Chr. vormde zich de duinengordel waardoor de natuur de eerste aanzet gaf tot het ontstaan van de polder. De mens zette dat werk verder. De eerste menselijke indijkingen waren initiatieven van enkelingen en gingen door gebrek aan coördinatie en onderhoud dikwijls teniet, waardoor het gebied opnieuw overstroomde.
Onder toezicht en met financiële middelen van de abdijen van Eversam en Ten Duinen en de adel werden 'kunstwerken' zoals de Ganzepoot, het uitwateringscomplex met die vorm in Nieuwpoort, en vele sluizen en schotten gebouwd om de streek tegen de opkomende zee te beschermen. Daarnaast werd een fijnmazig netwerk van kanalen en grachten aangelegd en onderhouden om het water uit de polder bij laagtij te kunnen afvoeren naar zee. Door de lage ligging van de polder kan immers enkel bij eb water in zee worden geloosd. De eerste geschreven bronnen over de polder dateren van 1130 en vermelden de 'Wateringhe van Veurne-Ambacht'.
Soms zorgde de mens zelf heel bewust voor overstromingen om een belangrijke stad onbereikbaar te maken voor zijn vijanden. In de Westkustpolder gebeurde dat voor het laatst in de 2e wereldoorlog. Dankzij de expertise en de terreinkennis van Karel Cogghe,
de polderwachter van Polder Noordwatering Veurne, slaagden de Geallieerden erin de poldervlakte gecontrolleerd onder water zetten, waardoor het Duitse leger tot stilstand werd gebracht.
Het verhaal van Polder De Moeren start veel later dan dat van de Noordwatering. Voor 1620 was De Moeren een groot moerasmeer dat dienstig was voor de ontwatering van een groot deel van Vlaanderen. Het moeras was een schuiloord voor rovers (Moerduivels) en een broedhaard van ziektes. Bovendien ontstond door de toenemende bevolkingsdichtheid nood aan bijkomende landbouwgrond om voedsel te produceren.
Van 1619 tot 1627 voerde Wenceslas Cobergher daarom in opdracht van de aartshertogen Albrecht en Isabella de droogmaking van het moeras uit. Hij bouwde rondom het moeras een 8 km verhoogde Ringsloot met dijken. 22 schepradmolens pompten het moeras droog (bemalen). Later werden het modernere vijzelmolens. Het land dat droog kwam, werd in rechthoekige kavels ingedeeld. Die kavelstructuur is tot op vandaag bewaard. Cobergher en ook zijn opvolgers kenden vele mislukkingen. Door kwaadwillig opzet, door noodweer of om militair-strategische redenen - bijvoorbeeld om Duinkerke te verdedigen, kwam het gebied toch telkens weer onder water.
Door de drooglegging van De Moeren viel de ontwateringsmogelijkheid via het moeras weg en had Vlaanderen een nieuwe uitweg naar zee nodig. In die tijd werd de Ganzepoot gebouwd.
Met het Verdrag van Utrecht in 1713 werd de landsgrens dwars doormidden De Moeren getrokken. Sindsdien liggen 1453 ha in Vlaanderen en 2050 ha, met inbegrip van de dorpskern van Les Moëres, liggen in Frankrijk.
In de 2e wereldoorlog werd De Moeren voor het laatst onder water gezet : In '40 door de geallieerden en van september '44 tot mei '45 door de Duitsers.
Op 1 januari 2018 fusioneerden Polder Noordwatering Veurne en Polder De Moeren.